Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Opinie pedagogisch medewerker Daniëlle: ‘Zijn we nog kindgericht bezig?’

Vier jaar geleden koos Daniëlle ervoor een nieuw begin te maken bij een ander kinderdagverblijf in de veronderstelling dat alles beter zou worden. 'Een enge stap na zeventien jaar op één plek te hebben gewerkt. Dat het beter zou worden is in zekere zin ook wel gebeurd. Ik kwam terecht in een groot, gezond, eerlijk en groeiend bedrijf. Een bedrijf dat investeert in de ontwikkeling van zijn medewerkers. Maar het maakte ook dat ik meer ben gaan zien. Of inzien.' In dit opiniestuk uit ze haar zorgen over de kinderopvangbranche.
baby newborn eten
Beeld: Getty Images

Ik maak me zorgen om de manier waarop wij werken. Wij volgen als bedrijf blindelings de wettelijke richtlijnen. Het kind-leidsterratio en ziektebeleid. Dat moet. En we moeten om de zoveel maanden ieder kind observeren en dat bijhouden in een observatieschema. Heel fijn, want dan houden we van ieder kind individueel bij hoe het met zijn of haar ontwikkeling is gesteld. Maar zijn we wel echt helemaal kindgericht bezig? Hebben we echt oprecht het welzijn van de kinderen voor ogen? Met twaalf baby’s op een groep? Ja, dan wel met vier pedagogisch medewerkers. En soms inval. Dus in totaal zestien personen in een kleine ruimte. Waar baby’s heel onrustig worden van elkaars gehuil.

Eén van de velen

Baby’s van onze expatouders hebben bijvoorbeeld een enorme cultuurshock. Van continu gedragen worden, alle aandacht krijgen, borstvoeding en slapen op de arm, moeten ze in één klap leren dat ze één van de velen zijn. Moeten zij slapen in een bedje in plaats van op de arm. Uit een fles drinken in plaats van uit de borst – wat heel veel tijd en moeite kost. De baby heeft honger maar heeft nog niet door dat hij uit een fles moet drinken, wat tot boosheid, honger en frustratie leidt. Dan ben je nog maar onder de één jaar en moet je al van alles. Als leidster wil je alle baby’s met alle liefde alle tijd geven. Alleen is die tijd er niet. En dat frustreert deze pm’ers.

‘Ik zie kleine kinderen die de wereld nog aan het ontdekken zijn. Overprikkeld door het geluid dat hun klasgenootjes produceren’

Wereld ontdekken

Neem dan de dreumesgroep met zestien kinderen. Ja en weer natuurlijk met drie pm’ers. En ook hier vaak inval. Heel fijn dat je met drie bent. Maar negentien personen in een ruimte. Met soms een invaller die niet alles weet van de kinderen. Kleine kinderen die de wereld nog aan het ontdekken zijn. Overprikkeld door het geluid dat hun klasgenootjes produceren. Want de wereld van een eenjarige is best spannend. Van leren lopen tot het kunnen vertalen van gevoelens en bedoelingen. Daar hoort een hoop emotie bij. Wat te begrijpen is. Maar snappen deze kinderen het ook? Dat ze even moeten wachten? Krijgen ze de ruimte? De ruimte om hun boosheid, frustratie of verdriet te uiten?

Ze worden zeker gezien, gehoord en getroost, maar deze drie pm’ers hebben maar zes armen samen. En deze pm’ers zie ik elke dag weer met frisse moed de kinderen troosten, naar buiten tillen, in en uit bed halen, verschonen en de kinderen in alles voorzien. Tot zover dat gaat. Want ook deze pm’ers zijn op. Lichamelijk en geestelijk. En naast de kinderen begeleiden zij ook nog stagiaires, maken schoon, ruimen de boodschappen op en hebben overleg.

VE-kinderen

En dan de peutergroep. Een groep van zestien kinderen met twee pm’ers. Om alle kinderen een eerlijke start op de basisschool te geven is de VE in het leven geroepen. Toen ik daar voor het eerst over hoorde werd ik enthousiast. Wat een fantastisch systeem. Je leert de kinderen spelenderwijs de Nederlandse taal, vergroot de woordenschat en laat ze kennismaken met rekenprikkels door middel van thema’s. We leerden ook om de kinderen sensomotorisch te laten spelen. Onze creativiteit werd hierdoor flink uitgedaagd. Gaaf!

Maar toen kregen we te horen dat wij acht kinderen op de groep mochten die een VE-indicatie hadden gekregen via het consultatiebureau. Op zich fijn. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Maar wat blijkt: deze kinderen hadden niet alleen een taalachterstand, maar werden al doorgestuurd door het consultatiebureau als zij niet goed wisten of er meer speelde bij deze kinderen. Hierdoor ontstond een groep van zestien kinderen, waarvan er een aantal met spraak/taalproblemen waren en een aantal met andere problemen – bijvoorbeeld autisme, adhd of tos.

