Ouders realiseren zich vaak niet waar ze op moeten letten als ze voor het eerst een kinderdagverblijf binnenlopen voor hun kind. Veel verder dan de aardige pm’ers, de mooie inrichting en de goede sfeer komen veel ouders niet. Niet dat dit geen belangrijke waarden zijn om je keuze op te baseren, maar er is zoveel meer. De Telegraaf vroeg aan hoogleraar Kinderopvang, Ruben Fukkink, waar ouders alert op moeten zijn.
Inspectierapport
Ga niet alleen af op mooie teksten in mooie brochures, luidt de eerste tip van Fukkink. Neem geen genoegen met standaardpraatjes als ‘ze krijgen allemaal even veel aandacht en we houden van alle kinderen’. Raadpleeg ook het inspectierapport van de GGD: dit is openbaar en meestal op internet te vinden. ‘En als dat laatste niet het geval is, dan is er wat mis’.
De ruimte
Als je eenmaal op locatie bent, kijk dan goed rond. Zijn er horizontale of verticale groepen en hoe komen de baby’s aan bod in de laatstgenoemde groep? Hoe is de inrichting: steriel of juist druk? ‘Een steriele ruimte zegt iets over het gedrag van de pedagogisch medewerkers’, zegt Fukkink. ‘Ze ruimen alles op. Zijn de materialen wel uitnodigend en zichtbaar opgesteld zodat kinderen zelf kunnen pakken?’
Opleiding
Met vragen stellen is niks mis. Fukkink adviseert om vooral open vragen te stellen: waarin onderscheidt u zich? Wat zijn de extra’s? Heb je een temperamentvol kind: hoe gaan ze daar dan mee om? ‘En vraag naar het opleidingsniveau van de medewerkers. Worden ze geschoold en bijgeschoold? Een mooi opleidingsbeleid zegt veel over de interactie tussen medewerker en kind.’ En Fukkink vindt het altijd goed om te horen dat de manager van de locatie een pedagogische achtergrond heeft. ‘Iedereen kan namelijk een kinderopvang beginnen.’
Communicatie
Tot slot adviseert Fukkink om, ook als de keuze eenmaal gemaakt is, kritisch te blijven. Vooral de communicatie met de pm’ers vindt hij belangrijk. ‘Die moet verdergaan dan het hapje en het sapje.’