Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Elke donkere periode biedt kansen

Wat verwachten kinderopvangdirecteuren en -ondernemers van 2015 en hoe verliep 2014? Adviesbureau Linkin Business hield de thermometer weer eens in de branche. De koorts is nog niet over, maar dat betekent niet dat de branche weerloos ziek in bed ligt.
De grote vraag is of 2015 het jaar van het herstel is.
De grote vraag is of 2015 het jaar van het herstel is. - Foto: Pixabay

2014 was voor de kinderopvangbranche niet het jaar van voorzichtig herstel waar zo op gehoopt werd. Na een roerig 2013 bleef de vraaguitval in 2014 ongeveer op hetzelfde niveau. En het is nog maar de vraag of 2015 wél het jaar van herstel gaat worden. Linkin Business organiseert vanaf 2013 onderzoeken waarin beslissers in de kinderopvang via een panel worden bevraagd over de stand van zaken in hun organisatie. Dat levert een aardig beeld op van de vraagstukken waar branchegenoten mee worstelen en welke kansen zij zien. Het kinderopvangpanel van Linkin Business bestaat uit een vaste groep beslissers uit de branche die twee keer per jaar bevraagd wordt. Aan deze terugblik op 2014 en vooruitblik op 2015 deden 63 beslissers van diverse kinderopvangorganisaties mee. In deze groep had 42,9 procent te kampen met vraaguitval in 2014, gemiddeld met 15 procent. Dat is een hoog percentage, maar in 2013 was de schade nog groter. Toen nam de bezetting bij 52,6 procent van de panelleden af. Een kwart van de ondervraagden had in 2014 een hogere bezetting dan in 2013 en bijna een derde hield de bezetting ongeveer gelijk. Wat dat betreft lijkt de situatie bij deze groep rooskleuriger dan een jaar geleden.

Kosten reduceren

Linkin Business vroeg de beslissers hoe zij kosten hebben gereduceerd in 2014. Het vaakst werd het ontslaan van medewerkers genoemd (43,9 procent). Iets minder dan een kwart stelde geplande investeringen uit en nog eens een kwart sloot vestigingen in 2014. Eén op de zes organisaties investeerde minder in marketing. Uit het ‘Brancherapport’ van het Waarborgfonds Kinderopvang en Brancheorganisatie Kinderopvang bleek al dat kinderopvangondernemers de crisisjaren niet weerloos afwachten. Zij investeren juist of zoeken naar manieren om de omzet te verhogen. De panelleden van Linkin Business zochten bijvoorbeeld samenwerking met scholen of andere kinderopvangorganisaties om efficiënter te werken. Reinoud Bliek, eigenaar Linkin Business: ‘Men is in de branche kritisch gaan kijken naar de dienstverlening die wordt geboden. Er werd gekeken naar inkoop, planning en bijvoorbeeld het instellen van een gezamenlijk “service-center”. Door deze instelling zijn kinderopvangorganisaties de laatste jaren met name kwalitatief gegroeid.’

Onderscheiden

De vraaguitval werd door veel kinderopvangeigenaren aangegrepen om op zoek te gaan naar onderscheidend vermogen, bijvoorbeeld kleinschalige opvang of meer aandacht voor buitenspelen, natuur en milieu. Een eigenaar investeerde juist nu in buitenbedjes. Een ander besloot het activiteitenprogramma op de bso uit te breiden. Minister Asscher prees de kinderopvangbranche tijdens een debat over de kinderopvang voor de manier waarop ze veerkracht toonde. Kinderopvangorganisaties zijn meer gaan inspelen op de wensen van ouders, blijkt ook uit een antwoord van één van de panelleden: ‘We doen wat we beloven, zorgen voor korte lijnen en zijn betrokken bij ouders en kinderen.’ Bliek denkt dat investeren in onderscheidend vermogen het beste is wat kinderopvangondernemers nu kunnen doen. ‘Kinderopvangorganisaties die écht onderscheidend zijn, zijn ook succesvol. Hier liggen kansen, want aan besparingen zit voor veel organisaties een maximum.’

