VVE en taalachterstanden

educatief programma vve

Educatieve methode Kaleidoscoop verdwijnt

Het educatieve VVE-programma Kaleidoscoop houdt op te bestaan in Nederland. Het Kaleidoscoop-certificaat van pedagogisch medewerkers zal dus verlopen. Voor organisaties betekent het mogelijk een (verplichte) overstap naar een andere methode.
VVE en taalachterstanden
VVE

Internetconsultatie gestart over niet-geschoolde VVE-krachten

Als het aan sectorpartijen en minister Arie Slob van Onderwijs ligt, moet het binnenkort mogelijk zijn om nog niet VVE-geschoolde beroepskrachten in te zetten in de vroeg- en voorschoolse educatie (VVE). Maar voor het zover is, mogen eerst mensen uit de sector zelf hierover hun mening geven in een speciale internetconsultatie.

Achttien pm’ers Spring Kinderopvang behalen hbo-diploma

Achttien pedagogisch medewerkers van Spring Kinderopvang hebben na een intensief traject hun hbo-diploma Social Work in ontvangst genomen. Zij kunnen nu onder andere worden ingezet op VVE-groepen, een eis van de gemeenten Helmond en Venlo.

Beroepskracht mag zonder VE-diploma worden ingezet

Onder voorwaarden mag een beroepskracht ook al zonder een aanvullend VE-certificaat in de voorschoolse educatie werken. Dit besluit minister Slob van Onderwijs.
1Taalsubsidie.jpg

Subsidie beschikbaar voor taaltrainingen

Met het programma Tel Mee Met Taal kunnen ook werkgevers in de kinderopvang taalsubsidie aanvragen.
VVE en taalachterstanden
1Kenniscafé.jpg

Kenniscafés over taalontwikkelingsstoornis bij peuters

Veel pedagogisch medewerkers weten niet wat TOS is. In speciale Kenniscafes kunnen zij worden bijgepraat.

Zes jaar taalscholing VVE

Het jaar 2010 is de start van een groot project: de taalscholing VVE in Amsterdam. Alle beroepskrachten (pedagogisch medewerkers en onderwijsassistenten) die na een taaltoets niet voldoen aan de Amsterdamse Taalnorm krijgen het aanbod taalscholing te volgen. Een paar jaar later volgen de steden Haarlem en Utrecht. Een terugblik op zes jaar taalscholing.
VVE in Utrecht werkt wel.jpg

Investeren in pm’ers maakt VVE effectiever

Investeren in de kwaliteit van VVE en de mensen die met deze programma’s werken, heeft zin.
Monika Katinger-de TintelTuin.jpg

Blog Monika Katinger – Meertaligheid

Monika mocht zich, net als haar collega's, verdiepen in verdiepende VVE-workshops en koos voor 'meertaligheid'.
VVE en taalachterstanden
Jolanda Rikers-Kinder Opvang Kerkrade.jpg

Blog Jolanda Rikers – Ben jij een beelddenker?

Pedagogisch medewerkers en directeur Jolanda Rikers volgden een interessante workshop over beelddenkers.

Over vve en taalachterstanden

Taalachterstanden zo vroeg mogelijk voorkomen

Voor peuters met een taalachterstand is er vroeg- en voorschoolse educatie, ook kinderen zonder achterstand komen op de kinderopvang en de peuterspeelzaal met deze educatieve programma’s in aanraking. Pedagogisch medewerkers leren om peuters al op jonge leeftijd spelenderwijs en themagericht taal bij te brengen en meteen andere ontwikkelingsgebieden aan te spreken. Gemeenten krijgen subsidie om achterstanden aan te pakken. Hier gaat veel geld in om en er is nogal eens kritiek over de efficiëntie van de huidige VVE-methodieken. In dit dossier leest u meer over deze discussie en andere VVE-gerelateerde onderwerpen.

Lees meer

Bij een onderwijsachterstand presteert een kind met bepaalde omgevingskenmerken minder goed in het onderwijs in vergelijking met een kind met eenzelfde leerpotentieel, maar zonder die kenmerken. Het onderwijsachterstandenbeleid is gericht op het verminderen en voorkomen van onderwijsachterstanden. Binnen dit beleid krijgen peuters met een risico op een onderwijsachterstand door middel van voor- en vroegschoolse educatie spelenderwijs een stimulerend en taalrijk aanbod waarmee hun ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, motoriek, en op sociaal-emotioneel vlak op gestructureerde en samenhangende wijze wordt gestimuleerd. Het is de bedoeling dat deze deze kinderen een betere start op de basisschool (groep 3) maken en een toekomstige onderwijsachterstand mogelijk worden voorkomen of verminderd.

