Dat meldt de BMK.
Wat houdt de 3F-taaleis precies in? Waar moet je precies aan voldoen en hoe toon je dat aan? Het is tijd voor eenduidige informatie over deze IKK-taaleis, die per 1 januari 2025 geldt voor alle pedagogisch medewerkers in de kinderdagopvang, bso en peuteropvang. De Brancheorganisatie Kinderopvang (BK) schreef het document ‘De taaleis in de kinderopvang. Aantoonbaarheidseisen taaleis IKK en taaleis VE’, dat inhoudelijk werd afgestemd met de BMK, de ministeries van SZW en OCW, de MBO Raad, CNV, FNV en het OAK.
Hoofdregel
Vanaf 1 januari 2025 geldt één hoofdregel voor de taaleis IKK, VE én de diploma’s voor (gespecialiseerd) pedagogisch medewerker: pedagogisch medewerkers hebben gemiddeld een 5,5 of hoger behaald voor de drie deelvaardigheden Spreken, Gesprekken voeren en Luisteren én minimaal een 5,0 hebben behaald voor elke afzonderlijke deelvaardigheid. Bijvoorbeeld: als voor twee deelvaardigheden een 5,0 is behaald, kan dat gecompenseerd worden met een 6,5 of hoger voor de derde deelvaardigheid.
Overgangsregeling
Belangrijk om te weten is dat er per 1 januari 2025 diploma’s gaan afvallen die nu nog wél aantonen dat de gediplomeerde taalniveau 3F beheerst, zoals havo, vhbo en mbo4 van vóór uitstroomjaar 2014- 2015. Of ook het vwo-diploma als bewijs vervalt is op dit moment nog niet duidelijk. Maar goed nieuws: pedagogisch medewerkers die vóór 1 januari 2025 werkzaam zijn in de kinderopvang en op basis van de dan nog geldende eisen voldoen aan de taaleis IKK, voldoen ook na 1 januari 2025 aan de taaleis. Ook wanneer zij wisselen van werkgever.
Taaleis voorschoolse educatie
Om te kunnen werken op een groep met voorschoolse educatie (VE) moet ook aan taalniveau 3F worden voldaan. Niet alleen voor Mondelinge taalvaardigheid, maar ook voor Lezen. De taaleis VE voor medewerkers op een VE-groep is geleidelijk ingevoerd en geldt per 1 augustus 2019 voor alle pedagogisch medewerkers in de VE.
- Benieuwd naar alle aantoonbaarheidseisen voor de taaleis IKK en de taaleis VE? Bekijk het document >>