Toezicht kinderopvang

Toezicht kinderopvang

BK, BMK en BOinK: ‘Herschrijf werkwijze toezichthouder gezamenlijk’

Het advies van VNG, GGD-GHOR en het ministerie van SZW over het toezicht op het vaste gezichtencriterium en de drie-uursregeling laat nog te veel ruimte voor ongelijke beoordeling, vinden BK, BMK en BOinK. Ze bieden daarom aan om de werkwijze gezamenlijk te herschrijven.
Toezicht kinderopvang

Branchepartijen: ‘Vervolg directeur 24/7 Kids voor kindermishandeling’

De brancheverenigingen BK en BMK hebben een verklaring van BOinK ondertekend, waarin de partijen pleiten voor vervolging van de leiding van 24/7 Kids voor lichamelijke en psychische verwaarlozing.

AO: Meer duidelijkheid over vastegezichtenregel

Besluitvorming over het vaste gezichtencriterium komt er nog vóór 1 september 2019, er komt een integrale visie op kinderopvang en meer transparantie over private equity. Dat en meer werd besproken tijdens het Algemeen Overleg Kinderopvang in de Tweede Kamer.
Toezicht kinderopvang

Strafzaak tegen eigenaresse 24/7 vanwege misstanden

Het Openbaar Ministerie start een strafzaak tegen de voormalig eigenaresse van kinderdagverblijf 24/7 in Amsterdam. Dit kinderdagverblijf werd in 2015 gesloten vanwege grove misstanden. De voormalig directeur wordt vervolgd voor valsheid in geschrifte, poging tot oplichting en overtreding van de Wet op de economische delicten.
Toezicht kinderopvang

Misbruik kinderopvang moeilijk te bewijzen

De politie zou ouders te vaak ontmoedigen om aangifte te doen van misbruik van hun kind op de kinderopvang. Ouders voelen zich vaak niet serieus genomen. BOinK-voorzitter Gjalt Jellesma: ‘Echt heel kwalijk dat de politie wegkijkt. Dat moet veranderen.’
Toezicht kinderopvang
BriefIKK.jpg

Branche roept Kamer op voor Wet IKK te stemmen

Voorafgaand aan het debat over de kinderopvang hebben vijf branchepartijen Tweede Kamerleden gevraagd om wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) te steunen.
Toezicht kinderopvang
Waar letten ouders op als zij kiezen voor een kinderopvanglocatie en welke informatie is daarvoor noodzakelijk?

Rondetafelgesprek: hoe denken ouders over kwaliteit?

Wanneer vinden ouders een kinderopvanglocatie van een goede kwaliteit en wanneer niet? In een rondetafelgesprek met ouders hoopt BOinK, de belangenvereniging voor ouders, antwoord te krijgen op deze (en andere) vragen.
Toezicht kinderopvang
De administratie van gastouders in het Landelijk register Kinderopvang en Peuterspeelzalen is dynamisch. Jaarlijks vernieuwt 20 procent van het gastouderbestand zich.

Toezicht gastouderopvang meestal aangekondigd

Het toezicht op de gastouderopvang levert heel andere resultaten op dan de toezichtresultaten van kindercentra. Afgesproken is dat tussen de 5 en 30 procent van de gastouders door de GGD onderzocht wordt. In 2014 werd 9 procent van de gastouders gecontroleerd. Dit gebeurde meestal, in tegenstelling tot kindercentra, aangekondigd.
BOinK praat ouders bij over hun versterkte positie

BOinK praat ouders bij over hun versterkte positie

Minister Asscher roept het al langer: de positie van ouders in de kinderopvang moet worden versterkt. Zo wil hij het adviesrecht van ouders op kwaliteit verstevigen en krijgen ouders een grotere betrokkenheid bij GGD-inspecties. BOinK, de belangenorganisatie voor ouders in de kinderopvang, wil tijdens een rondetafelgesprek over deze veranderingen met ouders en leden van oudercommissies in gesprek .
Toezicht kinderopvang
'Gastouder in dienst van bureau voor meer toezicht'

‘Gastouder in dienst van bureau voor meer toezicht’

De uitspraak van BOinK-voorzitter Gjalt Jellesma dat het gastoudersysteem 'ongelukkig geregeld is', kan op instemming rekenen van SP-Kamerlid Paul Ulenbelt. Ulenbelt vindt ook dat gastouders in dienst moeten zijn van gastouderbureaus om zo meer toezicht te krijgen. De uitspraken komen na kritiek van Utrechtse ouders op de veiligheid van de gastouderopvang.

Over toezicht kinderopvang

Toezicht, inspectie en handhaving kinderopvang

Tegelijk met de invoering van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) gaat er ook op het gebied van het toezicht op de kinderopvang veel veranderen. Toezichthouders bereiden zich hier nu op voor. Zo is het de bedoeling dat de afvinklijstjes en risico-inventarisatie verdwijnen en er meer ruimte komt voor de beoordeling van de pedagogische kwaliteit in de praktijk, vaak in samenspraak tussen de inspectie (GGD GHOR Nederland) en de kinderopvanghouder.

Lees meer

Houders van kindercentra moeten voldoen aan de eisen in de Wet kinderopvang. Gemeenten zijn hiervoor verantwoordelijk en hebben het toezicht uitbesteed aan de GGD. De GGD-inspecteur komt jaarlijks langs om te controleren of de houder voldoet aan alle eisen uit de wet.

