Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Voorschool levert maatschappelijk rendement op

Het loont om te investeren in voorschoolse voorzieningen van hoge kwaliteit, dat concluderen hoogleraar economie Janneke Plantenga en universitair docent Thomas van Huizen van de Universiteit Utrecht. In economisch vakblad ESB zetten zij Nederlands en internationaal onderzoek naar het rendement van voorschoolse voorzieningen op een rij. Ook een universele voorziening voor alle kinderen, waar de SER en veel politieke partijen tegenwoordig voor pleiten, levert rendement op, al is dat lager dan specifieke VVE-voorzieningen.
maatschappelijk_rendement_1
Internationale onderzoekers zijn het over het algemeen redelijk eens over de positieve effecten van VVE-achtige programma’s. - Foto: Thinkstock

Volgens Plantenga en Van Huizen laat internationaal onderzoek uit onder andere Amerika zien dat investeringen in voorschoolse voorzieningen van hoge kwaliteit voor kinderen met een achterstand substantiële positieve effecten hebben. Op de korte termijn verbeteren zowel hun cognitieve als non-cognitieve vaardigheden, en op de lange termijn leidt het tot betere onderwijs- en arbeidsmarktuitkomsten en minder criminaliteit.

Onvoldoende Nederlands onderzoek

Internationale onderzoekers zijn het over het algemeen dus redelijk eens over de positieve effecten van VVE-achtige programma’s. Maar in Nederland twijfelt men nog. Het Nederlandse VVE-beleid is op dit moment niet bewezen effectief, maar ook niet bewezen niet-effectief. Er is hier gewoon nog onvoldoende goed onderzoek gedaan naar de causale effecten van VVE, benadrukken Plantenga en Van Huizen.

Analyse Ruben Fukkink

Het onderzoek naar de Nederlandse situatie dat hoogleraar kinderopvang Ruben Fukkink in 2015 presenteerde, is naar hun mening niet goed uitgevoerd. De vraag hoeveel baat Nederlandse doelgroepkinderen hebben bij VVE blijft in Fukkinks analyse eigenlijk onbeantwoord, en hij heeft onvoldoende rekening gehouden met de verschillen in ontwikkeling tussen VVE-kinderen en kinderen in reguliere opvangvoorzieningen. Nederlandse beleidsmakers kunnen daarom beter uitgaan van de internationale onderzoeksliteratuur, vinden Plantenga en Van Huizen.

Universele voorziening

De laatste jaren staat het huidige, tamelijk versnipperde Nederlandse systeem van voorschoolse voorzieningen veel ter discussie. Onder andere de Sociaal Economische Raad (SER) pleit voor een universele voorziening voor alle kinderen, ongeacht hun achtergrond of (school)carriere van hun ouders. Naar de effecten van zo’n voorziening op de ontwikkeling van kinderen is de laatste tijd veel onderzoek gedaan. Maar die onderzoeken geven geen eenduidig beeld: vooral kinderen met laagopgeleide ouders lijken er baat bij te hebben, maar voor kinderen met hoogopgeleide ouders zijn de effecten meestal niet significant. Daarnaast worden de baten in belangrijke mate bepaald door de kwaliteit van de voorziening. Is die hoog, dan leidt dit meestal tot positieve effecten.

Maatschappelijk rendement

Wegen ook in het geval van een universele voorziening de kosten op tegen de baten, zoals bij VVE-voorzieningen? Plantenga en Van Huizen denken van wel. Op basis van diverse onderzoeken concluderen zij dat de samenleving ongeveer vier euro terugkrijgt voor elke euro die in de universele voorziening is geïnvesteerd. Veruit het grootste deel van deze baten komt voort uit de positieve effecten op de ontwikkeling van kinderen. Een universele opvangvoorziening blijkt nauwelijks effect te hebben op de arbeidsparticipatie van ouders.

Beleidsaanbevelingen

Plantenga en Van Huizen formuleren tot slot twee belangrijke aandachtspunten voor de investeringsagenda in voorschoolse voorzieningen. Ten eerste vinden zij het belangrijk dat ouders met een lagere sociaal-economische status worden gestimuleerd om gebruik te maken van voorschoolse voorzieningen. Hun kinderen hebben hier simpelweg de meeste baat bij, en dit levert dus het hoogste maatschappelijk rendement op. Daarnaast moet er in kwaliteit geïnvesteerd worden, omdat hoge kwaliteit een absoluut noodzakelijke voorwaarde is voor positieve effecten op de ontwikkeling van kinderen.

Financiering

Met deze twee beleidsaanbevelingen in het achterhoofd moet er goed nagedacht worden over de financiering van een universele voorziening. Deze voorziening moet toegankelijk en betaalbaar zijn voor iedereen, en daarom in ieder geval gratis zijn voor kinderen met een achterstand en/of ouders met een laag inkomen. Maar om de kwaliteit van de voorziening hoog te houden, kan het nodig zijn ouders met een hoger inkomen een financiële bijdrage te vragen. Want kwaliteit kost geld.

Bron: ESB

Vertegenwoordigers van organisaties in de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk, het sociaal werk, het onderwijs en de gemeenten riepen het nieuwe kabinet begin deze maand op om zich in te zetten voor een ontwikkelrecht en basisvoorziening voor alle kinderen. Ze hopen dat hun wens wordt opgenomen in het nieuwe regeerakkoord. Lees meer

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.