Wet IKK

Wet IKK
Baby

Babyscholing nu bij veel mbo’s standaard in lespakket: ‘Zorgelijk dat studenten uit boeken leren over baby’s’

Door de wet IKK mogen pedagogisch medewerkers vanaf 2025 alleen nog op een babygroep werken met een goedgekeurde en afgeronde bijscholing op het gebied van baby’s. Dit om de kwaliteit op de babygroepen te verhogen. Inmiddels hebben veel mbo’s de kwalificatie-eis opgepakt en de scholing in hun (standaard) lesprogramma opgenomen. Echter, iedere ROC gaat hier op een andere manier mee om en een praktijkgedeelte is niet verplicht. Kun je jezelf wel een babykenner noemen zonder praktijkervaring?

Van Ark verhoogt maximum uurtarief niet verder

Uit een verschillenanalyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt volgens de staatssecretaris dat SEO een realistisch kosteneffect heeft geschetst van de nieuwe bkr-regel in de kinderopvang.

Bkr-maatregel ontbreekt bij prognose kostenontwikkeling 2019

Ayit Consultancy verzorgt ieder jaar de kostenprognose voor het jaar erop. Dit jaar durft het adviesbureau een verantwoorde kostenraming van de aanpassing van de beroepskracht-kindratio (bkr) voor 0-jarigen echter niet te geven. Daarvoor zijn de verschillen te groot en de gemeten effecten te uiteenlopend.

Ondernemers geven laatste noodkreet in Den Haag

De initiatiefnemers van de campagne Kom op voor Kinderopvang hebben namens een kleine tienduizend ondertekenaars een petitie aangeboden in de Tweede Kamer. Woordvoerders Kinderopvang namen de petitie in ontvangst. Een week eerder gingen de kinderopvangondernemers in gesprek met staatssecretaris Tamara van Ark.

Maximum-uurtarieven 2019 op een rij

In al het nieuws over extra investeringen in kinderopvangtoeslag enerzijds en zorgen vanuit de branche over toenemende kosten anderzijds, is het overzicht van de maximum-uurtarieven voor 2019 ondergesneeuwd. Daarom zetten we nog één keer de maximum-uurtarieven die door staatssecretaris Tamara van Ark gecommuniceerd zijn, op een rij.

‘Invoering bkr-maatregel baby’s niet verantwoord’

Vijf kinderopvangondernemers luiden de noodklok. Zij staan achter de kwaliteitsimpuls voor de kinderopvang, maar maken zich grote zorgen om de gevolgen van één maatregel: de nieuwe bkr voor baby’s. Met steun van branchepartijen starten zij vanaf vandaag een campagne: “Kom op voor Kinderopvang”.

Over wet ikk

Wet IKK: Wat verandert er per 1 januari 2018?

Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) is het omvangrijke plan dat de kwaliteit van de kinderopvangbranche de komende jaren vooruit moet stuwen. Maatregelen zoals meer pm’ers en vaste gezichten voor babygroepen en juist meer vrijheid en maatwerk voor bso’s en de inzet van pedagogische coaches (hbo) op alle locaties worden in de Wet IKK verankerd.

Lees meer

De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang treedt per 1 januari 2018 in werking. Hoewel het Kwaliteitsakkoord is opgesteld in samenspraak met het werkveld, kwam er toch veel kritiek, met name op de eisen rond de bkr en de verplichte pedagogisch coach. Deze kritiek had vooral te maken met de kosten van de maatregelen en de angst dat deze kosten onvoldoende worden gecompenseerd door de overheid. Vanwege alle ophef heeft demissionair minister Lodewijk Asscher voor sommige maatregelen uitstel verleend. Wat gaat er wél veranderen per 1 januari 2018? Brancheorganisatie Kinderopvang maakte een document met daarin een overzicht van alle maatregelen die per 1 januari 2018 ingaan. Een beknopt overzicht:

Pijler: De ontwikkeling van het kind staat centraal

  • Het concretiseren van de pedagogische doelen in het pedagogisch beleid en zichtbaar maken in de praktijk.
  • Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen. De mentor werkt op de groep waar het kind is geplaatst. Zij volgt de ontwikkeling van het kind, is het eerste aanspreekpunt voor ouders (en in de bso ook voor het kind).
  • Pedagogisch medewerkers hebben ieder kind ‘in beeld’ en volgen het in zijn ontwikkeling. Zo kunnen ze aansluiten bij de ontwikkeling van het kind en het stimuleren de volgende stap te zetten. Een kindvolgsysteem is niet verplicht, wel een planmatig volgen en registreren.

