Het tekort aan gekwalificeerd personeel wreekt zich vooral in relatie tot een groeiende vraag naar kinderopvang in Nederland. Die groei hangt als eerste samen met economische groei. Die vraagt om een hogere arbeidsparticipatie en dat leidt weer tot een toenemende vraag naar kinderopvang. We zaten nog even met samengeknepen billen te wachten op een recessie – die zou kunnen leiden tot krimp in de vraag – maar vooralsnog is daar niet veel van te merken.
De andere oorzaak is verruiming van de overheidsfinanciering van de kinderopvang. Het motto van het huidige regeerakkoord is ‘bijna gratis’. Enerzijds om de toegankelijkheid van de kinderopvang te vergroten voor iedereen (dat wil zeggen voor iedereen die werkt), maar ook omdat men na de dramatische mislukking van de kinderopvangtoeslag, de toelage perse los wil koppelen van het aantal gewerkte uren en het inkomen.
Niet voldoende personeel en locaties
Tussen 2011 en 2014 hebben we al gezien dat de ‘out of pocket kosten’ van ouders voor de kinderopvang van grote invloed zijn op de vraag naar formele kinderopvang. Ouders haakten op grote schaal af toen die erg duur werden. Iedereen had dus ook kunnen voorzien dat het bijna-gratis maken van de kinderopvang en tegelijk het loskoppelen van de arbeidsduur zou leiden tot een toename van de vraag. En dat aan die vraag amper of niet tegemoetgekomen kan worden gekomen, omdat er niet genoeg (goed) personeel is. Maar ook het vinden van geschikte en betaalbare locaties is in dit overbevolkte land, waarbij iedere vierkante meter telt, een bijna onmogelijke opgave. Daar is op heel veel plekken en door heel veel woordvoerders al uitgebreid op ingegaan; gaan we nu niet dunnetjes overdoen.
‘Er is een alternatief en het alternatief is gewoon doorgaan met waar je goed in bent en niet verder willen springen dan je polsstok lang is’
Totale ontkenning
Wat wel een beetje onderbelicht is gebleven, is de keuze die aanbieders kunnen maken in de verdeling van de schaarste. De eerste keuze die er is, is die van een totale ontkenning van de bijna-gratis kinderopvang die de overheid graag geregeld zou willen hebben. Houd je gewoon bij je eigen aanbod, koester je personeel en draag zorg voor een optimale beschikbaarheid voor de ouders waar je betekenisvol voor wilt zijn. Niet groeien, niet uitbreiden, niet hannesen, niet knippen en plakken, maar focussen op een kwalitatief goed en betrouwbaar aanbod. Waar niets is, verliest de keizer zijn recht, toch?
Een tweede optie is om de omvang van het aanbod te beperken. Dat gebeurt nu ook al, maar veelal op adhoc basis. Voor de klanten is dat een onrustige toestand en als je, zoals ik, de verhalen van jonge moeders bij de kapper aanhoort, dan zijn ze daar erg ontevreden over: ze weten niet waar ze aan toe zijn en moeten alsnog een paar keer per week zelf oppas regelen.
Vakantiesluiting of inperking roosteruren
Beter kies je voor een structurele aanpak. Zo kun je bijvoorbeeld weer een vakantiesluiting invoeren (de oude rotten onder ons weten nog prima hoe dat ging in de jaren 80 en 90). Je kunt je personeel dan tegelijk uitroosteren voor vakanties en inzetten op de andere weken waarin je wel open bent. Ook het aantal uren per dag dat je levert kun je inperken: iets later beginnen of iets eerder sluiten. Ook daarmee heb je minder roosteruren nodig die je prima op een ander moment kunt gebruiken. Zeker, een deel van de klanten zal teleurgesteld zijn, maar daar staat tegenover dat de betrouwbaarheid van je aanbod in termen van kwaliteit en kwantiteit een stuk voorspelbaarder wordt.
Laat groeiambities vallen
En tot slot: laat die groeiambities vallen. De verleiding is groot om in tijden van (relatieve) hoogconjunctuur je organisatie te laten groeien. En zeker als er ergens in je verzorgingsgebied IKC-vorming plaatsvindt, moet je wel heel erg op je handen blijven zitten wil je niet mee willen doen binnen zo’n IKC. Voor sommige directeuren bestaat er daartoe ook een inhoudelijke drive, maar vaker is het een soort positionering: zo’n marktkans wil je natuurlijk liever niet laten lopen.
Maar er is dus een alternatief en het alternatief is gewoon doorgaan met waar je goed in bent en niet verder willen springen dan je polsstok lang is. Als aanbieders én als sector.
Een heldere kijk op wat ons in de kinderopvang nog te wachten staat. Zowel voor grote als voor kleine organisaties. Want zeg nou zelf, niemand is toch gebaat bij slechte, half georganiseerde kinderopvang??
Mooi artikel en zo roerend mee eens. Laat je niet gek maken en dus “stoïcijns” doorgaan op de weg waar je mee bezig was!