In principe verrichten zowel kinderopvangorganisaties als onderwijsinstellingen btw-vrijgestelde prestaties, namelijk het verzorgen van kinderopvang en onderwijs. Daarvoor hoeven beide partijen geen btw in rekening te brengen en mogen zij de btw op kosten die zij voor hun btw-vrijgestelde prestaties maken niet in aftrek brengen.
IKC
Maar bij integrale kindcentra (IKC) ligt dat anders: wanneer een onderwijsinstelling en een kinderopvangorganisatie samenwerken en in dat kader diensten aan elkaar verlenen of kosten delen, moeten partijen btw aan elkaar in rekening brengen. Bijvoorbeeld bij het uitlenen van personeel. Doordat zij deze btw niet mogen aftrekken, werk de samenwerking kostenverhogend.
Btw-oplossingen
Om deze zogenoemde btw-druk te voorkomen of te verminderen, geeft de Taskforce samenwerking onderwijs en kinderopvang in zijn advies “Tijd om door te pakken1 ” aan dat er praktische btw-oplossingen bestaan, maar dat niet altijd helder is wat op dit gebied wel en niet is toegestaan. In de nieuwe ‘Handreiking btw in de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang’ worden deze btw-oplossingen geschetst en toegelicht.
Twee samenwerkingsvormen
In de handreiking worden twee samenwerkingsvormen toegelicht. In het eerste deel wordt ingegaan op verschillende btw-oplossingen bij een contractuele samenwerking, waarbij de samenstelling van het bestuur van de onderwijsinstelling en het bestuur van de kinderopvangorganisatie niet op elkaar wordt afgestemd. Het tweede deel gaat over samenwerkingsvormen, waarbij het bestuur van de onderwijsinstelling en de kinderopvangorganisatie een personele unie vormen, alsmede de raad van toezicht van beide partijen. Ofwel: dat het bestuur van de onderwijsinstelling en de kinderopvangorganisatie door dezelfde personen worden gevormd én de raad van toezicht van beide partijen ook door dezelfde personen worden gevormd. Dit wordt op het niveau van het bestuur en toezicht ook wel een personele unie genoemd.
Let wel op: omdat btw-heffing aansluit bij de feiten en omstandigheden van het concrete geval verdient het aanbeveling dat onderwijsinstellingen en/of instellingen van kinderopvang aan de competente btw-inspecteur vragen of de wijze waarop zij hun samenwerking vormgeven leidt tot btw-heffing.
Personeel uitlenen
In deel 1 wordt uitgelegd welke opties er zijn om personeel voor beide organisaties te laten werken zonder dat dit leidt tot btw-heffing. Ook wordt beschreven hoe men met behulp van het “leerstuk kosten voor gemene rekening” de ene partij de kosten btw-onbelast kan doorberekenen aan de andere partij met wie wordt samengewerkt.
Eén btw-ondernemer
In deel 2 wordt ingegaan op het btw-ondernemerschap. “Een onderwijsinstelling en een kinderopvangorganisatie kunnen onder voorwaarden een fiscale eenheid voor de btw vormen. Als partijen een fiscale eenheid voor de btw vormen worden zij voor de btw aangemerkt als één btw-ondernemer. Hierdoor leiden prestaties die binnen de fiscale eenheid worden verricht niet tot btw-heffing. Het recht op aftrek van btw op kosten wordt op het niveau van de fiscale eenheid bepaald. Met andere woorden, alleen de btw-belaste prestaties die de fiscale eenheid voor derden verricht kunnen recht geven op aftrek van btw op kosten. (…) Voor het vormen van een fiscale eenheid voor de btw is nodig dat partijen btw-ondernemer zijn en in organisatorisch, financieel en economisch opzicht verweven zijn.” Het hoofdstuk gaat vervolgens op het btw-ondernemerschap en organisatorische, financiële en economische verwevenheid.
Download de Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang >>
