Dit zeggen de wethouders van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht in het NRC Handelsblad. Aanstaande woensdag en donderdag debatteert het kabinet over de 170 miljoen euro extra voor voor- en vroegschoolse educatie. Kinderen met een risico op een leerachterstand krijgen zestien uur vve per week.
Herverdelen
Maar de vier wethouders zouden liever zien dat alle peuters van 2,5 tot 4 jaar een aantal uur per week naar een voorschool mogen zodat peuters elkaar al op jonge leeftijd treffen. De gemeenten proberen dit nu al zoveel mogelijk te faciliteren, maar feit blijft dat de geldstromen van beide groepen kinderen (met en zonder taalachterstand) anders lopen en dat beide voorzieningen onder verschillende ministeries vallen. De grote gemeenten vrezen ook voor een eventuele herverdeling van de onderwijsachterstandsgelden. Minister Arie Slob zal hier de komende regeerperiode over beslissen.
Stelselwijziging
Eerder al bracht de Sociaal Economische Raad (SER) een vergelijkbaar advies uit. Ook de Onderwijsraad pleit voor één peutervoorziening vanaf 2,5 jaar, aangestuurd door één ministerie en onder regie van een basisschool. Het vorige kabinet wilde zich echter niet wagen aan zo’n grote stelselwijziging ‘terwijl onderzoeken naar de effecten niet eenduidig zijn’.
In een brief aan de ministeries van Onderwijs, Sociale Zaken en Volksgezondheid vroeg Gijs van Rozendaal van Kindcentra 2020 aandacht voor de toekomst van Integrale Kindcentra. In het regeerakkoord wordt wel geld vrijgemaakt voor een beter bereik in de voorschoolse periode. Van Rozendaal wil graag weten hoe dit een vervolg krijgt. Lees meer over deze brief
Voor een optimaal resultaat bij peuters met taal en ontwikkeling achterstand heb ik onlangs met een groep van 8 peuters gewerkt ipv 2 leidsters op een groep van 16 peuters. Het waren wel peuters vanaf 3 jaar, maar het bereik en efficiënte was echt veel groter.