Beroepskracht-kindratio (bkr)

Column – Meneer Van Dalen Wacht Op Antwoord

Het is zover: na een jaar uitstel zijn per 1 januari 2019 de nieuwe beroepskracht-kindratio's van kracht geworden. Na alle onderzoeken over de financiële impact heeft ieder hiervoor een eigen inschatting gemaakt en deze vertaald naar het uurtarief voor dit jaar. Het blijkt moeilijk om op voorhand een heel nauwkeurige inschatting te maken van deze impact; er zijn namelijk heel veel variabele factoren op dit speelveld. Welke kinderen stromen komend jaar in?

Goed puzzelen kan straks geld besparen

Er wordt druk gepuzzeld in de kinderopvang. Met de nieuwe beroepskracht-kindratio kan de komst van één nieuwe baby de planning volledig overhoop gooien. Wat is de ideale groepsindeling? Tony Weggemans van adviesbureau Ayit Consultancy zet verschillende groepsindelingen tegenover elkaar.

‘Voer bkr-maatregel voor kleine aanbieders gefaseerd in’

De kinderopvangtoeslag moet niet met ruim 4, maar met ruim 7 procent geïndexeerd worden in 2019. Verder moeten kleine kinderopvangaanbieders langer de tijd krijgen om zich aan de nieuwe beroepskracht-kindratio (bkr) te houden. Dit concludeert Buitenhek in het praktijkonderzoek.

Kosteneffect bkr voor alle type organisaties groter dan verwacht

Voor alle type organisaties is het kosteneffect van een nieuwe beroepskracht-kindratio (bkr) voor baby’s groter in het praktijkonderzoek van Buitenhek dan in het SEO-onderzoek van het ministerie. Wat zijn de exacte percentages per omvang? Hoe zijn de verschillen te verklaren?

Nieuwe rekentool bkr ministerie beschikbaar

Het ministerie heeft de rekentool voor de beroepskracht-kindratio aangepast aan de nieuwe berekening die vanaf 2019 ingaat. De rekentool geeft kinderopvangondernemers inzicht in de gevolgen van deze nieuwe rekenregels voor verschillende groepscombinaties.

IKK-calculator: Wat gaat nieuwe bkr u kosten?

“Wat gaat de nieuwe bkr-maatregel voor de babyopvang mij kosten?” Deze vraag houdt veel kinderopvangondernemers en –managers bezig nu de beoogde ingangsdatum van 1 januari 2019 dichterbij komt. Een nieuwe IKK-calculator berekent zes scenario’s op maat. Deze tool is vanaf vandaag gratis te gebruiken.

‘Nieuwe bkr voor baby’s verbetert de kwaliteit juist niet’

‘De invoering van de nieuwe babynorm leidt tot een daling van de kwaliteit, stabiliteit en capaciteit van de kinderopvang in Nederland.’ Dit schrijft Wilma Hendrix, bestuurder van KID kindercentra (Dongen) in een kritisch opiniestuk op de website van de Volkskrant.

Vooral kleine organisaties hebben last van nieuwe bkr

Waarom hebben vooral kleine locaties last van de veranderde beroepskracht-kindratio (bkr) voor baby’s? Hiervoor zijn enkele verklaringen te geven, onder andere dat kleine locaties minder mogelijkheden hebben om de groepsindeling te wijzigen.

Nieuwe bkr voor baby’s noopt tot verregaande maatregelen

Bijna alle kinderopvanglocaties (94 procent) denken na over eventuele aanpassingen naar aanleiding van de nieuwe beroepskracht-kindratio voor baby’s. Maar welke maatregelen zijn in trek en waarover zijn er zorgen?

Over beroepskracht-kindratio (bkr)

Nieuwe bkr voor baby's en bso

De beroepskracht-kindratio (BKR), ook wel leidster-kindratio genoemd, is een veelbesproken onderwerp in de branche. Per leeftijdscategorie gelden er andere eisen voor het aantal kinderen dat één beroepskracht mag opvangen. In de babygroepen en op de bso-groepen voor de oudere kinderen gaat dit per 2019 veranderen.

Lees meer

Met de nieuwe wet- en regelgeving binnen de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang komen er ingrijpende veranderingen in de bkr. Voor baby’s mogen er vanaf  januari 2019 nog maar 3 baby’s tot 1 jaar per pm’er opgevangen worden. Voor de toezichthouder is een overtreding van de ratio vaak reden tot het geven van een slechte beoordeling of in ieder geval een waarschuwing. Voor de personeelsplanning en –inzet zijn de BKR-eisen leidend en het is vaak een hele puzzel om aan alle eisen te voldoen. Het ministerie heeft daarom een rekentool ontwikkeld om hulp te bieden bij het maken van de berekeningen.

Horizontale groepen

Duidelijk is dat de bkr-regels voor verticale groepen gunstiger uit lijken te pakken dan voor horizontale groepen. Op een horizontale groep mag een pm’er drie baby’s onder haar hoede hebben. In de leeftijdsgroep 1-2 jaar mag één pm’er vijf kinderen opvangen. In de verticale groep bestaat geen aparte ratio voor 0-1 jaar, alleen voor 0-2 jaar. Daar mag één pm’er vier kinderen van 0-2 jaar onder zich hebben. Pedagogen die voorstander zijn van horizontale groepen, vinden het jammer dat het realiseren van horizontale babygroepen met de nieuwe wetgeving een stuk lastiger wordt. Velen zijn bang dat de aparte babygroepen zullen gaan verdwijnen.

Groepsgrootte

Behalve de bkr speelt ook de groepsgrootte een rol. Babygroepen van 0-2 jaar mogen maximaal 16 kinderen tellen. Het aantal pedagogisch medewerkers is dan vier. In volledig verticale groepen van 0-4 jaar gelden specifieke eisen voor het maximum aantal kinderen van een bepaalde leeftijdscategorie. Zo mogen op een verticale groep van 0-4 jaar waar 14 kinderen worden opgevangen, maximaal 8 kinderen jonger zijn dan één jaar. Peuterspeelzalen hanteren na 2018 dezelfde rekenmodellen als de dagopvang, met als verschil dat de ratio voor baby’s voor hen niet relevant is.

Vaste gezichten

Een andere belangrijke aanpassing is het vaste gezichtencriterium. Voor alle kinderen is een vertrouwde beroepskracht op de groep van belang, maar voor baby’s weegt dit belang extra zwaar. Uit onderzoek blijkt: hoe vertrouwder de volwassene, hoe beter de stressreductie. Voor baby’s gaat na 2018 gelden dat ze twee vaste gezichten toegewezen moeten krijgen en één van deze gezichten moet op de dagen dat de baby op de groep is aanwezig zijn. Als de groep zo groot is, dat er drie pm’ers op staan, mogen dit maximaal drie vaste gezichten zijn.

Maximaal twee groepen

Als de dagen per week variëren omdat ouders een flexibel pakket afnemen, hoeven kinderopvangorganisaties niet aan dit vaste gezichtencriterium te voldoen. Nieuw is dat kinderopvangorganisaties straks verplicht zijn om ouders en kind te informeren over de groep waar het kind naartoe gaat en welke pm’ers er die dag op de groep staan. Een kind mag op de dagopvang gebruikmaken van maximaal twee groepsruimtes.  In de peuterspeelzaal was dit maximaal één ruimte, maar dit gaat veranderen naar twee. Overigens valt spelen in een andere ruimte vanwege een speciale activiteit niet onder deze regel.