Er zijn een aantal kenmerken gevonden die een significant verband houden met later optredende onderwijsachterstanden. Kenmerken die dus als een soort van ‘voorspeller’ fungeren. Altijd wel op een statistisch niveau natuurlijk, dus er zijn uitzonderingen op de regel. Huishoudens waar thuis niet-Nederlands gesproken wordt is bijvoorbeeld zo’n voorspeller, en kinderen van wie de ouders een laag inkomen hebben blijken ook ‘at risk’. De criteria worden soms bijgesteld; zo is het lang de vraag geweest of het nou het opleidingsniveau van de ouders is óf het inkomen die een risicofactor kan vormen. Best ingewikkelde materie want die twee dingen gaan uiteraard vaak samen.
Waarom zijn die kenmerken belangrijk?
Het ministerie van OCW, die de portefeuille onderwijsachterstandenbeleid beheert, heeft informatie nodig om de doelgroep af te bakenen en om de middelen te beschikken. Het OAB wordt namelijk als totaalpakketje weg-gedelegeerd naar de gemeenten, die dat moeten omzetten in beleid en uitvoering. Het ministerie hanteert daarvoor CBS-criteria. Ze worden zo genoemd omdat het Centraal Bureau voor Statistiek de criteria stelt en dan meteen uitrekent over hoeveel kinderen het gaat en hoe ze over Nederland ongeveer verspreid zijn. Vandaar dat de ene gemeente veel meer geld krijgt voor het onderwijsachterstandenbeleid dan een andere gemeente; vergelijk Wassenaar met Rotterdam maar eens. Maar het CBS verzint het dus niet helemaal zelf, maar maakt gebruik van dergelijk onderbouwde gegevens.
‘Kinderen met laagopgeleide moeders zijn kennelijk slechter af’
Laagopgeleide moeder
Nou is er een poosje geleden een risicofactor toegevoegd aan het lijstje van de CBS-criteria. En dat is die van de laagopgeleide moeder. Ik wist dat niet, maar ik kwam het op meerdere pagina’s tegen in het precool-rapport 2022*. En nou krijg ik het niet meer uit mijn hoofd.
Kinderen met laagopgeleide moeders zijn kennelijk slechter af.
Kinderen met laagopgeleide moeders lopen een statistisch hoger risico op onderwijsachterstanden.
Je zult maar zo’n laagopgeleide moeder zijn.
Op zoek
Nu de laagopgeleide moeder op het lijstje staat van risicofactoren, betekent het dat gemeenten extra hun best moeten gaan doen om de kinderen van laagopgeleide moeders te bereiken. Want het schijnt dat die op dit moment nog veel te weinig bereikt worden en helemaal niet gesignaleerd worden als kinderen met risico op onderwijsachterstanden. Er zit maar één ding op: we moeten allemaal dus op zoek dus laagopgeleide moeders.
Ik begrijp het niet en eigenlijk wil ik het ook niet begrijpen. Volgens mij hebben we nu de grens bereikt van wat we als kinderopvang gewoon uitvoeren ‘omdat het moet’, en waar we zelf ons gezonde verstand en onze moraliteit aan het werk moeten zetten. De kinderopvang, die de kant van gezinnen kiest, die uitgaat van gelijkwaardig partnerschap in de opvoeding.
Meer weten over de publicaties van Betsy? Check betsyvandegrift.nl
- LESEMAN, P. and A. VEEN (2022). “Het pre-COOL cohort tot en met groep 8.”