De kinderopvang zit in een spagaat. Ouders willen steeds meer flexibiliteit, maar als professionals weten we dat die versnippering niet altijd het beste is voor het kind. Ruim een kwart van de stemmers vindt dat de grens van flexibiliteit bij twee dagen moet liggen. Minder dan een kwart van de stemmers vindt dat continuïteit niet in het aantal dagen, maar in vaste pm’ers op de groep zit.
Bestaansrecht kinderopvang
Tien procent van de stemmers vindt dat ouders in ieder geval één volle opvangdag per week afnemen om nog een beetje continuïteit in te bouwen. Ruim 20 procent van de stemmers is realistisch en zegt dat er niks te willen valt omdat de kinderopvang zonder flexibiliteit geen bestaansrecht heeft.
Imagoschade
De vraag is hoe ver je als branche moet gaan om ouders flexibiliteit te bieden. Ontwikkelingspsychologe (voorheen verbonden aan het NJi) Liesbeth Schreuder sprak zich een tijd geleden in een artikel in Management Kinderopvang kritisch uit over hoe ver de kinderopvangbranche gaat om ouders tegemoet te komen. ‘De kinderopvang moet ervoor waken niet zelf voor de grootste imagoschade te zorgen. Zij waarschuwt voor een boemerangeffect. ‘Gaan wij alleen mee met de wensen van ouders, dan moeten we ook niet verbaasd zijn dat ouders niks meer van ons verwachten op het gebied van ontwikkelingsstimulering. Op die manier raken we dus ook klanten kwijt.’
Vaste blokken
Zij zou liever zien dat de branche probeert zoveel mogelijk rekening te houden met de wensen van ouders, maar ook continuïteit voor het kind biedt. Dat kan door ouders die twee dagen opvang afnemen, te vragen die in vaste blokken te doen: maandag/dinsdag bijvoorbeeld. Dan hebben kinderen op die vaste dagen dezelfde pm’ers en dezelfde kinderen om zich heen.
Randuren
Een ander idee is om ouders meer kennis bij te brengen van instabiliteit tijdens de randuren (voor 8.30 uur en na 16.30 uur. ‘Ouders kunnen kiezen voor het vaste opvangpakket tussen 8.30 en 16.30 uur. In die tijd worden vaste groepen gegarandeerd en kan een dagprogramma worden uitgevoerd zonder onderbreking. Ouders kunnen extra uren opvang inkopen tijdens de randuren, maar wel in de wetenschap dat er dan andere pm’ers zijn, groepen zijn samengevoegd en er een rustig programma is.’
In 2013 sprak minister Asscher van Sociale Zaken de wens uit om de kinderopvang, onderwijs enzovoort te flexibiliseren. Asscher wilde ook maatregelen nemen die ervoor zorgen dat werknemers makkelijker afspraken kunnen maken over flexibel werken. Lees meer >>
of hebben we minder klanten omdat we zo flexibel zijn?
Stabiele groepen levert misschien op korte termijn minder, maar op langere termijn meer klanten op, want meer draagvlak.
We profileren onszelf nu als arbeidsmarktvoorziening met pedagogiek op de tweede plaats. Natuurlijk zoeken ouders dan ook andere oplossingen.
Ik maak ons pedagogisch beleidsplan momenteel samen met ouders en medewerkers. Van ouders hoor ik dan: als ik weet wat het belang is van groepsstabiliteit, dan wil ik best kijken of ik mijn werkdagen kan aanpassen.
Ouders willen best bijdragen aan de kwaliteit van kinderopvang. Als wij ze maar vertellen wat we daarvoor van ze nodig hebben.
Doet BOinK mee aan deze discussie? Ik ben benieuwd naar hun reactie!