Het voorstel van de organisaties komt naar aanleiding van de voorstellen van minister Asscher van Sociale Zaken. Hij deelde begin juli zijn ideeën voor het herijken van kwaliteitseisen. Een groot deel van zijn aanbevelingen worden gesteund door de partijen, zoals meer kwaliteit voor de babyopvang en meer ruimte voor uitzonderingen op de regel, mits daar een pedagogische aanleiding voor is.
Beroepskracht-kindratio
Minister Asscher wil vooral veel wijzigen in de huidige beroepskracht-kindratio (bkr). De minister stelt voor om dit niet per groep, maar per locatie te berekenen. De vertegenwoordigers van ouders, werkgevers en werknemers in de kinderopvang wil de stamgroep in stand houden, maar ook ruimte bieden voor pm’ers om af te wijken als er een pedagogische reden is voor een kind om (tijdelijk) naar een andere groep te gaan. De bkr op groepsniveau mag hiervoor geen belemmering zijn. De bkr moet op locatieniveau wel kloppen.
tabiliteitsblok
De partijen stellen voor om te gaan werken met een stabiliteitsblok van negen uur. De groep moet dan compleet zijn, zowel qua kinderen als qua medewerkers. Houders mogen zelf beslissen op welk moment van de dag dit blok plaatsvindt en dit communiceren naar ouder
Pedagogische coach
Net als de minister zijn de partijen voorstander van een mentor voor ieder kind én een pedagogische coach voor pedagogisch medewerkers (hbo-opgeleid). De nadruk op het verbeteren van de kwaliteit op babygroepen wordt ondersteund, maar de partijen wijzen op de noodzaak van verder wetenschappelijk onderzoek naar de kwaliteit. Huidige onderzoeken spreken elkaar tegen.
7-plussers in de bso
Minister Asscher stelde voor om de ratio in de bso meer in lijn te brengen met het onderwijs. De partijen noemen het aantal van maximaal 24 kinderen op een bso-groep. Dat zijn er 4 meer dan nu op bso-groepen. Maatwerk in de bso is van belang omdat kinderen van 4-,5- en 6-jarigen natuurlijk minder vrijheden aan kunnen dan kinderen van 7 jaar en ouder. Zo stellen de partijen voor dat de vastegroepregel ( de stamgroep) geen belemmering mag zijn voor 7-plussers om vrij door het kindcentrum te bewegen.
Toezicht
Een belangrijke reden om de kwaliteitseisen aan te pakken in de kinderopvang is het verminderen van regeldruk. Deze wordt vooral ervaren in toezicht en handhaving. De partijen hechten belang aan het toetsen van de pedagogische kwaliteit in plaats van de bekende afvinklijstjes. Hier maakt minister Asscher met Het Nieuwe Toezicht werk van. Houders en werknemers moeten zich zelf verantwoordelijk gaan voelen voor veiligheid en gezondheid. Als er in de kwaliteitseisen ruimte wordt gemaakt voor het bieden van maatwerk, moeten houders en medewerkers kunnen onderbouwen waarom zij dit doen.
Extern adviesorgaan
Nieuw is het voorstel voor een onafhankelijk extern adviesorgaan, bestaande uit wetenschappers en professionals uit de praktijk, die verzoeken voor afwijken van de regels beoordeelt. Als bso’s bijvoorbeeld af willen wijken van de minimale kwaliteitseisen voor de binnenruimte omdat ze een natuur-bso zijn, moet deze commissie beoordelen of dit pedagogisch te rechtvaardigen is.
Financiering
BOinK, Brancheorganisatie Kinderopvang, MOgroep, FNV en CNV zien wel dat sommige voorstellen de houders geld gaat kosten en gaat graag met minister Asscher in gesprek hoe dit gefinancierd kan worden. Ook is het belangrijk dat kinderopvang voor ouders betaalbaar wordt/blijft. ‘Natuurlijk willen we de allerbeste kwaliteit maar als kinderopvang daardoor voor ouders te duur wordt, blijven veel kinderen weg. Dan schieten ook de allerbeste plannen hun doel voorbij.’
Bekijk hier het Voorstel herijking Kwaliteitseisen Kinderopvang: