De zeven basisscholen die sinds 1 augustus deelnemen aan een proef met flexibele lestijden zijn tot nu toe erg enthousiast. Eén van de weinige knelpunten is de combinatie met de kinderopvang waar een andere wet- en regelgeving geldt, waardoor samenwerken bemoeilijkt wordt.

Dit blijkt uit een brief van de minister van Onderwijs Marja van Bijsterveldt aan de Tweede Kamer. Dit is het eerste tussenrapport dat over de proef verschijnt. De scholen doen mee tot 1 augustus 2014. Vanaf volgend schooljaar doen er vijf extra scholen mee aan de proef.

Vakantie en lestijd afwisselen
In het project mogen scholen en ouders zelf bepalen wanneer er les wordt gegeven en wanneer het vakantie is. Het voordeel daarvan is, dat niet alle leerlingen tegelijkertijd aanwezig zijn, waardoor er meer individuele aandacht kan worden gegeven. De scholen mogen onbeperkt schoolweken van 4 dagen aanbieden. Voorwaarde is wel, dat de kinderen voldoende les krijgen. Daar voldeden de scholen aan; ze maakten zelfs meer gebruik van de onderwijstijd dan verplicht is.

Inroosteren
Het is nog te vroeg om te kunnen zien of de flexibele lestijden ook effect hebben op de onderwijskwaliteit. Naast de moeizame samenwerking met de kinderopvang, is het inroosteren een tweede knelpunt. Leerkrachten hebben volgens de onderwijs-cao recht op twaalf weken vakantie. Maar dat is nog niet zo eenvoudig te realiseren met de flexibele lestijden.

Dagarrangementen
Dit project loopt tegelijkertijd met een experiment van het ministerie van Sociale Zaken waar kinderopvang onder valt. Hier krijgen vijftien kinderopvangorganisaties de kans om te experimenteren met dagarrangementen in samenwerking met het onderwijs. Dit project loopt tot halverwege 2016.

Bron: NU.nl
ANP Photo, Marco de Swart