
Na overleg en het naast elkaar leggen van de eerste voorstellen van de minister voor kwaliteitsherijking in de kinderopvang en het tegenvoorstel van de andere partijen, is er overeenstemming bereikt. Minister Asscher zegt in zijn brief aan de Tweede Kamer dat hij ‘verheugd is dat de partijen het eens zijn geworden’. Behalve de kwaliteitsherijking kondigt de minister een extra investering in kinderopvangtoeslag voor 2017 aan en deelt hij afspraken over de investering in opvang voor alle peuters.
Pilots voor maatwerk
De wens van minister Asscher voor meer maatwerk, is ook een wens van de branche. Omdat sommige kwaliteitseisen niet zomaar losgelaten kunnen worden, is ervoor gekozen om kinderopvangorganisaties die willen experimenteren, deel te laten nemen aan pilots. Stel dat een buitenbso bijvoorbeeld maatwerkeisen wil voor het gebruik van de binnen- en buitenruimte, dan kan deze locatie zich aanmelden voor een pilot. Daarna moet blijken of sommige kwaliteitseisen definitief gaan veranderen in de wet en hoe het toezicht hierop vormgegeven moet worden.
Het plan IKK is ingericht in vier pijlers. Dit zijn:
- De ontwikkeling van het kind staat centraal
- Veiligheid en gezondheid
- Stabiliteit in de praktijk en meer ruimte voor pedagogisch maatwerk
- Kinderopvang is een vak
Eisen babygroep versus bso
Per pijler hebben de partijen en minister Asscher 21 maatregelen op een rij gezet die de kwaliteit van kinderopvang op termijn moeten gaan verbeteren en die de regeldruk voor kinderopvangondernemers moet verlichten. De maatregelen moeten per 1 januari 2018 ingaan. Het is duidelijk dat de partijen meer maatwerk willen in kwaliteitseisen. Aan een babygroep moeten andere eisen worden gesteld dan aan een bso op het gebied van de beroepskracht-kindratio (bkr) en de stabiliteit. Ook blijkt uit de maatregelen dat de begeleiding van pedagogisch medewerkers omhoog moet. We zetten de belangrijkste voorstellen per peiler op een rij. Als u op de ‘lees meer-linkjes’ klikt, kunt u meer over de veranderingen binnen de peiler lezen.
Het kind centraal
Allereerst willen de partijen dat de pedagogische doelen van Marianne Riksen-Walraven concreter in de Wet Kinderopvang worden geformuleerd. In een pedagogisch beleidsplan kan de kinderopvangeigenaar of –manager vervolgens uitleggen hoe er binnen de organisatie vorm wordt gegeven aan deze doelen. De toezichthouder controleert of er ook echt volgens het beleidsplan wordt gewerkt op de groepen.
Alle kinderen in de kinderopvang krijgen een eigen mentor. Deze persoon moet als pm’er direct betrokken zijn bij de opvang en ontwikkeling van het kind. Het individueel volgen van de ontwikkelingen van een kind wordt verplicht. Minister Asscher wilde de bkr binnen de kinderopvang op locatieniveau instellen in plaats van op groepsniveau zodat ook hier maatwerk mogelijk is. Een werkgroep gaat onderzoek doen naar de mogelijkheden.
Lees meer over de maatregelen binnen de pijler ‘het kind centraal’ >>
Veiligheid en gezondheid
Het invullen van lijsten via de risico-inventarisatie levert behalve regeldruk niet veel op. Dat gaat dan ook verdwijnen. In plaats daarvan wordt een veiligheids- en gezondheidsbeleid opgesteld die in overleg met pm’ers en ouders geactualiseerd wordt. Verder komt er een EHBO-eis voor kinderopvangorganisaties. Op iedere locatie moet minimaal één pm’er zijn die EHBO-geschoold is.
Lees meer over de maatregelen binnen de pijler ‘veiligheid en gezondheid’ >>
Stabiliteit en maatwerk
Uit de maatregelen blijkt duidelijk een kwaliteitsslag voor de babyopvang. De bkr gaat van één pm’er op vier baby’s naar één op drie. Baby’s mogen daarnaast niet meer dan twee vaste gezichten in hun groep zien. Het blijft voor andere groepen mogelijk om drie uur per dag af te wijken van de bkr, maar dit moet overlegd worden met ouders en duidelijk op papier worden onderbouwd. Voor de bso gaat de bkr juist omlaag voor kinderen van 7-13 jaar. Daar mag één pm’er twaalf kinderen opvangen. De ratio voor 4-6 jaar blijft één op tien.
In zijn voorstel noemde minister Asscher vaak de term ‘maatwerk’. De kinderopvangpartijen benadrukken het belang van maatwerk, maar alleen als daar pedagogische motieven voor zijn. Omdat het nu nog lastig is om te bepalen hoe dit de kwaliteitsregels voor de kinderopvang beïnvloeden, krijgen kinderopvangorganisaties de mogelijkheid om in een pilot af te wijken van kwaliteitsregels. Dit geldt voor regels voor de bkr, stabiliteitseisen of de binnen- of buitenruimte.
Lees meer over de maatregelen binnen de pijler ‘stabiliteit en maatwerk’ >>
Kinderopvang is een vak
Alle pm’ers krijgen recht op coaching on the job, door een hbo-geschoolde pedagogisch coach of beleidsmedewerker. In een opleidingsplan moet de houder uitleggen hoe er wordt gewerkt aan (permanente) educatie van medewerkers. Nieuw is datde taaleis 3F voor ‘spreken’ voor alle pm’ers gaat gelden, ook als ze niet op een VVE-groep staan. Er komen tot slot strengere eisen in de formatieve inzet van vrijwilligers en stagiaires.
Lees meer over de maatregelen binnen de pijler ‘kinderopvang is een vak’ >>
Download hier het akkoord Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang