Dat blijkt uit onderzoek aan de universiteit van Otago in Nieuw Zeeland.
Uit eerder onderzoek is al gebleken dat spel een positief effect heeft op gedragsproblemen bij kinderen. Uitgangspunt van het onderzoek was dan ook dat kinderen zichzelf leren te reguleren door te spelen. Ze leren om te wachten op hun beurt, op de bal te letten en dat zij hun frustraties moeten beteugelen als ze verliezen. De onderzoekers wilden kijken wat het effect zou zijn als ouders vaker met hun kinderen zouden spelen. Zou het gedrags- en ontwikkelingsproblemen kunnen voorkomen of bijsturen?
ENGAGE
Aan het onderzoek deden 60 Nieuw-Zeelandse families mee, met kinderen van 3 of 4 jaar oud. De kinderen scoorden hoger op hyperactiviteit dan gemiddeld en gingen naar een kinderopvang of namen deel aan een ander voorschools programma.
Een deel van deelnemers mocht meedoen aan de door de onderzoekers ontwikkelde interventie op basis van gestructureerd spel, ENGAGE, dat staat voor Enhancing Neurobehavioural Gains with the Aid of Games and Exercise. Deze ouders moesten elke week gedurende 30 minuten verschillende spellen spelen met hun kind. In alle spellen moest het kind op de één of andere manier het eigen gedrag reguleren.
Triple P
Een ander deel van de groep deed mee aan een bestaande en veelgebruikte methode om kinderen met gedragproblemen te behandelen, het Positief Pedagogisch Programma (Triple-P). Triple P biedt opvoedingsondersteuning voor ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar.
Spel met ouders heeft hetzelfde effect
Uit het onderzoek bleek dat de ENGAGE-aanpak hetzelfde positieve effect had op het gedrag van de kinderen als het Triple P programma. De onderzoekers zien hun interventie op basis van spel met ouders dan ook als een mooie aanvullende manier om jonge kinderen met gedragsproblemen bij te sturen en de ontwikkeling van gedragsstoornissen te voorkomen. ‘Naast bestaande technieken en programma’s en medicatie, vormt het spelen van spellen met ouders een eenvoudige, toegankelijke, goedkope manier om jonge kinderen met probleemgedrag te behandelen,’ schrijft de universiteit. De universiteit wijst met name op de mogelijkheden voor heel jonge kinderen, waar medicatie nog niet wenselijk kan zijn.
Ook na twaalf maanden zelfde effect
De ouders bleken heel betrokken te zijn bij beide interventies. Ze gebruikten de strategieën die hen werden aangeboden. De ouders rapporteerden minder probleemgedrag zoals hyperactiviteit, aandachtsproblemen en agressie. Deze vermindering bleef ook standhouden tot 12 maanden na de interventie.
