Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

‘Kwaliteitimpuls pm’ers moet beter’

Ten overstaan van toehoorders uit de kinderopvangbranche, collega’s en familie heeft bijzonder hoogleraar Ruben Fukkink zijn oratie uitgesproken. Hierin vertelde hij hoe het er nu voorstaat met de pedagogische kwaliteit en hoe deze verbeterd kan worden. Vooral de educatieve stimulering laat, ondanks hoge VVE-investeringen, te wensen over. Fukkink gaat op zoek naar bewezen effectieve methoden die de kwaliteit in de kinderopvang de komende jaren kunnen versterken.
‘Kwaliteitimpuls pm’ers moet beter’
Foto: Marike Vroom

Eind dit jaar is de pedagogische kwaliteit van alle kinderopvangvormen voor het eerst volledig in kaart gebracht. Van de kinderdagverblijven weten we dat de kwaliteit nog lang niet op alle punten voldoende is. Vooral interactievaardigheden scoren laag, al was er in 2013 wel wat vooruitgang te zien vergeleken met de vorige kwaliteitsmeting. In de bso is de kwaliteit over het algemeen voldoende, maar zijn er op het gebied van de begeleiding van sociale interacties nog verbeterpunten. De kwaliteit van de peuterspeelzalen is ook in kaart gebracht. De verwachting is dat deze uitkomsten later deze maand naar buiten komen, gevolgd door het kwaliteitsonderzoek naar de gastouderopvang.

Weinig effect VVE

Zorgelijk is het dat geen van deze kinderopvangvormen echt het verschil maakt. Fukkink noemt in zijn oratie ook dat VVE-groepen niet opvallend beter scoren op onderdelen waar dat verwacht mag worden. De kwaliteit van de activiteiten, maar ook van de stimulering van geletterdheid en gecijferdheid is laag in alle kindercentra. Dat is een opvallende conclusie gezien de enorme investeringen die vanuit de overheid zijn gedaan -en nog steeds worden gedaan- in Vroeg- en Voorschoolse Educatie en de enorme uitrol van deze programma’s in peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en bij gastouders.

Trainingen pm’ers

De beste manier om te investeren in pedagogische kwaliteit is investeren in de pedagogisch medewerker. Maar volgens Fukkink moet daar wel een idee achter zitten en is het zaak alleen te investeren in bewezen aanpakken. Uit een longitudinale en nog niet gepubliceerde studie blijkt dat pedagogisch medewerkers tijdens hun studie ieder jaar groeien in hun interactievaardigheden. Deze groei zet in de eerste vijf jaar van hun loopbaan door, maar komt daarna volledig tot stilstand. Fukkink kijkt kritisch terug op hoe BKK-gelden in het verleden zijn gebruikt om de pedagogische kwaliteit te verbeteren. In het eerste programma was er uiteindelijk keuze uit 750 cursussen waarvan veruit de meeste geen bewezen effect hebben op kwaliteit.

Video-feedback

Video-interactiebegeleiding kan volgens wetenschappelijk onderzoek een effectief middel zijn om interactievaardigheden van pm’ers te verbeteren. Uiteraard moet het dan wel op de juiste manier worden ingezet. Een tweede wetenschappelijk bewezen methode is de inzet van een pedagogisch expert op de groep die leerdoelen ‘on the job’ met medewerkers en de leidinggevende naar de praktijk vertaalt. Onder andere Katrien Helmerhorst heeft hier onderzoek naar gedaan. Een andere voorwaarde voor effectieve trainingen is dat de trainer in kwestie zelf goed getraind moet zijn in een gecertificeerd opleiderstraject.

Pedagogisch expert

Tot nu toe lijken andere kwaliteitsstimuleringen nog weinig effect te hebben. Er is geen relatie gevonden tussen het hebben of volgen van een HKZ-certificaat, de NCKO-Kwaliteitsmonitor, het Pedagogisch kader, VVE-programma of BKK-cursussen en de pedagogische kwaliteit. Maar gaat een pedagogisch expert met de programma’s op de praktijkvloer aan de slag, dan kan dat wel een sleutel naar meer kwaliteit zijn. Hoogleraar Fukkink pleit er dan ook voor om eerst te investeren in de kwaliteit van de kwaliteitsimpuls van de kinderopvang. ‘We bewandelen zo de weg van kleine studies naar grote programma’s en van effecten op de staf naar effecten op kinderen. Deze route is in het verleden wel eens andersom afgelegd.’

Lees in het oktobernummer van Management Kinderopvang een uitgebreid interview met Ruben Fukkink.

Meer lezen van Ruben Fukkink? Lees ook zijn weblogs op Kinderopvangtotaal!

2 REACTIES

  1. Helemaal eens met bovenstaande reactie. daarbij wil ik nog melden dat er bakken vol met geld gepompt kunnen worden in training/coaching van de pm-ers. Maar er moet ook gekeken gaan worden naar de orthopedagogen die zeggen dat ‘het VVE’ concept niet aanslaat en geschikt is voor de kindjes van deze leeftijd.. Misschien stellen we gewoon te hoge eisen aan onze kinderen?? Denk daar eens over na. Kinderen ontwikkelen in eigen tempo.. Maar op deze leeftijd moeten ze proef waardig zijn voor de basisschool….. Onmogelijk.. bij sommige kindjes werkt dit wel en andere niet.. Daarbij hebben we te maken met kinderen uit andere culturen.. Waarvan ik merk dat ouders regelmatig slecht of geen Nederlands spreken spraakproblemen komen hierdoor ook moeilijker boven water, want dit is totaal iets anders dan taalachterstand. En laten we het niet hebben over de groep kinderen die extra zorg nodig hebben en ook op de reguliere VVE speelzaal belanden, terwijl ze eigenlijk naar een MKD zouden moeten. Ouders zijn daar soms nog helemaal niet bezig of aan toe en daarbij zijn de wachtlijsten op de MKD’s bij ons in de regio hoog. Kortom er is veel meer dan trainen van pm-ers.. En dit los je al helemaal niet op met HBO-ers op de groep.

  2. Lees alle reacties
  3. Het enige dat ontwikkelingsstimulering werkt is volgens mij het kindvolgend werken. Er kan in de ontwikkeling van kinderen, zelfs al zijn ze van dezelfde leeftijd, zo enorm veel verschillen. Je kunt, naar mijn mening onmogelijk groepsgewijs VVE activiteiten aanbieden. Een voorbeeld over het kindvolgend werken wil ik jullie niet onthouden.
    De kinderen zijn aan het stoepkrijten. Ik pak ook een krijtje. Een meisje van bijna 4 vraagt mij om een rondje te tekenen. Dat doe ik. Vervolgens stel ik voor ook een vierkant te tekenen. En dan nog een driehoek en een rechthoek (leren van vormen). Vervolgens gaat een jongetje van net 3 jaar stippen maken. Hij vraagt of ik twee stippen (leren tellen) wil zetten in een rondje. Nou kun je stippen willekeurig neerzetten, maar ik zet ze zo neer dat het net ogen lijken. Dan reageer ik verbaasd, dat het wel een poppetje lijkt. Nog een streepje erbij en dan is het een echt poppetje. Het meisje van bijna 4 zegt dan, terwijl ze op haar hals wijst ‘nou moet hier nog wat, dat heb ik ook’. Ik vraag verder over wat dat dan is, hoe het heet of dieren dat ook hebben enz. Zo leren we over het menselijk lichaam, over dieren en ook over dat dezelfde dingen toch verschillend kunnen zijn.
    Zo zijn er nog vele voorbeelden te noemen.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.