Jantje Beton roept gemeenten op om buurten kind- en speelvriendelijker in te richten en kinderen zelf daarbij te betrekken. Dat is hard nodig, want meer dan een op de vijf kinderen speelt in hun vrije tijd niet of slechts eenmaal per week vrij buiten. Vooral in (sterk) stedelijk gebied is de situatie nijpend.
Vrolijk en blij
Ruim 80 procent van alle kinderen in de basisschoolleeftijd wordt vrolijk en blij van buitenspelen. Vooral kinderen in de leeftijd van negen tot en met twaalf geven aan dat buiten spelen ze ook sterk en gezond maakt. Vier op de tien kinderen vindt de speelomgeving in de eigen buurt (stoepen, pleintjes en speelplekken) saai. Dit geldt vooral voor kinderen in de leeftijd van negen tot en met twaalf jaar en kinderen die wonen in (sterk) stedelijk gebied. Van de kinderen die opgroeien in een stedelijke omgeving speelt één op de vier in zijn vrije tijd zelfs nooit of slechts eenmaal per week vrij buiten.
Avontuurlijke spelletjes
Favoriete speelplekken van kinderen zijn de natuur, een schoolplein of grasveld. Ze houden vooral van avontuurlijke en niet-voorgeprogrammeerde spelletjes. Helaas is hun buurt voor de avontuurlijke spellen die ze graag doen, zoals klauteren, klimmen en hutten bouwen, minder geschikt. Voor driekwart van de kinderen in de leeftijd van negen tot en met twaalf jaar zou het buiten spelen leuker worden wanneer hun leeftijdsgroep meer mogelijkheden wordt geboden.
Geïsoleerde speelplek
Rob van Gaal, directeur Jantje Beton: ‘Het positieve aan dit onderzoek is dat ruim de helft van de kinderen wel degelijk te motiveren is om vaker buiten te spelen als hun omgeving genoeg uitdaging en afwisseling biedt. Kinderen weten als geen ander wat buiten spelen zo leuk maakt. Een geïsoleerde speelplek met alleen een glijbaantje daagt kinderen te weinig uit. Jantje Beton wil gemeenten laten zien dat door het toevoegen van eenvoudige speelelementen aan een bebouwde omgeving kinderen al sneller met meer plezier gaan spelen. En dat hoeft niet per definitie veel geld te kosten.’