Dit schrijft Van Liempd, in de kinderopvang ook bekend als partner van bureau Akta, in een opiniestuk in Trouw. Dezelfde krant ging voor een reportage op zoek naar een kinderdagverblijf dat al werkt met de nieuwe ratio van één pm’er op drie baby’s. Maar deze locatie werd niet gevonden. Van Liempd vindt dat niet vreemd. ‘Je hoeft geen econoom te zijn om te snappen dat de kosten per kind door deze maatregel flink omhoog gaan’, schrijft zij.
Geslaagde lobby
Zij wijst erop dat er geen enkel wetenschappelijk onderzoek aantoont dat het verlagen van het aantal baby’s per medewerker tot een betere kwaliteit van opvang leidt. Toch is dit wel wat er vanaf 2019 van kinderdagverblijven geëist wordt. Een pedagogisch medewerkers mag dan maximaal drie baby’s onder haar hoede hebben in plaats van vier. Een geslaagde lobby, noemt Van Liempd de oorzaak van dit besluit. Maar niet één die is gebaseerd op wetenschappelijk inzicht.
Verticale groep
Tegelijk blijft de overheid de deur naar een alternatief voor de babygroep wagenwijd openhouden, schrijft Van Liempd: de verticale groep. ‘Zo’n groep mag maximaal bestaan uit zestien kinderen, van wie drie baby’s. En daar horen dan vier pedagogisch medewerkers bij. Een simpele rekensom laat zien dat vanaf volgend jaar vast veel baby’s niet in kleine groepen, maar in grote gemengde groepen worden ondergebracht. Dit is vast niet wat de voorstanders van deze maatregel voor ogen stond, maar een zeer waarschijnlijk effect ervan.’
Babytraining zonder eisen
Zij vraagt zich in haar opiniestuk af of dat nou de kwaliteitsverbetering is die was beoogd met deze maatregel. Zij wijst daarbij vooral op de uitdaging van de verticale groep om alle kinderen in verschillende ontwikkelingsfases tegemoet te komen. De verplichte babytraining die pedagogisch medewerkers op een babygroep moeten volgen, is nog zo’n regel waar de uitvoering halfslachtig is. Want er worden weinig eisen gesteld aan de inhoud van die training.
Vierkante meters
In tegenstelling tot het bieden van een prikkelarme omgeving voor baby’s, ziet Van Liempd meer kwaliteitsvooruitgang als kinderen in een ruimte zijn waar ze veilig kunnen exploreren, kruipen en lopen. ‘Een fundamentele discussie over de vraag hoe we onze jonge kinderen de beste kwaliteit kinderopvang kunnen bieden, ontbreekt’, concludeert Van Liempd. In plaats daarvan koos de overheid voor eenvoudig te controleren regels zoals de bkr-regels en het aantal vierkante meters per kind. Dat de laatstgenoemde regel voor alle typen groepen gelijk is, toont wat haar betreft aan dat deze regels alleen schijnveiligheid creëren. ‘Je kunt op je klompen aanvoelen dat in een groep met kinderen van verschillende leeftijden, er toch echt meer ruimte nodig is om zowel de kruipers als de renners een veilige en stimulerende omgeving te bieden.’
Lees het volledige opiniestuk van Ine van Liempd op trouw.nl
Hoezo minder prikkels voor een baby groep ?Nou wordt er gewoon 14 babies in een babygroep gestopt met meerdere leidsters ,erg druk is dat .maar het mag ?
Ik schrijf hierover net een uitgebreide reactie op een ander artikel van kinderopvangtotaal. Zie BLOG Peter van Zijl – Impasse over BKR