Wet IKK

Wet IKK

‘Geef toezichthouder ruimte bij vaststellen overtreding’

Toezichthouders in de kinderopvang moeten de ruimte krijgen om wel of geen overtreding vast te stellen bij het vaste-gezichtencriterium en de drie-uursregeling.

Extra informatiebijeenkomsten over toezicht na grote belangstelling

GGD GHOR organiseert vanwege de grote belangstelling extra informatiebijeenkomsten over het toezicht na IKK. Deze bijeenkomsten moeten in juni plaatsvinden. De exacte data zijn nog niet bekend.

Column – 2018: wat een jaar…

2018 was in de ogen van Helder & Van Pas een bijzonder jaar; anders dan andere binnen de kinderopvang! Vanuit het wettelijk kader is begin dit jaar een aantal IKK-maatregelen ingevoerd. Maatregelen die in meer of mindere mate invloed hadden op het werk in de kinderopvang.
Wet IKK

Gaat GGD GHOR haar boekje te buiten?

Uit verschillende hoeken klinken geluiden dat de GGD GHOR haar boekje te buiten gaat bij de interpretatie en handhaving van de 3 uursregeling. ‘Uit niets blijkt dat het gebruik van tijdsblokken níét is toegestaan’, schrijven juristen Kuiper en Kroese. Slaat GGD GHOR de plank mis?

GGD GHOR pareert kritiek op ‘nieuw toezicht’

Het nieuwe toezicht is niet alleen nieuw voor de sector, ook voor GGD’en. Hoe kijken zij naar de aanzwellende kritiek op het uitblijven van de dialoog, de toenemende kleine overtredingen en het idee dat toezichthouders onvoldoende toegerust zijn? ‘Het idee dat ‘iets niet mag van de GGD’ is hardnekkig.’

Het nieuwe toezicht: ‘Waar blijft de dialoog?’

Met IKK verandert ook het toezicht; tenminste dat was het idee. Want in veel regio’s merken managers nog weinig van een dialoog met de toezichthouder. En de afvinklijstjes die verleden tijd zouden zijn, lijken juist langer dan ooit. Wat is er aan de hand?
Zutphen-Bstatus

Geen handhaving bij onvoorziene afwijking vaste gezichten-criterium

Als een kindercentrum door onverwachte overmacht tijdelijk niet kan voldoen aan het vaste gezichten-criterium, wordt hierop niet gehandhaafd. Dit schrijft staatssecretaris van Ark aan de Tweede Kamer. Zij heeft over dit punt overleg gevoerd met de VNG en GGD GHOR.

Tips om afwijken vaste gezichten-regel te motiveren

Hoe voorkomen kinderopvanghouders dat de inspecteur een overtreding constateert in het vaste gezichten-criterium, als er sprake is van overmacht?
Wet IKK

‘Invulling toezicht vaste gezichten criterium onwerkbaar’

Als het aan de toezichthouders ligt zijn kinderopvangorganisaties in overtreding als zij vanwege overmacht niet aan het vaste gezichtencriterium kunnen voldoen. Dat is totaal onwerkbaar, zegt Brancheorganisatie Kinderopvang.

Dossier IKK: wel uitstel, maar geen afstel!

In de afgelopen maanden heeft het wetsvoorstel IKK onze branche flink beziggehouden. De maanden juni en juli brachten ons in een ‘rollercoaster’. Na alle recente ontwikkelingen is dit een mooi moment om tussentijds de balans op te maken. Hoe staan we ervoor? Wat komt er nu precies op ons af? En wat betekent dit voor de branche en voor u als ondernemer of manager? Jaap Tulp, van organisatieadviesbureau Helder & van Pas, maakte een reconstructie, een overzicht en aanbevelingen voor het vervolg.

Over wet ikk

Wet IKK: Wat verandert er per 1 januari 2018?

Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) is het omvangrijke plan dat de kwaliteit van de kinderopvangbranche de komende jaren vooruit moet stuwen. Maatregelen zoals meer pm’ers en vaste gezichten voor babygroepen en juist meer vrijheid en maatwerk voor bso’s en de inzet van pedagogische coaches (hbo) op alle locaties worden in de Wet IKK verankerd.