‘Ik voel mij geen leukere pm’er worden. Ik zie op tegen sommige dagen’

Geen tijd

Het was natuurlijk voor ons een leuke uitdaging om te kijken hoe we deze kinderen het beste konden begeleiden. Maar niet fijn wanneer het de helft van je groep betreft voor wie je bijna allemaal een logopedist of Kabouterhuis kon laten komen observeren. Heel fijn dat we dan tools kregen van ’t Kabouterhuis, maar in werkelijkheid was dat niet meer te realiseren in een groep van zestien kinderen. Je moet het zo zien: bij ’t Kabouterhuis worden acht kinderen door drie leidsters een halve dag begeleid. Bij ons zijn dat er zestien met twee pm’ers een hele dag. Vaak ook zonder pauze, want dat schiet erbij in. Want er wordt verwacht dat je op een dag drie Puk-activiteiten doet met deze kinderen. Dus ook tussen 13.00 uur en 15.00 uur, als de kleine kinderen slapen en je een halfuur bij de slaapkamer zit én de schoonmaak binnen deze tijd doet.

Kinderen met opvallend gedrag

En dan komt het grote probleem. Want naast deze kinderen met VE-indicatie hebben we ook kinderen die niet goed meekomen in de groep, opvallend gedrag vertonen of een achterstand hebben. En ook deze kinderen eisen alle aandacht op, waardoor de kinderen zonder deze problemen of VE-indicatie minder aandacht krijgen. Maar ook deze kinderen verdienen soms extra aandacht. Denk aan kinderen met ouders die gaan scheiden. Of een overlijden in de familie. Of een dreumes die overkomt. Zijn we dus hier nog kindgericht bezig? Ik voel van niet.

Opzien tegen de dagen

Ik voel mij geen leukere pm’er worden. Ik zie op tegen sommige dagen. En zeker niet tegen de kinderen zelf die individueel allemaal stuk voor stuk fantastisch zijn. Maar tegen de combinatie van kinderen, waardoor je de hele dag politieagentje speelt. Je hoort jezelf schreeuwen. En je probeert echt je geduld te bewaren. Maar soms is het op. Daarnaast begeleid je ook op deze groep stagiaires, heb je overgangsgesprekken met ouders van wie hun kind vier wordt en overleg met collega’s of een coachinggesprek. Alles met een glimlach en de beste wil. Maar als je echt iets mocht veranderen in dit prachtige beroep, dan wil je het liefst dat de groepen weer kleiner worden. Zodat je ieder kind weer de aandacht kunt geven die kind verdient. De reden waarom we allemaal de kinderopvang zijn ingegaan.

Ik ben ontzettend benieuwd wat voor generatie er nu opgroeit. Ik kan mij niet voorstellen dat rust, reinheid en regelmaat er nu niet meer toe doen in het leven van deze kleintjes. En ik maak mij zorgen om mijn collega’s. Gaan we het op deze manier nog redden tot ons pensioen? Leuk dat we meer geld krijgen, maar wat heb je er aan als je straks niets meer kunt omdat je lichamelijk op bent?

Dit is een ingezonden opiniestuk van pedagogisch medewerker Daniëlle.

Inwerkmoeheid in de kinderopvang: ‘Stop je ergens tijd en aandacht in, gaan ze weer weg’

De term ‘inwerkmoeheid’ valt steeds vaker in de kinderopvang. Door het personeelstekort wordt er steeds meer en vaker gebruik gemaakt van stagiaires, BBL’ers en zzp’ers. Maar allemaal hebben ze begeleiding nodig of moeten ze ingewerkt worden. Dit vraagt een hoop van vaste medewerkers op de groep. ‘Met een invaller doe je sneller even iets zelf, maar dan werk je voor twee.’ Lees hier het volledige premiumartikel >>

2 REACTIES

  1. Lees alle reacties
  2. Ik werk zelf op een VVE speelzaal, het verhaal is heel erg herkenbaar. Onze groep bestaat uit 16 VVE kinderen. Er wordt heel veel van ons verwacht. Elk kind moet geobserveerd worden en hun ontwikkeling bij gehouden worden. veel kinderen hebben meer nodig dan alleen taalondersteuning veel probleem gedrag. Je hebt niet echt tijd om ze echt de aandacht te geven die ze nodig hebben. 16 VVE kinderen is teveel. Wij geven vaak aan dat het beter zou zijn op een VVE locatie niet meer dan 12 kinderen te plaatsen, liefst 10. Veel collega’s stoppen er mee, vanwege de werkdruk. Ik vind mijn werk heel erg leuk ik heb altijd gewerkt op een VVE locatie, eerst waren het er twaalf. Er is veel administratie bij gekomen, bijhouden van ontwikkelingen, samenwerking met scholen, overdracht formulieren. Geen extra uren, veel werk wordt in mijn vrije tijd gedaan, omdat je er voor de kinderen wil zijn. Ik denk dat kinderen meer baat hebben met aandacht en tijd, dan het vastleggen van al hun ontwikkelingen. Geef ze je tijd, ruimte, liefde en aandacht dan gaat hun ontwikkeling vanzelf.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.