De plannen van het kabinet om de studiefinanciering van mbo-deelnemers ouder dan dertig jaar af te schaffen, heeft grote gevolgen voor herintreders en zij-instromers. Ook in de kinderopvang werken veel mensen die zich op latere leeftijd hebben laten omscholen. De MBO-Raad waarschuwt voor de gevolgen van deze maatregel voor sectoren die juist afhankelijk zijn van deze werknemers.
Alleen maar investeren in jong talent
‘Het kabinet gaat er te gemakkelijk van uit dat mensen dat zelf wel betalen of dat de werkgever wel investeert,’zegt Jan van Zijl, voorzitter MBO Raad. ‘Maar het gaat hier ook om mensen die bijvoorbeeld werkloos zijn of dreigen te raken en via om- of bijscholing aan het werk hopen te komen of te blijven.’ De MBO Raad denkt dat de plannen zand gaan strooien in de machine die de economie op gang moet helpen en houden. Volgens de Raad wordt er alleen geïnvesteerd in jong talent, terwijl de groep dertig plussers die een tweede kans op de arbeidsmarkt nodig heeft vele malen meer vertegenwoordigd is op MBO-niveau.
Een kleine ramp voor de nederlandse economie
‘Dit kabinetsvoornemen mag je betitelen als een kleine ramp voor de Nederlandse economie en staat op gespannen voet met het speerpunt om werknemers flexibel en ook langer op de arbeidsmarkt inzetbaar te houden’ vindt Van Zijl. Hij noemt de zorg als voorbeeld waar het personeelstekort vooral wordt opgelost door mensen die zich op latere leeftijd hebben laten omscholen. De werkgevers in de zorg hebben al aangegeven niet het geld te hebben om in opleidingen te investeren.