Taal
Pilot: VVE voor kinderen vanaf 14 maanden oud
Kan een kind wel wat extra hulp en ondersteuning in de (taal)ontwikkeling gebruiken? Dan geeft het consultatiebureau een VVE-indicatie bij 14 maanden. Toch gaan deze kinderen pas veel later naar de voorschool, namelijk als ze 2,5 jaar oud zijn. ‘Waarom zo’n lange tijd wachten?’, vroeg Michèlle Ouwerkerk, unitmanager bij Kober kinderopvang, zich af. Ze startte een pilot met VVE voor kinderen vanaf 14 maanden oud.
Om voor te lezen. Max en Lisa worden sterk!
‘Mag ik nog een boterham?'
‘Huh?' Juf Chaima kijkt Max verbaasd aan. ‘Nog eentje? Heb je zoveel honger vandaag?'
Kinderboeken
Beer zoekt in dit verhaal zijn bril en komt op zijn zoektocht allerlei dieren tegen, maar… hè, die waren er eerst toch niet?
GGD-waarschuwing voor dialectgebruik: wat zijn de richtlijnen?
Een kinderopvangorganisatie in Margraten, Limburg, kreeg een waarschuwing van de GGD omdat medewerkers voornamelijk in dialect spraken tegen de kinderen. Maar wat zijn eigenlijk de regels voor tweetaligheid en streektaal?
Zo kan het ook – Goudse kinderopvang helpt gezinnen met boeken uit eigen bieb
Met een eigen bibliotheek helpt dit kinderdagverblijf ouders die zelf de weg naar de bieb moeilijk weten te vinden, zoals tienermoeders en vluchtelingen. Oprichtster Janneke zette haar complete boekenverzameling in de ‘enorme boekenkast’ en breidt die al vier jaar uit. 'Naarmate het kind de taal meer beheerst, merk je dat ouders daar ook van profiteren.’
Hebben VVE-programma’s echt effect?
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) wordt veelvuldig ingezet voor het voorkomen van onderwijsachterstanden en het vergroten van kansengelijkheid in Nederland. We gaan ervanuit dat VVE-programma's effect hebben, maar is dat echt zo? Onderzoeker Geert Driessen is kritisch: ‘Er is geen wetenschappelijk bewijs.'
Kinderen die thuis een andere taal spreken, hoe ga je daarmee om?
Sommige kinderen spreken thuis een andere taal dan op de kinderopvang. Vaak hebben deze kinderen de Nederlandse taal binnen mum van tijd onder de knie. Toch zijn er ook uitzonderingen: kinderen die niet goed uit hun woorden komen of helemaal niets zeggen. Hoe kun je daar als pedagogisch professional mee omgaan?
Kinderboeken
Alles is leuker met Hartje! Mevrouw Zwartjes heeft een nieuw hondje. Hartje is klein en pluizig, en vooral heel lief. De twee hebben de grootste pret met elkaar, maar Hartje groeit en groeit.
Om voor te lezen. Max en Lisa – Znarkoloris
‘Zullen we weer soep maken?'
Max heeft zijn koksmuts op zijn hoofd gezet en trekt een schortje aan. In zijn hand houdt hij een houten soeplepel vast. Hij lijkt weer echt een top-kok.
Weet jij genoeg over tos?
Eén van de kinderen in je groep lijkt echt nooit te luisteren naar je uitleg. Hij kan niet stilzitten en is snel afgeleid. Een ander kind maakt nauwelijks contact en is in zichzelf gekeerd. Je denkt bij dit soort gedrag soms haast automatisch aan ADHD of autisme. Maar heb je weleens aan een andere verklaring gedacht? Namelijk: een taalontwikkelingsstoornis?
Over taal
Taaleisen voor pedagogisch professionals
Om kinderen met een taalachterstand goed te kunnen ondersteunen, is het heel belangrijk dat je als pedagogisch medewerker, zeker op VVE-groepen, de taal zelf goed machtig bent.