Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Hoe ga je om met ouders die de taal niet spreken of een andere achtergrond hebben?

Je hebt een gesprek met een moeder. Het gaat over de zorgen die je hebt over haar zoontje. Ze praat geen Nederlands en heeft haar elfjarige dochter meegenomen om alles te vertalen. Opvangorganisaties hebben soms te maken met zulke, en andere interculturele, (taal)uitdagingen. Hoe kun je hiermee omgaan?
Local Caption *** © drawlab19 / Stock.adobe.com

Nicole van Asten is directeur en trainer van Parenticom & Partners. Ze biedt onder andere communicatietrainingen, teamtrainingen en managementtrainingen aan in de kinderopvang. Ze heeft ontzettend veel tips als het gaat over communicatie met ouders, ook als je te maken hebt met een taalbarrière of andere culturele uitdagingen.

Kindertolk

Wat je volgens Van Asten soms ziet is dat vaders en moeders hun oudere kind optrommelen om iets voor hen te vertalen. ‘Dit kan functioneel zijn als je iets algemeens wilt doorgeven. Toch is het niet altijd wenselijk om een kind in te zetten als tolk. Je kunt ze er namelijk mee belasten. Het is niet de bedoeling om jonge kinderen te betrekken bij zware gesprekken.’ Wat je volgens Van Asten in dergelijke gevallen kunt doen, is: ‘Kijk binnen de regio en het netwerk van samenwerkende partners welke mogelijkheden er zijn voor het inzetten van onafhankelijke tolken. In diverse wijken en regio’s zijn er initiatieven waar bijvoorbeeld vrijwilligers als onafhankelijke tolk beschikbaar zijn. Of denk aan een tolkentelefoon.’

Probeer stiltes te laten vallen

Daarnaast vallen we volgens Van Asten wel eens in een valkuil als we met mensen in gesprek gaan die niet zo goed Nederlands kunnen. We stellen een vraag en als er dan geen reactie komt, denken we dat diegene ons niet begrijpt. We proberen diegene dan te helpen door de vraag te versimpelen. Niet handig, want dan heeft deze ouder twee vragen om te beantwoorden.’ Wat je beter wel kunt doen? ‘Durf stiltes te laten vallen om de ander de kans te geven na te denken over het antwoord.’

Nicole van Asten is, naast onder meer kinderpsycholoog Tischa Neve en geluksprofessor Patrick van Hees, een van de sprekers op het Jaarcongres Pedagogisch Medewerker op vrijdag 31 mei. Meer info of aanmelden >>

Google Translate

Volgens Van Asten kun je ook gebruikmaken van moderne technologie om deze ouders te ondersteunen. ‘Misschien kun je sommige informatie via WhatsApp of per e-mail versturen. Dan kunnen ze er zelf een hulpmiddel bij gebruiken, zoals een app, of ze kunnen het door iemand anders laten vertalen.’

Google Translate is ook handig, maar daar zitten volgens Van Asten wel een paar haken en ogen aan. ‘Sommige woorden hebben meerdere betekenissen in een andere taal. Denk bijvoorbeeld aan het woord “bank” in het Nederlands. Je kunt erop zitten, maar ook geld naartoe brengen. Als je Google Translate inzet tijdens een gesprek, let dan goed op de non-verbale reactie van de ouder. Probeer altijd te achterhalen of de vertaling is overgekomen.’

Kijk naar de overeenkomsten

Naast een taalbarrière kan de culturele achtergrond ook voor uitdagingen in de communicatie met ouders zorgen. ‘Het belangrijkste is om dan vooral te blijven kijken naar de overeenkomsten die je met de ander hebt’, aldus Van Asten. ‘Vaak zijn we toch geneigd om ons enkel te focussen op de verschillen, terwijl er veel meer gelijkenissen te vinden zijn. We hebben allemaal menselijke behoeftes en universele waardes die voor iedereen gelden. Als ouder en pedagogisch professional heb je hetzelfde doel voor ogen: het belang van het kind.’

Ik- en wij-culturen

Van Asten vertelt dat onze eigen cultuur beïnvloedt hoe we met anderen omgaan. ‘We hebben zelf bepaalde normen en waarden meegekregen vanuit onze eigen opvoeding. Als iemand niet reageert zoals je zou verwachten vanuit jouw achtergrond, kan er miscommunicatie ontstaan.’

Wat Van Asten tegenwoordig veel ziet zijn uitdagingen in de communicatie bij de wat zwaardere gesprekken met ouders. ‘Bijvoorbeeld als je bepaalde zorgen over een kind hebt. Je hebt meerdere partijen uit het netwerk geraadpleegd, veel gesprekken met ouders gehad en er zijn observaties gedaan. Je gaat een traject in met ouders en die lijken aan boord te zijn. Ze zijn het ermee eens dat het reguliere basisonderwijs een stap te ver is voor hun kind. Ze willen zich gaan oriënteren op andere mogelijkheden, zoals speciaal onderwijs. Je lijkt met hen de volgende fase in te kunnen gaan, maar ineens denken deze ouders er toch weer anders over en krabbelen ze terug.’

‘Wat hierbij een rol zou kunnen spelen is dat de westerse cultuur meer een ik-cultuur is. Onze maatschappij is echt gericht op het individu. Sommige ouders komen uit een wij-cultuur. Deze ouders bespreken problemen met familieleden en mensen uit de gemeenschap, zoals de moskee of in de kerk. Wanneer die allerlei tegenwerpingen hebben, dan worden ze misschien overgehaald om hun kind toch naar een reguliere basisschool te brengen. Het is dus belangrijk om te weten dat je soms niet alleen met de ouders te maken hebt, maar ook met het hele netwerk eromheen. Als je hier als kinderopvangorganisatie vaker tegenaan loopt, is het goed om te kijken hoe je jezelf in dit netwerk positioneert. Zoek actief die verbinding met bijvoorbeeld vluchtelingenwerk, de moskee, kerk of lokale initiatieven.’

Verschillende Nederlandse culturen

Interculturele communicatie gaat volgens Van Asten niet alleen over mensen uit een ander land. Ook binnen Nederland kennen we culturele verschillen. ‘Allerlei invloeden spelen een rol. Ben je geboren in een stad of dorp en wat waren de normen en waarden in je opvoeding? Zo ontwikkelen we allemaal onze eigen culturele bril. Deze culturele bril beïnvloedt je manier van denken, hoe je jezelf voelt en hoe je jezelf gedraagt. Het vormt onze waarneming, beïnvloedt onze manier van communiceren en vervormt ons oordeel over anderen.’

‘Uiteindelijk gaat interculturele communicatie dus over het besef dat iedereen anders is. Iedereen heeft andere normen en waarden en een andere achtergrond. Ik vergelijk de communicatie tussen die werelden altijd met een brug. Voordat je elkaar bovenaan kunt ontmoeten, loop je ieder jouw gedeelte. Een verrijking voor beide partijen, want onderweg leer je heel veel van elkaar.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.