Het was een vernieuwende gedachte, en er was tijd nodig voordat het plan werkelijkheid werd. Maar in augustus 2012 was het dan toch zo ver: ‘speelleercentrum’ De Wijde Wereld opende zijn deuren. Anders dan bij andere IKC’s vindt de naschoolse opvang hier verspreid over de dag plaats. De kinderen wisselen hun schooltijd af met buitenschoolse opvang.

In De Wijde Wereld worden onderwijs en opvang dus geïntegreerd aangeboden vanuit één organisatie. ‘Dat werkt uitstekend,’ aldus Van Zutphen. ‘De medewerkers van de opvang en het onderwijs maken deel uit van dezelfde organisatie en hoeven elkaar daarom weinig uit te leggen.’

Rechtstreeks gesolliciteerd

Het feit dat de organisatie op een nieuwe locatie kon beginnen, maakte het destijds eenvoudiger. ‘Alle medewerkers van de kinderopvang hebben rechtstreeks bij ons gesolliciteerd. Ze wisten dus van het begin af aan hoe we het gingen aanpakken. Ik was positief verrast door de betrokkenheid en deskundigheid van de pm’ers die bij ons aan de slag gingen.’

Niettemin was de financiering van het plan complex, aldus Van Zutphen. ‘We zijn een bv gestart waarvoor we geld bij de bank konden lenen. Daarmee zijn de opstartverliezen gefinancierd, met steun van het Waarborgfonds Kinderopvang. Na zo’n drie jaar konden we op eigen kracht verder en konden we die financiering gaan terugbetalen. Overigens zijn de geldstromen van onderwijs en opvang volledig gescheiden.’

Gemeente terughoudend

De gemeente stond aanvankelijk terughoudend tegenover De Wijde Wereld. ‘Dat begrijp ik ook wel. We waren een vreemde eend in de bijt. En het past allemaal niet precies binnen de bestaande regels.’

Een voorbeeld: De Wijde Wereld heeft groepen met meer dan twintig leerlingen, die conform het concept schooltijd en opvangtijd afwisselen. Formeel mag zo’n groep tijdens de opvang echter niet groter zijn dan twintig. Dat schrijft de wetgeving voor. ‘Maar dat zou in ons geval tot vreemde situaties leiden. Het geeft de kinderen juist rust als ze bij elkaar blijven. Niemand is erbij gebaat als we zo’n groep opsplitsen. Gelukkig hebben we daarover afspraken kunnen maken met de gemeente.’

Frustrerende regels

Enigszins frustrerend zijn al die regels soms wel. ‘Waar zijn ze nu eigenlijk voor bedoeld? Voor het belang van de kinderen of voor de regels zelf? Wat wij doen werkt heel goed, dat blijkt uit alles. Leerlingen, ouders en medewerkers zijn tevreden. Volgens de medewerkers scoren we zelfs een 8,6. In die zin kun je ons niet vergelijken met initiatieven die in het verleden minder goed hebben uitgepakt, zoals Iederwijs. We zijn een bewezen succes. Laat de regelgeving dat nou niet in de weg zitten!’

Deel van de taart

De verrichtingen van De Wijde Wereld werden bij andere onderwijs- en opvangorganisaties in de gemeente met belangstelling gevolgd, maar ook wel enigszins als bedreigend ervaren, aldus Van Zutphen. ‘Je pakt toch een deel van de taart waar ook anderen belangstelling voor hebben. Maar ik moet zeggen dat de samenwerking de laatste tijd beter verloopt. Zeker sinds de eerste fase van de coronacrisis, die bij ons in de regio hard heeft toegeslagen. We moesten noodopvang en herstart regelen met z’n allen, en dat verbroedert. Wat ook helpt, is dat er bij sommige organisaties nieuwe bestuurders zijn aangetreden. Dan begin je met een schone lei.’

Interne concurrentie

Overigens was er aanvankelijk ook sprake van interne concurrentie. ‘We zijn onderdeel van Kiem Onderwijs en Opvang. Voordat ik met De Wijde Wereld begon, was ik directeur van een andere Kiem-school in dezelfde wijk. We zetten dus eigenlijk zelf een concurrent in de markt. Maar omdat die andere school veel traditioneler was, hadden de ouders een keuze. Ze hoeven niet naar De Wijde Wereld, ze mogen.’

Het concept met de mix van onderwijs en bso zou volgens Van Zutphen om die reden niet in een dorp met één aanbieder passen, omdat ouders dan geen keuze hebben. ‘Maar aangezien de meeste ouders behoefte hebben aan opvang op de maandag, dinsdag en donderdag bieden wij een product aan waar simpelweg veel vraag naar is. Ons basisarrangement omvat 10 uur bso-uren voor drie dagen.’

Prettiger voor ouders

De integratie van onderwijs en opvang is de toekomst, daar is Jos van Zutphen van overtuigd. ‘Het slaat nergens op om jonge kinderen over twee typen organisatie te verdelen. Je kunt beter iets aanbieden voor de hele dag en op één locatie. Dat is niet alleen beter voor de kinderen maar ook prettiger voor de ouders. Ik hoop dan ook dat dit concept veel navolging gaat vinden.’