Wet IKK

Wet IKK

Wet IKK heeft positieve en negatieve effecten op de kwaliteit

SEO heeft onderzocht welke effecten de Wet IKK op de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang heeft. Conclusie: er worden positieve effecten gevonden maar het bewijs daarvoor is niet spijkerhard. Bovendien zijn er ook negatieve effecten.
Wet IKK

Terugblik: Serie IKK in de praktijk

Ruim twee maanden lang volgden we kinderopvangondernemer Ramona Overmars van kinderopvangorganisatie High Five! in Almelo. Zij bereidt zich, net als de hele sector, voor op de wet IKK. Waar loopt zij tegenaan? Wat zijn mee- en tegenvallers? Lees hier alle afleveringen nog eens terug.
Wet IKK

‘Lage- en middeninkomens betalen straks 900-2000 euro meer’

Brancheorganisatie Kinderopvang maakt zich grote zorgen over de betaalbaarheid van kinderopvang in 2019. ‘De hete aardappel wordt door het kabinet doorgeschoven naar de kinderopvangsector en komt op het bord van de ouders terecht.’

‘Ouders dupe van dure regels babyopvang’

Felix Rottenberg, voorzitter van de Brancheorganisatie Kinderopvang voorziet desastreuze gevolgen: hogere kosten voor ouders, faillissementen onder kleine organisaties, locatiesluitingen en daardoor minder opvangbeschikbaarheid en langere wachtlijsten.

Van Ark verhoogt maximum uurtarief niet verder

Uit een verschillenanalyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt volgens de staatssecretaris dat SEO een realistisch kosteneffect heeft geschetst van de nieuwe bkr-regel in de kinderopvang.
Wet IKK

Serie IKK in de praktijk – De drie-uursregeling

De wet IKK belooft op papier kwaliteitsverbetering, maar de praktijk is weerbarstig. In deze serie volgen we Ramona Overmars, eigenaresse van kinderopvangorganisatie High Five! in Almelo. Ze neemt ons mee in hoe IKK in de praktijk vorm krijgt met soms meevallers, maar soms ook grote tegenvallers. Deel 4: De drie-uursregeling.
Wet IKK

Serie IKK in de praktijk – Doorwerken in de zomer

In deze serie volgen we Ramona Overmars, eigenaresse van kinderopvangorganisatie High Five! in Almelo. Ze neemt ons mee in hoe IKK in de praktijk vorm krijgt met soms meevallers, maar soms ook grote tegenvallers. Deel 1: Doorwerken in de zomer.

IKK-calculator: Wat gaat nieuwe bkr u kosten?

“Wat gaat de nieuwe bkr-maatregel voor de babyopvang mij kosten?” Deze vraag houdt veel kinderopvangondernemers en –managers bezig nu de beoogde ingangsdatum van 1 januari 2019 dichterbij komt. Een nieuwe IKK-calculator berekent zes scenario’s op maat. Deze tool is vanaf vandaag gratis te gebruiken.

Tips om afwijken vaste gezichten-regel te motiveren

Hoe voorkomen kinderopvanghouders dat de inspecteur een overtreding constateert in het vaste gezichten-criterium, als er sprake is van overmacht?
Wet IKK

‘Invulling toezicht vaste gezichten criterium onwerkbaar’

Als het aan de toezichthouders ligt zijn kinderopvangorganisaties in overtreding als zij vanwege overmacht niet aan het vaste gezichtencriterium kunnen voldoen. Dat is totaal onwerkbaar, zegt Brancheorganisatie Kinderopvang.

Over wet ikk

Wet IKK: Wat verandert er per 1 januari 2018?

Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) is het omvangrijke plan dat de kwaliteit van de kinderopvangbranche de komende jaren vooruit moet stuwen. Maatregelen zoals meer pm’ers en vaste gezichten voor babygroepen en juist meer vrijheid en maatwerk voor bso’s en de inzet van pedagogische coaches (hbo) op alle locaties worden in de Wet IKK verankerd.

