De Vrije Universiteit heeft een bijzondere ontdekking gedaan in een onderzoek: hoe vaker opa’s en oma’s op hun kleinkinderen passen, hoe groter de kans dat er meer kleinkinderen bij komen. Het effect is het grootst in gezinnen waar allebei de ouders werken.

Werk en kinderen beter te combineren
Vooral moeders hebben vaak het gevoel dat ze moeten kiezen tussen werk en kinderen’, zegt onderzoeker Fleur Thomése. ‘Die combinatie wordt gemakkelijker als grootouders kunnen bijspringen in de zorg voor de kinderen.’ In de studie werden 182 grootouders gevolgd die wel eens oppasten. Acht jaar later werden er aantoonbaar vaker meer kinderen geboren. De studie werd al in 1992 gestart. Van alle grootouders had 66 procent één of meer extra kleinkinderen in hetzelfde gezin. Bij grootouders die nooit oppasten was dat slechts 33 procent.

Grootouders belangrijker dan kinderopvang?
Uit eerder onderzoek is al eens gebleken dat vrouwen meer uren werken als er goede opvangmogelijkheden zijn voor hun kind. Maar het effect op de vruchtbaarheid was nog niet bekend. De onderzoekers gaan zelfs zo ver dat ze denken dat de oppasbereidheid van grootouders mogelijk meer invloed heeft op het aantal geboren kinderen dan de beschikbaarheid van formele kinderopvang. Maar de VU wil hier nog verder onderzoek naar doen.

Beweegreden onbekend
Overigens zijn de gevolgde families niet zelf gevraagd naar de redenen die meespeelden bij het wel of niet krijgen van nog meer kinderen. ‘Dit onderzoek focust zich op invloeden op een evolutionair niveau’, zegt Thomése. ‘De beweegredenen die mensen zelf opgeven, zijn maar een deel van de werkelijkheid.’