Joris kan het niet genoeg benadrukken. Hoe dankbaar hij is voor het meedenken, de invoelende berichtjes van de leidsters. Voor hun attente gebaren, maar ook voor het kordate optreden van een sondeverpleegkundige en een huisarts. Dat is ook waarom hij dit interview geeft, benadrukt hij in het Algemeen Dagblad.
‘Als deze mensen er niet waren geweest, niet hadden doorgepakt, weet ik niet of mijn zoontje de kans had gehad om te vechten’, zegt Joris. ‘Dan weet ik niet of hij het ic-bed had gehaald. De sondeverpleegkundige zag dat hij slap werd en niet meer reageerde. Je moet het maar doorhebben. De verpleegkundige had dat, en Twinkel ook. De opvang zit in een gezondheidscentrum. Er is iemand naar buiten gerend en de huisarts is erbij gekomen. Die is gelijk begonnen met reanimeren.’
Dankbaar
Aan alle medewerkers van Twinkel wil de Gouwenaar zijn dank uitspreken. Nadat hij gebeld werd dat het mis was met zijn zoontje, springt hij op de fiets naar het kinderdagverblijf. ‘Er stond iemand klaar om mijn fiets aan te pakken. De deur werd opengehouden. Echt heel netjes. Heel stom misschien, maar dat was fantastisch.’
En dat is niet alles. Joris: ‘We konden niet allebei mee in de ambulance. Dus is een leidster er met mijn vrouw achteraan gereden.’
Aangeboren hartafwijking
Vanwege zijn aangeboren hartafwijking, is het jongetje al vanaf het begin een zorgenkindje. Dat weerhield Twinkel er niet van om een plekje voor hem vrij te houden op de kinderopvang, want zijn zusje zit er ook. Vader Joris: ‘Het was de bedoeling dat zij hem sondevoeding zouden geven. In hun vrije tijd hebben ze twee, drie uur geleerd hoe het moest. Uiteindelijk is dat niet van start gegaan, maar ze waren wel bereid dat te doen.’
‘Hun troostende woorden hebben meer waarde’
Ook voelt het gezin zich vanaf begin af aan gesteund, vertelt Joris. ‘Wat ons echt goed doet: Twinkel weet hoe onze situatie is en hoe ons gezin draait. Hoe fantastisch leuk ons dochtertje is. Andere mensen zeggen: ‘Jullie zullen het wel zwaar hebben’. Prima. Maar we weten niet of we het goed doen. De leidsters hebben daadwerkelijk vergelijkingsmateriaal. Hun troostende woorden hebben meer waarde, omdat ze weten hoe we in elkaar zitten.’
Het jongetje ligt momenteel in het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. Joris: ‘De afwezigheid van slecht nieuws is goed nieuws. Hij ligt aan de longapparatuur. We weten niet wat zijn perspectieven zijn. Geen enkel idee. We gaan door een hel heen. We zijn blij voor elke dag, hoe cliché dat ook is.’