Pijler: Veiligheid en gezondheid

  • In het beleid worden grote risico’s onderkend en worden maatregelen getroffen. Ook wordt beschreven hoe kinderen geleerd wordt om te gaan met kleine risico’s. Het beleid en het daarbij behorende plan van aanpak wordt ontwikkeld samen met de pedagogisch medewerkers.
  • Op iedere kinderopvanglocatie moet tijdens openingsuren altijd minimaal één volwassene aanwezig zijn die beschikt over een gecertificeerd ‘kinder-EHBO’ diploma.

Pijler: Stabiliteit en meer ruimte voor pedagogisch maatwerk

  • Aan een kind worden twee vaste pedagogisch medewerkers toegewezen. Op de dagen dat het kind komt, is altijd minimaal één van deze twee pedagogisch medewerkers werkzaam. Voor kinderen met flexibele dagen geldt het ‘vaste gezichten-eis’ niet.
  • Bij aaneengesloten openstelling van tien uur of meer per dag kan maximaal drie uur per dag worden afgeweken van de vereiste BKR. Daarbij wordt minimaal de helft van de vereiste BKR ingezet. In het pedagogisch beleidsplan wordt opgenomen op welke tijden wel en op welke tijden niet wordt afgeweken van de BKR.
  • Er wordt een verruiming beoogd van de kwalificaties waarmee je in de bso kunt werken als pedagogisch medewerker. Dat betekent dat de lijst in de Cao (mogelijk) wordt uitgebreid.

Pijler: Kinderopvang is een vak

  • Pedagogisch medewerkers moeten beschikken over niveau 3F voor spreekvaardigheid. Voor de invoering wordt een ruime ingroeiperiode gehanteerd.
  • Scholing voor pedagogisch medewerkers die werken met 0-jarigen.
  • Ook aan het taalniveau van niet-Nederlands sprekende pedagogisch medewerkers in de meertalige opvang (Engels, Frans, Duits) worden eisen gesteld. Dit wordt uitgewerkt in de Ministeriële regeling.
  • Vrijwilligers mogen niet langer formatief worden ingezet. Ze tellen dus niet mee in de berekening voor de BKR.
  • In het opleidingsplan moet worden beschreven hoe wordt ingezet op de ontwikkeling en kennisverbreding van pedagogisch medewerkers, en hoe dit wordt geconcretiseerd in de praktijk.
  • Bij formatieve inzet van beroepskrachten in opleiding (BBL’ers / BOL-stagiaires) wordt rekening gehouden met de opleidingsfase. De Ministeriële regeling zal (waarschijnlijk) naar de cao verwijzen om dit verder uit te werken, maar wel als restrictie stellen dat maximaal 33% van de formatief benodigde inzet uit beroepskrachten in opleiding mag bestaan.
  • Om de ontwikkeling van pedagogisch medewerkers te stimuleren, wordt gestreefd naar een landelijk systeem van permanente educatie. Deze maatregel uit het akkoord IKK is niet opgenomen in de AMvB of in de Ministeriële regeling. Het is belegd bij Cao-partijen.

Overige maatregelen

Een aantal maatregelen uit de Wet IKK zijn uitgesteld naar 1 januari 2019.Dat gaat om:

  1. Wijzigingen in de BKR: 0-jarigen 1 : 3, 7-13 jarigen 1 : 12, 4-13 jarigen 1 : 11
  2. Pilots Innovatieve opvang
  3. Inzet pedagogisch beleidsmedewerker voor beleidsontwikkeling en coaching pedagogisch medewerkers (kwalificatie-eisen worden in de Cao geregeld).