Ik volgde een ‘associate degree’ van de opleiding Pedagogisch Educatief Professional. We zaten in de les en de docent stelde de vraag: ‘Hoeveel procent van de woorden moet een kind kennen van een tekst, om het verhaal te begrijpen?’ De helft ongeveer dachten wij, sommigen ietwat lager. Maar niemand ging over die 50 procent heen. Ik zal je het goede antwoord verklappen: 90 procent! Een kind moet 90 procent van de woorden kennen om het verhaal te begrijpen. Dat is best veel. Zeker als je eens denkt aan dat ene kind op jouw groep.
Ken jij de taal al?
Dat lieve jongetje (3 jaar) dat net in Nederland is komen wonen en naar het kinderdagverblijf gaat. Je gaat één om één met hem zitten, want zo hebben jullie alle aandacht voor elkaar en het boek. Je leest het boekje voor dat dit thema centraal staat. Datzelfde boekje als alle andere kinderen al kennen van dezelfde leeftijd, maar die wél al een ruimere woordenschat hebben. Zou hij iets begrepen hebben van wat je vertelde? Zou hij één woord hebben onthouden en/of geleerd? Op welke manier heb jij hem precies geholpen?
‘Kijk eens kritisch naar hoe je deze kinderen begeleidt’
Doe het wél na!
De docent wilde dat wij ons verplaatsen in dat kind. Zij begon een boek voor te lezen van ‘de Gruffalo’. Maar niet in de Nederlandse taal, maar de Franse taal. (Het was toen nog geen bekend verhaal). Ze vroeg ons daarna waar haar verhaal over ging, of we onze aandacht bij het boek konden houden, welke woorden wij hadden onthouden. Je kunt je nu vast inbeelden wat ons reacties waren. Ik wil je eens uitdagen. Kijk eens of je zo’n boek kunt vinden in een andere taal. Of vraag een anderstalige ouder om te komen voorlezen aan jou en je collega’s in een andere taal dan Nederlands. Vraag diegene om een boek mee te nemen dat jullie niet hebben en bespreek daarna met elkaar of je het verhaal begreep en hoe het voelde om op deze manier naar een verhaal te luisteren.
Eyeopener
Met dit verhaal wil ik je een eyeopener bieden. Kijk eens kritisch naar hoe je deze kinderen begeleidt. Zorg dat je de vorige stappen niet overslaat. Begin eerst eens met simpele woorden, pak de woordenlijst van de dreumesen erbij en maak het zo verbeeldend als je kunt. Wijs het aan, laat ze dingen voelen en beleven. Kijk naar het niveau van het kind en pas je aanbod daarop aan. Lees daarbij elke dag voor in de groep. Volgens onderzoek leert een kind in één jaar duizend nieuwe woorden als je elke dag een kwartier voorleest. Maak het jezelf dan ook makkelijk, want er moet al zoveel in de kinderopvang. Vraag ouders, grootouders of medewerkers van een bibliotheek om voor te lezen, vraag kinderen van de bso. Denk in mogelijkheden en oplossingen. Lezen moet leuk zijn voor de kinderen én de pedagogisch medewerkers!