De GGD die onaangekondigd voor de deur staat. Voor veel kinderopvangorganisaties een spannend moment, en vaak reden voor klamme handjes. De wereld van de inspecteur lijkt immers soms te botsen met die van de pedagogisch medewerker. Toch hebben ze hetzelfde doel: het bieden van kwalitatief goede opvang aan kinderen. Misschien staan ze dan toch niet zo ver van elkaar af als we meestal denken?
Tijd
Het huidige inspectiesysteem in de kinderopvang is zeer achterhaald. Het richt zich te veel op administratie, terwijl het welzijn en de ontwikkeling van kinderen juist centraal zouden moeten staan. Inspecteurs besteden nauwelijks aandacht aan de interactie tussen kinderen en pedagogisch medewerkers en zijn vooral bezig met hun tablet, wat betrokkenheid mist. Bovendien ontbreekt er gelijkheid: grote organisaties worden vaak bevoordeeld omdat zij van tevoren de data van inspectiebezoeken doorkrijgen, terwijl kleinere opvanglocaties onaangekondigde inspecties krijgen. Om kinderopvang toekomstbestendig te maken, moeten we af van bureaucratie en machtsvertoon. Wat écht nodig is: focus op pedagogische kwaliteit, maatwerk en gelijke behandeling voor álle kinderopvangorganisaties.
Ik denk dat de insteek al fout is. Het onverwacht op de meest waardeloze tijd ooit langskomen waardoor je alles bij elkaar moet gaan zoeken, geeft mijns inziens al veel onnodige stress. Onverwacht binnenkomen geeft het gevoel van een soort politie inval. Niet het gevoel van we gaan samen naar de opvanglocatie kijken maar geeft het gevoel dat men je wil betrappen op fouten. Die insteek vind ik fout. Als het zo moet gaan als Pauline aangeeft, moeten er nog heel wat opleidingen worden gegeven aan de inspecteurs. Ik denk dat zoals het eerst was dat men belde voor een afspraak een veel rustigere opvanglocatie biedt. Dat wat de inspecteur wil inzien ligt klaar. De kinderen kunnen worden ingelicht, de dag kan er op worden ingericht. Iedereen veel relaxter en dan kun je ook inderdaad samen naar de opvanglocatie kijken. Waarom komt men in Eindhoven aangekondigd en in Noord-Holland niet? Waarom niet meer 1 lijn? De GGD heeft zelf deze ‘angstcultuur’ gecreëerd door verschillend door het land heen te reageren en al onaangekondigd binnen te komen. Niet iedereen houdt van onaangekondigde visite.
Ook zeker mee eens! Onverwacht binnenkomen en op de vingers tikken. Zeer demotiverend en zeker geen vorm van “samenwerking”.
Dit is niet alleen in Nederland het geval, ook in Vlaanderen staan de zenuwen gespannen wanneer zorginspectie onaangekondigd voor de deur staat.
Het gaat niet alleen om het belang van het kind, was dat nu maar het uitgangspunt. Het gaat om controle opdat de regels zijn gevolgd. Alsof regels de veiligheid kunnen garanderen.
Uiteraard moeten er minimaal beginregels bestaan, maar die regels moeten eenduidig en duidelijk uitgelegd zijn. In Vlaanderen is de chaos van regelgeving zo groot, je moet dagelijks de website van Opgroeien van A tot Z lezen, wil je elke aankondiging en uitvoeringswijze kunnen volgen. Uiteraard is hiervoor geen tijd.
In Vlaanderen hebben wij ook het probleem dat de inspecteurs zelf geen vooropleiding in veiligheid en pedagogie hebben. Hoe kunnen zij het belang van het kind inschatten in functie van de regelgeving, wanneer zij zelf niet eens de basistheorie hebben meegekregen in hun vooropleiding. Meestal vervallen deze mensen dan in het patroon van hun eigen normen en waarden en in de eigen ervaring en mening van hoe hun ouders en familie het deden.
Zo men kinderopvang en opvoeden en veiligheid serieus wil nemen, dan zal men dit aan alle toekomstige ouders dit moeten aanleren. Het is niet zo dat er eilandjes bestaan waar ouders terechtkunnen waar de kennis van de pedagogie als een orakel oplossingen moet bieden aan onmogelijke situaties. Leer elk kind van het middelbaar pedagogie, niet als een leervak, maar als een leefvak. Laat de discussie starten in de klas over normen en waarden, dit samen met de laatste ontwikkelingen van het jonge kind. De eerste duizend dagen, de hersenontwikkeling en vooral de manier waarop pedagogie een overtuiging wordt, die niet de eigen normen en waarden afbreekt, maar aanvult tot waar een kleine baby tot peuter zich goed kan bij voelen. Wanneer mensen het effe niet meer weten denken ze terug aan hoe hun ouders het deden. En die ouders deden juist hetzelfde en zo gaat men generatie’s en eeuwen terug, onbewust, niet dat dit verkeerd is, alleen is dat niet genoeg. Er is teveel veranderd in de kennis over hoe het kind in elkaar zit, en dat moet bijgebracht worden op de manier zoals Freire in de pedagogie van de onderdrukten weergeeft. Geen verplichting om te leren (en nadien te vergeten) maar een aanbieden van mogelijkheden, waarin de kinderen (toekomstige ouders) zelf hun eigen normen en waarden in kunnen terugvinden.
