Hoewel de wachtlijsten in de kinderopvang drie jaar lang (2012-2015) nagenoeg gelijk bleven, komen er nu vaker reservelijsten voor. Dat geldt met name voor grote gemeenten als Amsterdam, Den Haag en Utrecht, maar ook voor steden buiten de randstad als Groningen en Nijmegen. Het AD sprak onder andere met Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) en ouderorganisatie BOINK.

Wachtlijsten

De wachtlijsten vormen zich vooral voor de maandag, dinsdag en donderdag. Monique Wittebol van de BMK: ‘Op woensdag en vrijdag is in de steden meestal nog wél plaats. Daar is minder vraag naar, omdat veel ouders dan zelf vaak vrij zijn.’

Economisch herstel

Voorzitter van BOINK Gjalt Jellesma legt uit dat de groei allereerst te maken heeft met het economisch herstel. ‘In de crisisjaren zagen steeds meer ouders zich gedwongen gebruik te maken van ‘informele opvang’: opa’s en oma’s, buurvrouwen en andere ouders. Nu durven vooral de ouders met een iets hoger inkomen wel weer een contract met de kinderopvang aan.’

Bijdrage overheid

Dat de overheid weer meer bijlegt, maakt ook veel verschil, volgens Jellesma. ‘Laagopgeleide ouders zijn in de periode 2010-2014 massaal afgehaakt omdat ze steeds minder toeslag kregen. Ook veel midden- en hogere inkomens zagen het niet meer zitten, toen de werkgeversbijdrage werd afgeschaft, Toen werd het voor bijna iedereen stukken duurder.’

Reservelijst

De kinderopvangorganisatie 2Samen in Den Haag en Westland had in juni 2016 nog 5800 kinderen, nu zijn het er 6100. Dat betekent volgens woordvoerster Nicole van Bohemen op sommige locaties inderdaad een reservelijst. ‘Waar nodig breiden we uit met een extra groep. Maar dat moet, qua huisvesting, wel mogelijk zijn.’

Wisselend

In Gelderland en Brabant is het beeld wisselend. In sommige steden, zoals Nijmegen, worden ouders ‘incidenteel teleurgesteld’, en ook in Brabant wordt de kinderopvang populairder in ‘welgesteldere wijken’. Van wachtlijsten is daar nog geen sprake. ‘Wij hebben hier de afgelopen jaren te maken gehad met veel ondercapaciteit: onze bezettingsgraad was van 95 procent in topjaar 2011 gedaald naar zo’n 45 procent in 2015. We hebben dus genoeg ruimte om weer te kunnen groeien’, vertelt Geert de Wit, bestuurder bij Kinderstad.

Vastigheid

BMK en BOINK hopen dat het nieuwe kabinet voor meer vastigheid zorgt. Wittebol: ‘Ouders willen, nu het beter gaat met de economie, graag weer gebruik van de kinderopvang maken maar blijven huiverig over de rijksbijdrage. Ze vragen zich af of de kosten volgend jaar wel hetzelfde zullen zijn.’ Jellesma: ‘Ouders durven er niet vaak niet meer op te vertrouwen dat ze een deel terugkrijgen. Dat vertrouwen zou er wel moeten zijn.’

Bron: AD

In maart berichtten we nog over onderzoek naar de wachtlijsten van 2012 tot 2015. Op 1 september 2015 stonden er voor het kinderdagverblijf 2100 kinderen op de wachtlijst. In 2012 waren dit er nog 1600. De wachtlijsten in de buitenschoolse opvang bleven nagenoeg gelijk. Lees meer