Lees meer

De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang treedt per 1 januari 2018 in werking. Hoewel het Kwaliteitsakkoord is opgesteld in samenspraak met het werkveld, kwam er toch veel kritiek, met name op de eisen rond de bkr en de verplichte pedagogisch coach. Deze kritiek had vooral te maken met de kosten van de maatregelen en de angst dat deze kosten onvoldoende worden gecompenseerd door de overheid. Vanwege alle ophef heeft demissionair minister Lodewijk Asscher voor sommige maatregelen uitstel verleend. Wat gaat er wél veranderen per 1 januari 2018? Brancheorganisatie Kinderopvang maakte een document met daarin een overzicht van alle maatregelen die per 1 januari 2018 ingaan. Een beknopt overzicht:

Pijler: De ontwikkeling van het kind staat centraal

  • Het concretiseren van de pedagogische doelen in het pedagogisch beleid en zichtbaar maken in de praktijk.
  • Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen. De mentor werkt op de groep waar het kind is geplaatst. Zij volgt de ontwikkeling van het kind, is het eerste aanspreekpunt voor ouders (en in de bso ook voor het kind).
  • Pedagogisch medewerkers hebben ieder kind ‘in beeld’ en volgen het in zijn ontwikkeling. Zo kunnen ze aansluiten bij de ontwikkeling van het kind en het stimuleren de volgende stap te zetten. Een kindvolgsysteem is niet verplicht, wel een planmatig volgen en registreren.

Pijler: Veiligheid en gezondheid

  • In het beleid worden grote risico’s onderkend en worden maatregelen getroffen. Ook wordt beschreven hoe kinderen geleerd wordt om te gaan met kleine risico’s. Het beleid en het daarbij behorende plan van aanpak wordt ontwikkeld samen met de pedagogisch medewerkers.
  • Op iedere kinderopvanglocatie moet tijdens openingsuren altijd minimaal één volwassene aanwezig zijn die beschikt over een gecertificeerd ‘kinder-EHBO’ diploma.

Pijler: Stabiliteit en meer ruimte voor pedagogisch maatwerk

  • Aan een kind worden twee vaste pedagogisch medewerkers toegewezen. Op de dagen dat het kind komt, is altijd minimaal één van deze twee pedagogisch medewerkers werkzaam. Voor kinderen met flexibele dagen geldt het ‘vaste gezichten-eis’ niet.
  • Bij aaneengesloten openstelling van tien uur of meer per dag kan maximaal drie uur per dag worden afgeweken van de vereiste BKR. Daarbij wordt minimaal de helft van de vereiste BKR ingezet. In het pedagogisch beleidsplan wordt opgenomen op welke tijden wel en op welke tijden niet wordt afgeweken van de BKR.
  • Er wordt een verruiming beoogd van de kwalificaties waarmee je in de bso kunt werken als pedagogisch medewerker. Dat betekent dat de lijst in de Cao (mogelijk) wordt uitgebreid.

Pijler: Kinderopvang is een vak

  • Pedagogisch medewerkers moeten beschikken over niveau 3F voor spreekvaardigheid. Voor de invoering wordt een ruime ingroeiperiode gehanteerd.
  • Scholing voor pedagogisch medewerkers die werken met 0-jarigen.
  • Ook aan het taalniveau van niet-Nederlands sprekende pedagogisch medewerkers in de meertalige opvang (Engels, Frans, Duits) worden eisen gesteld. Dit wordt uitgewerkt in de Ministeriële regeling.
  • Vrijwilligers mogen niet langer formatief worden ingezet. Ze tellen dus niet mee in de berekening voor de BKR.
  • In het opleidingsplan moet worden beschreven hoe wordt ingezet op de ontwikkeling en kennisverbreding van pedagogisch medewerkers, en hoe dit wordt geconcretiseerd in de praktijk.
  • Bij formatieve inzet van beroepskrachten in opleiding (BBL’ers / BOL-stagiaires) wordt rekening gehouden met de opleidingsfase. De Ministeriële regeling zal (waarschijnlijk) naar de cao verwijzen om dit verder uit te werken, maar wel als restrictie stellen dat maximaal 33% van de formatief benodigde inzet uit beroepskrachten in opleiding mag bestaan.
  • Om de ontwikkeling van pedagogisch medewerkers te stimuleren, wordt gestreefd naar een landelijk systeem van permanente educatie. Deze maatregel uit het akkoord IKK is niet opgenomen in de AMvB of in de Ministeriële regeling. Het is belegd bij Cao-partijen.

Overige maatregelen

Een aantal maatregelen uit de Wet IKK zijn uitgesteld naar 1 januari 2019.Dat gaat om:

  1. Wijzigingen in de BKR: 0-jarigen 1 : 3, 7-13 jarigen 1 : 12, 4-13 jarigen 1 : 11
  2. Pilots Innovatieve opvang
  3. Inzet pedagogisch beleidsmedewerker voor beleidsontwikkeling en coaching pedagogisch medewerkers (kwalificatie-eisen worden in de Cao geregeld).