Het bezoek van de GGD-inspecteur vindt vaak onaangekondigd plaats. De toezichthouder vormt zich een oordeel aan de hand van onder andere: observaties, de inrichting en het gebruik van alle ruimtes waar kinderen gebruik van maken, gesprekken met medewerkers, een gesprek met de houder, documentenonderzoek (de toezichthouder kan vragen documenten op te sturen of klaar te leggen) en schriftelijk of persoonlijk contact met de oudercommissie.Vervolgens stelt de toezichthouder vast of het kindercentrum of de peuterspeelzaal wel of niet voldoet aan de kwaliteitseisen. Hij adviseert de gemeente daarna over eventuele maatregelen.

Vorm en omvang onderzoek

De toezichthouder komt elk jaar langs voor een inspectie. Soms is het nodig om vaker langs te komen. De vorm en omvang van de inspectie verschilt per type voorziening en situatie. Toezichthouders inspecteren daarom minder intensief bij locaties waar geen zorgen over bestaan en intensiever bij locaties waar wél zorgen over zijn.

Nieuw kindercentrum

Als een houder een nieuw kindercentrum wilt starten, dan vraagt deze bij de gemeente opname in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) aan. De gemeente schakelt vervolgens de GGD in voor een onderzoek vóór registratie. De GGD en de gemeente zijn ‘Streng aan de Poort’: dit betekent dat de gemeente streng is bij het nemen van een besluit over een aanvraag en de toezichthouder kinderopvang van de GGD vraagt om het kindercentrum intensief te onderzoeken. Het nieuwe kindercentrum moet vanaf registratie volledig voldoen aan alle kwaliteitseisen.

Nader onderzoek

Als de toezichthouder tekortkomingen heeft vastgesteld, volgt een nader onderzoek. De toezichthouder richt zich dan op de onderdelen waaraan de kinderopvangvoorziening tijdens een vorig onderzoek niet voldeed. De toezichthouder onderzoekt of de tekortkoming is hersteld. Als dat het geval is krijgt de houder direct een definitief rapport.

Incidenteel onderzoek

Een incidenteel onderzoek vindt bijvoorbeeld plaats na een signaal of klacht van bijvoorbeeld ouders, gemeente of buurtbewoners. In overleg met de gemeente kan de GGD besluiten een extra onderzoek uit te voeren om vast te stellen of de kwaliteitseisen inderdaad onvoldoende worden nageleefd. Ook kan een incidenteel onderzoek plaats vinden omdat de houder bijvoorbeeld verzocht heeft om het aantal geregistreerde kindplaatsen te wijzigen.

Het rapport

De toezichthouder zet zijn bevindingen in een inspectierapport. Het rapport geeft de situatie weer van het moment van de inspectie. In het rapport geeft de toezichthouder een advies aan de gemeente. De houder ontvangt het rapport gemiddeld genomen binnen zes weken na de inspectie. Als er feitelijke onjuistheden in het rapport staan, dan stelt de toezichthouder die bij. De houder heeft de mogelijkheid om zelf een schriftelijke reactie op het rapport te geven (de zienswijze). Deze zienswijze wordt als bijlage van het rapport toegevoegd. Hierna stelt de toezichthouder het rapport binnen drie weken definitief vast. Na vaststelling ontvangen de houder en de gemeente het rapport.

Openbaar

De GGD-inspectierapporten zijn openbaar. De houder dient het rapport te bespreken met de oudercommissie en openbaar te maken, bijvoorbeeld via de website van de organisatie. Het rapport wordt ook openbaar gemaakt via www.landelijkregisterkinderopvang.nl. Zijn er overtredingen, dan kan de gemeente vervolgens handhavingsmaatregelen inzetten.

Handhaving

In uitzonderlijke gevallen grijpt de toezichthouder van de GGD in door de opvang direct stil te leggen. Dat gebeurt dan via een schriftelijk bevel. Dit kan alleen als de toezichthouder vindt dat de kwaliteit van de opvang bij een kinderopvangvoorziening zó tekortschiet dat onmiddellijke maatregelen nodig zijn.

Handhavingsmaatregelen

De gemeente besluit op basis van het rapport welke handhavingsmaatregelen zij inzet. De gemeente treedt op indien er niet wordt nageleefd. De Wko geeft de gemeente de mogelijkheid een aanwijzing te geven of een bestuurlijke boete op te leggen. Ook het opleggen van een last onder dwangsom (bestuursdwang) of het exploitatieverbod zijn handhavingsinstrumenten. De gemeente kan eveneens besluiten tot het verwijderen van de registratie van de inschrijving uit het LRKP.

Vastlegging handhavingsbeleid

Iedere gemeente stelt een handhavingsbeleid vast. In het handhavingsbeleid legt de gemeente vast hoe ze omgaat met overtredingen op de Wko en wanneer welke maatregelen genomen kunnen worden. Bij de gemeente is na te vragen hoe het gemeentelijke handhavingsbeleid eruit ziet. Veel gemeenten publiceren dit beleid op hun website. Indien een houder een handhavingsmaatregel opgelegd krijgt, kan deze hiertegen bezwaar maken. De wijze waarop dit moet gebeuren, staat beschreven in het besluit wanneer u een handhavingsmaatregel ontvangt.
(bron: Brochure Toezicht en handhaving kinderopvang – informatie voor ondernemers).

Nieuwe wet

Met ingang van de Wet IKK in 2018 verandert ook de inspectie. GGD GHOR Nederland werkt in totaal met vijf pilots toe naar het Nieuwe Toezicht in de kinderopvang. Naast ‘Samen observeren’ lopen bijvoorbeeld ook de pilots ‘Herstelaanbod’ en ‘Groene inspectiekwaliteit’.

Gastouderopvang

Voor gastouderbureaus en gastouders ziet het toezicht en de inspectie er anders uit. Meer informatie hierover leest u hier >>

Uitgelicht congres

Congres Samenwerken in het netwerk

Hotel van der Valk Veenendaal