Interactief voorlezen wordt een verplicht onderdeel van de opleiding voor pedagogisch medewerkers die in de voorschoolse educatie (VE) willen werken. Daarmee wordt voorlezen – terecht – gezien als een essentieel onderdeel in het aanbod aan jonge kinderen.
Op
Het verbaast mij dat gedaan wordt alsof voorlezen iets nieuws is in de opleiding voor pedagogisch medewerkers. Het voorlezen wordt benoemd in het kwalificatiedossier én daarnaast komen de interactievaardigheden ook op allerlei manieren terug bij omgang, begeleiding en uitvoering van activiteiten. Waarom wordt nu weer iets toegevoegd, wat eigenlijk standaard onderdeel is van de opleiding?
Moet dan ook weer een extra bewijsstuk overlegd worden aan de GGD door de instellingen, terwijl het KD voor elke MBO-opleiding leidend is en keuzedeel PM en diploma GPM voldoende zou moeten zijn?
Geeft deze alinea antwoord op je vraag? “De nieuwe eis geldt overigens niet voor medewerkers die de 3F-taaleis al hebben behaald, met nog het onderdeel ‘Lezen’. Zij blijven daarmee voldoen aan de taaleis voor het werken in de VE. In het besluit staat: ‘Beroepskrachten die eerder voldeden aan de taaleis ve, inclusief ‘Lezen’ op niveau 3F blijven bevoegd om te werken in de ve. Het is voor hen niet nodig om aanvullend aan te tonen dat zij de vaardigheid ‘interactief voorlezen’ beheersen. Ook is het voor houders ten aanzien van deze beroepskrachten niet verplicht om in het opleidingsplan op te nemen hoe deze vaardigheid wordt onderhouden.’”
Anders kun je het beste je vraag voorleggen bij een branchepartij of via Kinderopvang-werkt.nl. Succes!