Ach, het is een toekomstbeeld waar we nog ver vanaf staan, voorlopig zullen de inspecteurs ons in onze nek de haren doen rechtkomen, omdat hun onvolmaaktheden en hun interpretatie, nog gestoeld zijn op hoe hun ouders, voorouders, eeuwen terug, een oplossing gaven aan hun dilemma’s in het opvoeden van kinderen.
Huidige manier van toezicht door de GGD is wat mij betreft niet meer van deze tijd. Ik heb weinig ervaring met een open gesprek met een GGD toezichthouder. Zij houden zich (vaak bekrompen) aan de regelgeving en staan (in mijn ervaring) zelden open voor een pedagogische onderbouwing. Wij als kleine locatie werden afgelopen jaar nog op de vingers getikt omdat een dreumes speelde op het peuterpleintje (terwijl de babytuin daar middenin zit met een hek erom). Dat de dreumes graag meespeelt met de peuters, en het peuterplein dagelijks kan zien, is niet te overleggen. Het stond namelijk niet in het pedagogisch beleid, dat dit weleens voor kan komen. En dan is het natuurlijk zeer slechte kwaliteit die wij daar bieden!
Het “op de vingers tikken” werkt niet motiverend. Eens heeft een toezichthouder zelfs letterlijk de woorden “Ik vind altijd wat” gebruikt naar mij toe. Als dit de instelling is denk ik niet dat we op één lijn zitten. Er is dan zelfs sprake van machtsvertoon. Wie controleert die toezichthouder? De conclusie van één persoon zou getoets moeten worden.
En na veelvuldig dezelfde vragen aan een PM’er te stellen, steeds op een andere manier, opzoek naar een blijkbaar specifiek antwoord maakt de PM’er onzeker. En geeft haar een nare herinnering en directe vervelende gevoelens bij een volgend bezoek.
Op de schop met deze ouderwetse manier van inspecties wat mij betreft!
De essentie van een goede en gedegen inspectie is een positieve en opbouwende manier van inspecteren. Het simpelweg achterhalen en noteren van “tekortkomingen” draagt niet bij aan verandering voor de toekomst. Wanneer het omgezet wordt in doelen om de kwaliteit in de toekomst verder te verbeteren, zullen de pedagogisch medewerkers zich gehoord en begrepen voelen. Ze zullen er van leren en eraan mee gaan werken. Ook tips en tops van de pedagogisch medewerkers kunnen waardevol zijn voor een goede inspectie, zij weten waarin de organisatie uitblinkt en waar nog winst te behalen valt.
In plaats van een directe handhaving bij een signalering (nu tekortkoming genoemd), kan de toezichthouder meegeven dat er feedback uit de inspectie is voortgekomen. Aan de hand van het aantal feedbackpunten/leerpunten/verbeterpunten kan een toezichthouder een termijn geven. Gaat het bijvoorbeeld allemaal heel goed kan men over 3 tot 5 jaar terugkomen. Zijn er veel punten die de kwaliteit kunnen verbeteren kan ook gekozen worden voor een nieuw bezoek over bijvoorbeeld 1 of 2 jaar. De feedbackpunten kunnen in de tussentijd door de organisatie worden opgepakt en verwerkt door middel van een plan van aanpak.
Hoe gaat de organisatie werken aan de punten? In welke tijdslijn en met welke personen? Welke gereedschappen worden ingezet?
Op die manier gaat een organisatie zelf te werk en zal zij bij een volgend bezoek aantonen wat de status is. Dit is een opbouwende en motiverende manier van inspecteren. Het neemt zenuwen weg en is zeker niet kort door de bocht, maar flexibel en wendbaar.
Het getuigt van respect voor de mensen die betrokken zijn en laat hen meedenken en meepraten. Een ondernemer die weinig zorgt of weinig geeft om kwaliteit zal door de mand vallen. Houders en managers die juist hart hebben voor de locatie zullen uitblinken en met veel enthousiasme bezig gaan met de feedback. Zij zullen zien dat het opbouwend en motiverend werkt voor alle betrokkenen.
De huidige (autoritaire) manier van inspecteren is niet meer van deze tijd (mijn mening). Het is een manier die zorgt voor weerstand en onvrede. Een mooie samenwerking tussen de inspecteur en de betrokkenen, met opbouwende kritiek en goede tips voor een mooie toekomst zal veel meer effect hebben op de lange termijn… Maar dat is mijn mening.
Voorspelbare handhaving, daar heb je wat aan. “De medewerker reageerde niet responsief genoeg” en dan een boete wegens het “niet voldoende uitvoering geven aan het pedagogisch beleid” is kafkaëske willekeur. Pas na een herstel aan bod in bezwaar aangeven dat de reden om om een rooster te vragen is gelegen in de memorie van toelichting van een wet is ook niet verhelderend. En inderdaad, een kind naar huis sturen omdat plaatsing in een andere groep niet mag terwijl de ouders dat w3l ok vinden en het pedagogisch prima kan zoals hierboven beschreven.
Het zou zo veel aardiger en effectiever kunnen