Joanne Kellermann, voorzitter van PFZW: ‘Steeds meer mensen komen door stijgende prijzen in de knel. Ook werknemers en gepensioneerden in de sector zorg en welzijn worstelen daarmee en komen soms niet meer rond. Daarom zijn we blij dat we in januari opnieuw de pensioenen – en ook de pensioenaanspraken voor degenen die werken – kunnen verhogen, deze keer met 6 procent. Ook wij moeten rekening houden met de onzekere economische vooruitzichten, maar we kunnen nu in elk geval een deel van de pijn opvangen.’
Tijdelijke regelgeving
Het PFZW-bestuur maakt gebruik van tijdelijke regelgeving om gedeeltelijke compensatie te bieden voor het koopkrachtverlies van deelnemers door de extreem hoge inflatie. Daarnaast is een gelijkblijvende premie van 25,8 procent goed nieuws voor bij PFZW aangesloten werkgevers en werknemers. Zij blijven in 2023 dezelfde prijs voor de opbouw van pensioen betalen.
Evenwichtigheid basis voor besluit
Bij de besluitvorming heeft het bestuur naar eigen zeggen ‘nadrukkelijk oog gehad voor evenwichtigheid en de belangen van alle deelnemers gewogen’. Daarbij is rekening gehouden met de koopkrachtdaling van gepensioneerden enerzijds en de (slechte) economische vooruitzichten anderzijds. Het bestuur vindt het belangrijk dat PFZW ook na indexeren financieel sterk genoeg blijft om de komende jaren de kans op verlagen zo klein mogelijk te houden. Daarbij is meegenomen dat per 1 oktober een pensioenverhoging van 2,7 procent is doorgevoerd. Ook heeft het bestuur afgewogen wat wel (en niet) mogelijk zou zijn binnen de huidige regels zonder de tijdelijke regelgeving én in het beoogde nieuwe pensioenstelsel.