In de afgelopen maanden heeft het wetsvoorstel IKK onze branche flink beziggehouden. De maanden juni en juli brachten ons in een ‘rollercoaster’. Na alle recente ontwikkelingen is dit een mooi moment om tussentijds de balans op te maken. Hoe staan we ervoor? Wat komt er nu precies op ons af? En wat betekent dit voor de branche en voor u als ondernemer of manager? Jaap Tulp, van organisatieadviesbureau Helder & van Pas, maakte een reconstructie, een overzicht en aanbevelingen voor het vervolg.

Soms kom je een onderzoek tegen waar je je wenkbrauwen bij fronst. Zo’n studie is ‘Social acceptance toward a childcare support robot system’ van Masahiro Shiomi en Norihiro Hagita, die deze zomer verscheen. De studie gaat echt over robots en de zorg voor kinderen.

Vanaf volgend jaar wordt een nieuwe privacywet van kracht. Deze legt extra verplichtingen op aan werkgevers en werknemers krijgen meer rechten. Mieke Dijkman van Valegis Advocaten legt uit wat er gaat veranderen.

In een overzichtelijke wereld vinden incidenten, zoals recentelijk bij een bso, vooral plaats bij organisaties met een bedenkelijke kwaliteit. Bij ’t Hofnarretje viel moeilijk te ontkennen dat er een relatie bestond tussen de omvang van de verschrikkelijke feiten en het grote aantal tekortkomingen die uit GGD-inspectie naar voren waren gekomen.

De seksuele ontwikkeling van kinderen, een van de thema’s van gezonde kinderopvang, is iets waar pm’ers in hun dagelijks werk niet omheen kunnen. Alles begint bij kennis van een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen. Maar ook een ontspannen benadering is belangrijk.

Continuïteit en stabiliteit in de groep zijn belangrijk voor de kwaliteit van kinderopvang en het welzijn van kinderen. Door de crisis in de kinderopvang en de wensen van ouders (meer flexibiliteit) zijn deze onder druk komen te staan. In de position paper ‘Stabiliteit versus flexibiliteit in de kinderopvang’ geeft het Landelijk Pedagogenplatform Kindercentra aan hoe verschillende partijen kunnen werken aan meer stabiliteit in de kinderopvang.

Wat maakt u anders dan andere aanbieders? Wat kunt u doen om een heel eigen markt te creëren? In een reeks van vijf artikelen laat bestuursen bedrijfskundige Ronald van Rooden u op een andere manier kijken naar uw markt en uw eigen organisatie. Zeven stappen die u kunt zetten om te komen tot uw eigen, unieke positie in de kinderopvang. Deze maand twee stappen. Stap 3: verdiep u in ouders die geen klant bij u zijn, en stap 4: kosten omlaag, toegevoegde waarde omhoog!

Zein Child Care is een vreemde eend in de Nederlandse bijt. De voertaal is Engels, de ouders zijn buitenlands en er wordt een opmerkelijk pedagogische aanpak – het Choices- systeem – voor de kinderen gehanteerd. De bedenker van dit innovatieve concept, de Canadese Robbie Zein (42), heeft samen met haar man Jan van der Meijden een organisatie met 150 medewerkers en vier kinderdagverblijven, vijf bso’s en twee peuterspeelzalen in Den Haag en omgeving.

Kindcentrum de Haren in ’s-Hertogenbosch neemt initiatief voor een speelgoedloze week. De reacties van kinderen en ouders zijn positief. Voor spelen is niet zoveel nodig. Met minimaal materiaal maken kinderen bijzondere sprongen in hun ontwikkeling.

‘Eigenlijk zouden kinderopvang en VVE gewoon basisvoorzieningen moeten zijn, net als in Scandinavië.’ Dat vindt Carine Thesingh (53), directeur van Stichting Spelenderwijs Utrecht. Zolang het nog niet zover is, werkt ze er hard aan om zoveel mogelijk jonge kinderen goede voorschoolse educatie te bieden.