Welk gedrag laten pedagogisch professionals bewust of onbewust zien tijdens een GGD-inspectie? Die vraag hield Mathelijne Smids, directeur-bestuurder Kinderopvang Berenhuis, en pedagogisch coach Rick Ploemen bezig. Zij zetten een online enquête uit, die door 1.186 pedagogisch professionals werd ingevuld.
Inspectiebezoek
Iedereen reageert anders op een inspectiebezoek. Maar toch zijn er ook veel overeenkomsten, blijkt uit de resultaten van de enquête. Smids en Ploemen: ‘Er zijn nog bruggen te bouwen tussen de inspecteurs en de pedagogisch professionals. Uit onderzoek blijkt dat eisen van stakeholders invloed hebben op emotioneel en vermijdend gedrag van onder andere pedagogisch professionals (Smids, 2017). In de opvang is de inspecteur de belangrijkste stakeholder die de meeste invloed uitoefent op hoe er wordt omgegaan met de belastende omstandigheden die een inspectie met zich meebrengt. Uiteraard is het gevoel dat een inspectie met zich meebrengt per persoon afhankelijk. Met het onderzoek is tevens achterhaald wat er volgens pedagogisch professionals nodig is om een inspectie zo ontspannen mogelijk te laten verlopen. Maar liefst 716 respondenten uit de kinderopvang en 470 respondenten uit de gastouderopvang namen deel aan het enquête-onderzoek.’
Nerveus, gespannen of onzeker
Daaruit blijkt dat 70 procent van de ondervraagden in de kinderopvang en 54 procent in de gastouderopvang nerveus, gespannen of onzeker is tijdens een inspectie. 49 procent van de kinderopvangmedewerkers voelt weerstand tegen de inspecteur, of wil vluchten. Bij gastouders is dat 20 procent. 21 tot 34 procent vindt een inspectie prima, niet bijzonder.
Onderzoeksresultaten
Bekijk de onderzoeksresultaten:
| Kinderopvang | Gastouderopvang | |
Het eerste gevoel bij de inspecteur: |
||
| weerstand of wil vluchten | 49% | 20% |
| uiterste best willen doen | 28% | 37% |
| het gesprek willen aangaan | 23% | 23% |
Het gevoel bij een inspectie: |
||
| nerveus, gespannen, onzeker | 68% | 54% |
| prima, niet bijzonder | 21% | 34% |
| strijdlustig | 11% | 12% |
Hoe de inspectie wordt ervaren: |
||
| noodzakelijk maar vreselijk | 57% | 46% |
| we krijgen verbeterpunten | 35% | 48% |
| grootste onzin of kans om ongenoegen te uiten | 8% | 6% |
‘Inspecteur mag vriendelijker zijn’
Smids en Ploemen: ‘Een eenduidige lijn van inspecteren wordt gewenst. De inspecteur mag volgens de ondervraagden vriendelijker, duidelijker of geruststellender zijn. Binnen de kinderopvang komt onzekerheid naar voren in de relatie met de leidinggevende en/of de organisatie. Bang om iets verkeerd te zeggen door ergens onvoldoende kennis van te hebben. Gastouders laat in vergelijking met de kinderopvang zien steviger in hun schoenen te staan. Zowel in de kinderopvang als gastouderopvang is er behoefte aan achtergrondinformatie over het waarom van een inspectie en begeleiding bij het wegwerken van onzekerheden.’
Smids en Ploemen hebben een praktisch workshop voor pedagogisch professionals ontwikkeld met de titel ‘Ojee, de GGD’.
Ik spreek als gastouder,
In maart net voor de sluiting door covid-19
Kwam de GGD inspectie doen bij mij. Ze is bijna 3 uur geweest. En heb een heel goed gesprek gehad. Onder tussen. Was ik wel met de kindjes bezig. Zij super lief. En meegaant dat was heel fijn. Het is echt verschillend. Heb ze ook gehad. Die langs kwamen op het moment we naar de speeltuin zouden gaan en de kids dus super druk waren. Dat vond ze niet fijn. Maar ja als je naar de speeltuin snap ik ook dat je gaat stuiteren. Waarschijnlijk had ze zelf geen kinderen. Begreep niks. Daar werd ik ook zenuwachtig van. Dus ligt wel degelijk aan de GGD er. Waarom we zo worden. Moet positief binnen komen. Niet als een (baas- macht) binnen komen