In 2016 is er een motie ingediend door Yücel en Ulenbelt om het vierogenprincipe, in de lijn van het advies van de commissie Gunning, een verplicht onderdeel te maken van het veiligheidsplan en dat vast te leggen in het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.
Geen onderscheid
In deze motie werd geen onderscheid gemaakt tussen dagopvang en buitenschoolse opvang. ‘Daarom is voor gekozen om de motie breed te interpreteren en dit principe voor alle soorten opvang als verplicht onderdeel van het veiligheidsplan op te nemen. Dit in de veronderstelling dat zo de wens van de Tweede Kamer was uitgevoerd,’ schrijft Asscher bij de beantwoording van vragen van de Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Kritische vragen
Toen de brancheorganisaties middels een brief wezen op de grote nadelen van het opnemen van het vierogenprincipe in de bso in een brief aan de Tweede Kamer, werden er kritische vragen gesteld door de fracties van VVD, D66, GroenLinks, PvdA en SP. Naar aanleiding daarvan heeft de minister besloten om het vier-ogenprincipe niet op te nemen in de regelgeving voor de buitenschoolse opvang.
Bezwaren tegen vierogenprincipe in de bso
De BMK, Brancheorganisatie Kinderopvang, BOinK, Sociaal Werk Nederland en FNV Zorg en Welzijn hebben onlangs een brief gestuurd naar de Kamerleden met daarin hun zorgen over het invoeren van het vierogenprincipe in de buitenschoolse opvang. Lees meer