Randvoorwaarden
Voorschoolse educatie wordt aangeboden in VVE-groepen op kinderopvanglocaties of peuterspeelzaallocaties en is gericht op peuters tussen 2 en 4 jaar. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid ten aanzien van VVE. De randvoorwaarden voor de kwaliteit van VVE zijn geregeld in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. De werking van dat Besluit is naar aanleiding van de cohortstudie pre-COOL geëvalueerd. Het is het eerste Nederlandse onderzoek waarin gebruik is gemaakt van een begintest en waarin peuters tussen 2 en bijna 6 jaar zijn gevolgd in hun ontwikkeling, vanaf het moment dat zij naar een voorschoolse voorziening gaan, tot op de basisschool.

Pre-COOL
Uit het pre-COOL onderzoek blijkt dat VVE eraan bijdraagt dat peuters uit de doelgroep hun achterstand grotendeels inlopen. Het onderzoek laat zien dat deelname aan VVE kan compenseren voor onvoldoende stimulatie in de thuisomgeving. Daarbij toont het onderzoek aan dat een hoge educatieve kwaliteit van de voorschoolse voorziening van belang is voor de ontwikkeling van de aandachtfunctie die een belangrijke voorspeller is voor latere schoolse vaardigheden. Ook uit internationaal onderzoek blijkt dat een hogere, met name educatieve, kwaliteit van voorschoolse voorzieningen leidt tot een betere sociale ontwikkeling, tot een grotere mate van zelfregulatie en tot beter ontwikkelde cognitieve vaardigheden.

Discussie over effectiviteit
Er is in Nederland veel discussie over de effectiviteit van VVE. Zo bleek uit een inventariserend onderzoek van hoogleraar Ruben Fukkink in 2015 dat VVE niet effectief is. Later liet hij in een eigen onderzoek zien dat VVE in combinatie met VIB wel effect sorteert. De overheid blijft onverminderd inzetten op een achterstandenbeleid met gebruikmaking van VVE. Wel worden de VVE-gelden de komende jaren op een andere manier verdeeld. De kleinere gemeentes krijgen meer en de grote gemeentes minder. Dit heeft tot veel protest van grote gemeenten geleid omdat zij inmiddels een infrastructuur hebben opgebouwd van voorscholen en VVE-klassen. Bezuinigigen betekent een gedeeltelijke afbraak van die voorzieningen.

Educatieve kwaliteit
Uit peilingen met betrekking tot de kwaliteit op Nederlandse kinderdagverblijven en peuterspeelzalen blijkt dat de pedagogische kwaliteit goed is, maar dat de educatieve kwaliteit verbetering behoeft. Zo scoorde ruim driekwart van de pedagogisch medewerkers (werkzaam op een kinderdagverblijf) een onvoldoende voor ontwikkelingsstimulering en begeleiding van interacties tussen kinderen. En ook op peuterspeelzalen waren deze educatieve vaardigheden gemiddeld genomen matig tot onvoldoende aanwezig. Ook uit een andere studie blijkt dat Nederlandse pedagogisch medewerkers wel goed in staat zijn om emotionele en gedragsondersteuning te bieden, maar moeite hebben met de educatieve ondersteuning van kinderen. Om de effecten van VVE te verhogen, zijn enkele maatregelen nodig.

Aanpassingen Besluit
De aanpassingen van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie zetten in op verhoging van de kennis en vaardigheden van de beroepskracht VVE, een betere kwaliteitszorg op VVE-locaties en indirect op verbetering van het toezicht. Zo moet het taalniveau van pedagogisch medewerkers omhoog. Pm’ers die in VVE-groepen werken, moeten naar niveau 3F op de onderdelen Mondelinge Taalvaardigheid en Lezen.

Innovatiecentra VVE
Onderzoek speelt een rol in het zoeken naar factoren die de kwaliteit en effectiviteit van VVE verbeteren. Vanaf het schooljaar 2017/2018 wordt via innovatiecentra onderzoek gedaan naar (potentieel) succesvolle VVE-interventies in de praktijk. Uitbreiding van het aantal uren VVE wordt bijvoorbeeld gezien als een manier om de effectiviteit van VVE te vergroten. Maar deze maatregel is kostbaar en de effectiviteit ervan hangt naar verwachting mede af van de kwaliteit van het aanbod. Binnen de innovatiecentra kan onderzocht worden in hoeverre, op welke manieren en in welke omstandigheden het aantal uren VVE van invloed is op de effectiviteit ervan. Deze innovatiecentra spelen ook een rol bij het delen van wetenschappelijke kennis en goede voorbeelden, zo is te lezen in de toelichting op het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.