Lees meer

De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang treedt per 1 januari 2018 in werking. Hoewel het Kwaliteitsakkoord is opgesteld in samenspraak met het werkveld, kwam er toch veel kritiek, met name op de eisen rond de bkr en de verplichte pedagogisch coach. Deze kritiek had vooral te maken met de kosten van de maatregelen en de angst dat deze kosten onvoldoende worden gecompenseerd door de overheid. Vanwege alle ophef heeft demissionair minister Lodewijk Asscher voor sommige maatregelen uitstel verleend. Wat gaat er wél veranderen per 1 januari 2018? Brancheorganisatie Kinderopvang maakte een document met daarin een overzicht van alle maatregelen die per 1 januari 2018 ingaan. Een beknopt overzicht:

Pijler: De ontwikkeling van het kind staat centraal

  • Het concretiseren van de pedagogische doelen in het pedagogisch beleid en zichtbaar maken in de praktijk.
  • Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen. De mentor werkt op de groep waar het kind is geplaatst. Zij volgt de ontwikkeling van het kind, is het eerste aanspreekpunt voor ouders (en in de bso ook voor het kind).
  • Pedagogisch medewerkers hebben ieder kind ‘in beeld’ en volgen het in zijn ontwikkeling. Zo kunnen ze aansluiten bij de ontwikkeling van het kind en het stimuleren de volgende stap te zetten. Een kindvolgsysteem is niet verplicht, wel een planmatig volgen en registreren.

Pijler: Veiligheid en gezondheid

  • In het beleid worden grote risico’s onderkend en worden maatregelen getroffen. Ook wordt beschreven hoe kinderen geleerd wordt om te gaan met kleine risico’s. Het beleid en het daarbij behorende plan van aanpak wordt ontwikkeld samen met de pedagogisch medewerkers.
  • Op iedere kinderopvanglocatie moet tijdens openingsuren altijd minimaal één volwassene aanwezig zijn die beschikt over een gecertificeerd ‘kinder-EHBO’ diploma.

Pijler: Stabiliteit en meer ruimte voor pedagogisch maatwerk

  • Aan een kind worden twee vaste pedagogisch medewerkers toegewezen. Op de dagen dat het kind komt, is altijd minimaal één van deze twee pedagogisch medewerkers werkzaam. Voor kinderen met flexibele dagen geldt het ‘vaste gezichten-eis’ niet.
  • Bij aaneengesloten openstelling van tien uur of meer per dag kan maximaal drie uur per dag worden afgeweken van de vereiste BKR. Daarbij wordt minimaal de helft van de vereiste BKR ingezet. In het pedagogisch beleidsplan wordt opgenomen op welke tijden wel en op welke tijden niet wordt afgeweken van de BKR.
  • Er wordt een verruiming beoogd van de kwalificaties waarmee je in de bso kunt werken als pedagogisch medewerker. Dat betekent dat de lijst in de Cao (mogelijk) wordt uitgebreid.

Pijler: Kinderopvang is een vak

  • Pedagogisch medewerkers moeten beschikken over niveau 3F voor spreekvaardigheid. Voor de invoering wordt een ruime ingroeiperiode gehanteerd.
  • Scholing voor pedagogisch medewerkers die werken met 0-jarigen.
  • Ook aan het taalniveau van niet-Nederlands sprekende pedagogisch medewerkers in de meertalige opvang (Engels, Frans, Duits) worden eisen gesteld. Dit wordt uitgewerkt in de Ministeriële regeling.
  • Vrijwilligers mogen niet langer formatief worden ingezet. Ze tellen dus niet mee in de berekening voor de BKR.
  • In het opleidingsplan moet worden beschreven hoe wordt ingezet op de ontwikkeling en kennisverbreding van pedagogisch medewerkers, en hoe dit wordt geconcretiseerd in de praktijk.
  • Bij formatieve inzet van beroepskrachten in opleiding (BBL’ers / BOL-stagiaires) wordt rekening gehouden met de opleidingsfase. De Ministeriële regeling zal (waarschijnlijk) naar de cao verwijzen om dit verder uit te werken, maar wel als restrictie stellen dat maximaal 33% van de formatief benodigde inzet uit beroepskrachten in opleiding mag bestaan.
  • Om de ontwikkeling van pedagogisch medewerkers te stimuleren, wordt gestreefd naar een landelijk systeem van permanente educatie. Deze maatregel uit het akkoord IKK is niet opgenomen in de AMvB of in de Ministeriële regeling. Het is belegd bij Cao-partijen.

Overige maatregelen

Een aantal maatregelen uit de Wet IKK zijn uitgesteld naar 1 januari 2019.Dat gaat om:

  1. Wijzigingen in de BKR: 0-jarigen 1 : 3, 7-13 jarigen 1 : 12, 4-13 jarigen 1 : 11
  2. Pilots Innovatieve opvang
  3. Inzet pedagogisch beleidsmedewerker voor beleidsontwikkeling en coaching pedagogisch medewerkers (kwalificatie-eisen worden in de Cao geregeld).