‘VVE (Vroeg en Voorschoolse Educatie) mag zowel in het Nederlands als in het Fries worden aangeboden, maar niet uitsluitend in het Fries’, schrijft staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker in zijn brief aan Gedeputeerde Staten. ‘Zolang de VVE-locatie met VVE-programma’s werkt en voldoet aan de overige VVE-eisen, is er geen belemmering om binnen het programma aandacht te geven aan het Fries.’
Nederlandstalige VVE
Locaties die niet met een VVE-programma werken, mogen wel volledig Friestalig zijn. VVE-programma’s die door het Rijk worden gesubsidieerd, zijn bedoeld om de Nederlandse taal van kinderen te versterken. Eventueel aanvullend Fries VVE-materiaal, wordt bekostigd met provinciale subsidies. Het staat, wat het Ministerie betreft, alle locaties vrij om een beroep te doen op dit aanvullende Friestalige materiaal. Ook als er al Rijkssubsidie wordt ontvangen voor Nederlandstalige VVE. ‘Maatwerk’, noemt minister Dekker dit.