Onlangs werden de aanvullende eisen officieel bekend gemaakt waarmee de vernieuwde Stint binnenkort de weg weer op mag. Een van de nieuwe eisen is het terugbrengen van tien naar acht zitplaatsen. Een maatregel waar ook de Brancheorganisatie Kinderopvang zich over uitliet.
Brief
De BMK stuurde, samen met BK en BOinK, een brief aan minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) waarin de partijen schrijven: ‘De vermindering van het aantal zitplaatsen zal echter naar onze mening de veiligheid van het vervoer met de Stint niet vergroten maar mogelijk zelfs verminderen.’
‘Vergroting risico’
‘Deze maatregel dwingt aanbieders om het aantal ritten met de stint sterk uit te breiden, waardoor de verkeersbewegingen toenemen en er extra personeel moet worden ingezet’, meldt de BMK. De partijen spreken in de brief over een toename van ‘tientallen procenten van het aantal vervoersbewegingen’ wat eerder leidt tot een ‘vergroting van het risico dan tot een vermindering’.
Tien zitplaatsen
In de stint werd voor tien zitplaatsen gekozen, omdat de bkr op de bso van 4- tot 7-jarigen 1 op 10 is. Eén medewerker kon dus ook tien kinderen vervoeren. Als dat er maximaal acht worden, zullen er meer medewerkers op de groep moeten worden gezet. Ook zal dit leiden tot kosten voor extra vervoersmiddelen.
‘Nauwelijks incidenten’
‘Er bestaat bij ons geen enkele twijfel over nut en noodzaak van het verbetertraject zoals dat nu plaatsvindt. Tegelijkertijd constateren we dat op basis van zowel politiegegevens als de gegevens van de verzekeringsmaatschappijen, het dagelijks gebruik van de Stint tot nauwelijks of geen incidenten heeft geleid. Wij willen u dan als partijen verzoeken om het aantal zitplaatsen van 10 niet te verminderen’, pleiten de branchepartijen in hun brief.
Stint-coalitie
Op 21 maart vindt een ambtelijke top plaats met het ministerie van Infrastructuur waarin de zogenoemde Stint-coalitie (bestaande uit de BK, BMK, BOinK, TU Eindhoven en andere betrokkenen) de verschillende opvattingen bespreekt.