Het besluit waarin de de koppeling van kinderopvangtoeslag met gewerkte uren geregeld is, wijzigt met ingang van 1 januari 2023. Vanaf dan is het aantal uur dat de (minst werkende) ouder werkt, niet meer bepalend voor de kinderopvangtoeslag. Dit besluit is vooral interessant voor ouders met wisselende of onregelmatige uren, zoals zzp'ers.
Zij werken vaak onregelmatig, waardoor het niet altijd goed is in te schatten hoeveel ze per maand (gaan) werken. Met de wijziging is het de bedoeling dat ouders geen risico meer lopen op het moeten terugbetalen van de kinderopvangtoeslag.
Arbeidseis
De koppeling gewerkte uren (KGU) is dan wel losgelaten, andere onderdelen blijven ongewijzigd: zo moeten ouders nog steeds voldoen aan de arbeidseis. Per kalendermaand waarin ouders betaalde arbeid hebben verricht, kan er aanspraak worden gemaakt op maximaal 230 uren kinderopvangtoeslag.
Wat ook onveranderd blijft is de koppeling van de toeslag met de hoogte van het gezamenlijke inkomen van beide ouders.
Ook al komt er bijna 2 procent bij; de hogere compensatie van de overheid voor de vergoeding van kinderopvang is nog verre van voldoende. En ouders hebben nu geen enkel zicht op wat ze volgend jaar werkelijk kwijt zijn aan kinderopvangkosten. Dat stelt Jeroen Pernot van nettobijdrage.nl. Pernot wil ouders en organisaties helpen door zijn tool nettobijdrage.nl tijdelijk gratis ter beschikking te stellen. Daarvoor moet op zijn site een account worden ingericht door de organisatie zelf. Als alle gegevens zijn ingevuld, kan een kinderopvangorganisatie deze tool op de eigen site beschikbaar maken voor de ouders.
Lees ook: Definitief besluit: maximum uurprijzen 2023 met 5,58% geïndexeerd