Lasten omlaag

Welke concrete acties ondernemen kinderopvangorganisaties om overeind te blijven? Meerdere panelleden probeerden hun huisvestingslasten omlaag te krijgen in 2014. ‘Wij zijn opnieuw in onderhandeling gegaan over de huisvestingskosten.’ En: ‘We maakten afspraken met de verhuurder over de lasten en de huren gingen omlaag.’ Ondernemers proberen hun medewerkers zo efficiënt mogelijk in te zetten. Iemand wijkt bijvoorbeeld af van de beroepskracht-kindratio op momenten dat dat kan. Een ander zegt ‘veel strakker op de beroepskracht-kindratio aan te sturen dan voorheen’. ‘Wij zetten medewerkers van het hoofdkantoor, huishoudelijk personeel en groepshulpen veel efficiënter in’, zegt nog iemand.

Bijna de helft van de panelleden verwacht dat 2015 gelijkwaardig verloopt met 2014. Geen groei, geen krimp. Daar zijn de beslissers wel wat optimistischer over gestemd dan in 2013 toen slechts een kwart dat dacht. Maar er zijn wel iets meer ondernemers die denken dat 2015 slechter wordt: ruim 19 procent denkt dit. In 2013 dacht nog ruim 15 procent van de ondervraagden dat 2014 slechter zou zijn dan 2013. Vooruitkijkend staat voor veel ondervraagden de harmonisatie hoog op de agenda, of de samenwerking binnen de brede school. Of de focus ligt op het bereiken van een bepaalde groep kinderen: ‘plaatsen van baby’s!’

Grote verschillen

De verschillen tussen de panelleden is groot. Een grote groep kijkt enigszins onzeker naar wat het komende jaar gaat brengen. ‘Ik ga dit jaar proberen om het verlies zo laag mogelijk te houden.’ En een ander panellid zegt ‘het hoofd hopelijk boven water te houden’. Er zijn zorgen over hoe ouders tevreden gehouden kunnen worden, terwijl er minder middelen zijn. Een aantal panelleden kijkt optimistisch vooruit en er is zelfs een ondernemer die zich zorgen maakt dat kinderen/ouders afgewezen moeten worden omdat op sommige centra alle groepen vol zitten. De meeste antwoorden zijn meer in de trant van ‘moeilijk om iedereen gemotiveerd te houden in deze tijd van krimp’. Een ander droomt van ‘een nieuwe locatie erbij’.
Bliek vindt het op basis van zijn onderzoek niet nodig om 2014 af te schilderen als een slecht jaar voor de branche. ‘Hoewel 40 procent aangeeft in 2014 een minder resultaat te hebben gerealiseerd dan in 2013, geven acht op de tien panelleden aan dat ze dezelfde of zelfs een betere omzet hebben behaald. Dat is natuurlijk een positief gegeven. De manier waarop de ondernemers/eigenaren op zoek zijn gegaan naar meer efficiency en onderscheidend vermogen laat zien dat de branche kwalitatief, en daarmee op de langere termijn, ook kwantitatief kan groeien.’

‘Er is zelfs een ondernemer die zich zorgen maakt dat kinderen/ouders afgewezen moeten worden omdat op sommige centra alle groepen vol zitten’

Linkin Business is een adviesbureau op het gebied van marketing en strategie dat sinds 2007 werkt aan diverse onderzoeks- en adviesprojecten. In 2013 startte Linkin Business met een landelijk Kinderopvangpanel. Dit bestaat uit (mede-)beslissers die actief zijn bij kinderopvangorganisaties in heel Nederland. Twee keer per jaar voert Linkin Business een landelijk onderzoek uit naar relevante of actuele thema’s met betrekking tot de kinderopvang. In ruil voor deelname aan het onderzoek, ontvangen panelleden de resultaten in een rapportage.
Het onderzoek is verricht door een combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. In eerste instantie is er een compacte vragenlijst ontwikkeld. Een selectie van leden van het Kinderopvangpanel personen is aanvullend geïnterviewd.
Wilt u zich ook aansluiten bij het Kinderopvangpanel van Linkin Business? Ga naar www.linkinbusiness.nl.

Auteur: Marianne Velsink

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.