Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Welke gevolgen heeft de extra verhoging maximum uurprijs voor gesubsidieerde peuteropvang en VE?

De maximum uurprijs voor 2023 stijgt met 0,94 procent extra voor alle vormen van kinderopvang, waaronder peuteropvang. Deze extra verhoging heeft gevolgen voor de subsidie en de ouderbijdragen voor peuteropvang en voorschoolse educatie (VE). ‘Er moet goed naar de consequenties worden gekeken’, zegt Angelique de Leeuw van De Leeuw Advies. Wat betekent dit voor gemeenten en ouders?
welke-gevolgen-heeft-de-extra-verhoging-maximum-uurprijs-voor-gesubsidieerde-peuteropvang-en-ve
Beeld: AdobeStock

Let op: dit artikel is gepubliceerd voordat de Tweede Kamer donderdagmiddag 15 december instemde met het verzoek om nog eens 45 miljoen euro extra vrij te maken voor een verhoging van de maximum uurprijzen voor 2023. Wat dit betekent voor de uurprijzen wordt nog bekend gemaakt.

De sector is blij met de extra verhoging van de maximum uurprijzen (uitgekeerd middels kinderopvangtoeslag aan ouders) voor alle vormen van kinderopvang. Het is misschien een druppel op de gloeiende plaat, maar het leek er eerder nog op dat er in 2023 geen enkele compensatie meer zou komen voor ouders voor de relatief lage indexering van slechts 5,6 procent van de maximum uurprijzen.

Uurprijzen omhoog met 0,94 procent extra

Van Gennip maakte op de valreep in een brief aan de Tweede Kamer bekend dat de uurprijzen voor 2023 toch nog met 0,94 procent extra verhoogd worden. Bekijk hier welke maximum uurprijzen er per 1 januari 2023 gelden voor dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang.

Peuteropvang

De extra verhoging van de maximum uurprijzen heeft ook gevolgen voor de peuteropvang. Hoewel de extra verhoging beperkt is, moet toch goed worden gekeken naar de consequenties, stelt Angelique de Leeuw van De Leeuw Advies.

Gevolgen voor ouderbijdragen

De Leeuw: ‘Deze extra verhoging heeft in de meeste gemeenten gevolgen voor de subsidie en de ouderbijdragen voor de peuteropvang en voorschoolse educatie (VE). Deze verhoging heeft gevolgen voor de ouderbijdragen voor de peuteropvang. Deze verandering moet worden doorgevoerd en aan ouders worden gecommuniceerd. Een groot nadeel daarbij is ook dat voor ouders die een ouderbijdrage betalen op basis van de VNG-adviestabel of het landelijk maximum uurtarief, de ouderbijdrage juist iets hoger wordt in plaats van iets lager. Voor ouders die een hoger uurtarief betalen wordt de ouderbijdrage wel iets lager.’

Gemeenten

Voor gemeenten kan het zijn dat de extra verhoging van bijna 1 procent niet meer past binnen het subsidiebudget, omdat de subsidies voor 2023 al zijn vastgesteld en er geen extra financiële ruimte meer is voor de verhoging van de subsidie voor peuteropvang met 0,95 procent. ‘Gemeenten die de beschikkingen 2023 al hebben verstuurd moeten deze mogelijk herzien. Het kan ook formeel nodig zijn om het college opnieuw een besluit te laten nemen over de gehanteerde tarieven of het gehanteerde budget’, stelt De Leeuw. ‘Gezien de gevolgen van deze late en beperkte extra verhoging is het een legitieme vraagt of het wel noodzakelijk en wenselijk is om deze verhoging voor 2023 ook voor de gesubsidieerde peuteropvang door te voeren. Als de gemeente ervoor kiest om de verhoging door te voeren, dan moeten aanbieders in actie komen om hun ouders te informeren over de verandering van de ouderbijdrage.’

Drie opties voor gemeenten

Volgens De Leeuw hebben gemeenten de volgende opties hoe om te gaan met de extra verhoging van de maximum uurprijs voor gesubsidieerde peuteropvang/VE:

  • Geen verhoging doorvoeren

De gemeente kan ervoor kiezen om deze verhoging niet door te voeren. Als dit in de subsidieregeling als zodanig is opgenomen kan men een beroep doen op de zinsnede als: “tenzij er gegronde redenen zijn voor het college om hiervan af te wijken”. Het niet willen verhogen van de ouderbijdrage of het bereiken van een subsidieplafond kan daarvoor een goede grond zijn.

  • Uitstel van verhoging naar volgend jaar

De gemeente kan eventueel met de aanbieders afspreken om de verhoging volgend jaar, bij de eindafrekening, met terugwerkende kracht te corrigeren. Gezien de beperkte verhoging van 1%, zal dat in veel gevallen geen onredelijke afspraak zijn en dit scheelt voor nu veel (gehaast) werk. Aanbieders zullen dit wel graag formeel vast willen leggen.

Ook moeten afspraken worden gemaakt over de ouderbijdragen in 2023. Als deze wordt aangepast is het te overwegen om dit bijvoorbeeld met ingang van 1 februari 2023 te doen.

  • Verhoging doorvoeren

De gemeente kan ervoor kiezen om de verhoging per 1 januari 2023 conform de regels door te voeren. Afhankelijk van de noodzaak van een aanvullend collegebesluit en de status van de subsidiebeschikkingen kan dat veel extra werk opleveren. Subsidiebedragen moeten dan opnieuw worden berekend en aanbieders moeten hun ouders informeren over de verandering van de ouderbijdrage. Het is wenselijk om in overleg met de aanbieders te kijken wat haalbaar is.

Formeel moeten de meeste gemeenten in actie komen, omdat de koppeling aan het landelijk maximum uurtarief voor de kinderopvangtoeslag, het gebruik van de VNG-adviestabel en/of de gebruikte index in de subsidieregeling is vastgelegd, stelt De Leeuw. ‘In overleg met de aanbieders kan worden gekeken welke (combinatie) van de opties voor de gemeente en aanbieders het beste is.’

Tarieven ouderbijdrage

De Leeuw berekende wat de extra verhoging voor gevolgen heeft voor de ouderbijdragen (gebaseerd op de VNG-adviestabel) voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag. Voor ouders met een jaarinkomen tot 21.278 euro verandert er niets. Ouders met een jaarinkomen tussen 21.279 en 32.715 euro gaat de ouderbijdrage per maand 0,27 euro omhoog. Voor de hoogste inkomens (vanaf 121.966 euro) stijgt de ouderbijdrage met 1,60 euro per maand. ‘Voor ouders met recht op kinderopvangtoeslag heeft de verhoging van de uurprijs van 8,97 naar 9,06 euro een vergelijkbaar effect op de hoogte van de ouderbijdragen als voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag. De tabel van de kinderopvangtoeslag kent echter veel meer inkomensgroepen, waardoor de verhogingen tussen de inkomensgroepen meer geleidelijk oploopt’, licht De Leeuw toe.

Lees meer over de kinderopvangtoeslag en hoeveel procent ouders zelf moeten bijbetalen voor kinderopvang op de website van de Rijksoverheid

Het Sectorrapport Kinderopvang Jaarcijfers 2021 van het Waarborgfonds & Kenniscentrum Kinderopvang staat weer online! In dit rapport vind je een objectieve en onafhankelijke weergave van de financiële ontwikkeling van de sector kinderopvang. De hoofdconclusie: de sector staat voor grote uitdagingen. Lees meer

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.