Helemaal eens met Reinoud, dit wordt een enorme “vinklijst”, waarbij veel houders achteraf een administratie in elkaar moeten zetten die “klopt”. Verbazingwekkend is steeds dat de GGD liever de papieren controleert dan de werkelijkheid.

Volgens de BK noteren nog niet alle houders de breng- en haaltijden van de opgevangen kinderen. Hoe kan de toezichthouder dan controleren of die houders zich aan de (huidige of nieuwe) 3 uursregeling houden? Afhankelijk van de GGD regio en de gemeente waar de locatie van die houder zich bevindt, kan dit als consequentie hebben dat er vervolgens door de betreffende gemeente op gehandhaafd wordt. In de praktijk zijn er grote verschillen hoe gemeenten hiermee omgaan. Zeker in gemeenten waar er hiertegen streng tegen wordt opgetreden door het opleggen van bestuurlijke boetes is het niet verstandig om – om wat voor reden dan ook – maar af te zien van het registreren van de breng- en haaltijden. De BMK stelt dat vertrouwen de basis zou moeten zijn.; daarvan is echter geen enkele sprake ook niet in de concept regelgeving. De BK stelt op haar beurt dat toezichthouders rekening zouden moeten houden met het feit dat de breng- en haalperiodes drukke momenten zijn en dat de administratie dan niet de eerste prioriteit is. Dat zullen veel toezichthouders ongetwijfeld (gaan) doen. Het kan echter ook gebeuren dat een toezichthouder op basis van de administratie een overtreding constateert omdat er aan het einde van de dag 6 nul- en eenjarigen tegelijk om 18.16 uur (administratief) zijn afgemeld; de toezichthouder het ook aannemelijk vindt dat die 6 kinderen niet allemaal tegelijk zijn opgehaald; wel tot een overtreding concludeert; de gemeente een boete oplegt van 2.500 euro die vervolgens in bezwaar en in beroep in stand blijft. Reden: de administratie dient op orde te zijn. Advies aan houders is dan ook om – van te voren – goed te controleren bij de lokale GGD en de betreffende gemeente hoe de 3 uursregeling wordt beoordeeld en wat het handhavingsbeleid van de gemeente is.