Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

Kindgegevens delen: mag dat wel volgens de AVG?

‘It takes a village to raise a child.’ Een kind helpen groeien en laten ontwikkelen kan niemand in zijn eentje. Daarom zou het fijn zijn als professionals uit verschillende domeinen samenwerken om kinderen te helpen. Bijvoorbeeld wanneer je als peuteropvang kindgegevens deelt met een basisschool om deze overgang soepel te laten verlopen.  
© nadezhda1906 / stock.adobe.com

Toch kan de samenwerking met andere organisaties lastig zijn. Veel mensen denken dat ze vanwege De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), geen informatie met externe instellingen mogen uitwisselen. Maar is dat echt zo? We spraken met mr Jolanda van Boven, jurist en expert op het gebied van privacywetgeving. Ze vertelde ons dat er meer mogelijk is dan de meeste mensen denken.

De AVG is een motor die aanzet tot samenwerking

Samenwerken in het netwerk klinkt prachtig,’ aldus van Boven. ‘Daar kun je eigenlijk weinig op tegen hebben. Wanneer je als professional wilt samenwerken met andere organisaties dan is het nodig om informatie te delen.
Volgens van Boven denken veel mensen dat de AVG ontwikkeld is om de uitwisseling van persoonsgegevens onmogelijk te maken, maar het tegendeel is waar. ‘De AVG is in het leven geroepen om de uitwisseling van gegevens tot stand te brengen. Deze wet is een motor die aanzet tot samenwerking. Natuurlijk wel gebonden aan zorgvuldigheidseisen.
Persoonlijk vind ik de AVG een prachtige wet vanwege de schoonheid en logica die hierin schuilgaat. Er zijn namelijk maar twee pijlers waar je rekening mee moet houden. De eerste pijler: er moet een deugdelijke reden zijn om deze informatie uit te wisselen. De tweede pijler: hoe handel je in relatie met de ouders; handel je met toestemming en een handtekening? Ik laat zien hoe de systematiek van de AVG er op dit onderdeel uitziet.

Preventie en vroegsignalering

Maar wat is een deugdelijke reden en hoe zit het met wel of geen toestemming?
‘Wat je eigenlijk altijd in je achterhoofd moet houden bij dergelijke vragen is dat de gemeente en de overheid van ons verlangen dat we ons richten op preventie en vroegsignalering,’ aldus Van Boven. Het is dus belangrijk om er in een vroeg stadium al bij te zijn. Toch worden we hier soms in belemmerd omdat we last hebben van het ‘verleden’, toen leerden we dat we alleen iets mochten delen als het ernstig was. Als de veiligheid van het betreffende kind in gevaar was bijvoorbeeld.
Dus als we zien dat een van de kinderen weinig praat, nog niet zindelijk is of, pittig gedrag vertoont, wordt er soms gedacht: ‘’Ach, zo erg is het niet, laat ik nog maar niets zeggen.’’
Natuurlijk hoef je niet voor elk wissewasje aan de bel te trekken, maar bedenk wel dat de gesprekken met ouders in de beginfase makkelijker zullen zijn. Je kunt open en eerlijk vertellen wat jou opvalt en dat er misschien reden tot zorg is. In een vroege fase kun je al licht ondersteunen en het is dan nog niet zo zwaar.
Hoe vaak hoor je niet van adolescenten die zich als kind in de steek gelaten voelden? Dat er zo veel mensen wisten van hun moeilijkheden, maar dat niemand iets deed.
Juist in de kinderopvang kun je deze situaties voorkomen, de drempel is daar nog laag.

Jolanda van Boven is, naast onder meer bijzonder hoogleraar Ruben Fukkink en expert ouderbetrokkenheid Peter de Vries, een van de sprekers op het KinderopvangTotaal congres Samenwerken in het Netwerk op vrijdag 14 juni. Meer info of aanmelden >>

Verlammende mechanismen

Hoe je het gesprek aangaat is cruciaal volgens Van Boven. Professionals zijn misschien bang dat ouders een klacht zullen indienen en bij ouders heerst er soms een flinke dosis achterdocht. Vooral na de toeslagenaffaire. Er wordt vanuit de kant van de ouders al snel gedacht: ‘’Als we toestemming geven voor het uitwisselen van informatie, zijn we al gauw op de weg dat ons kind wordt weggehaald.’’
Dit zijn zulke verlammende mechanismen. Op deze manier wordt het gewoonweg een beetje griezelig om het met ouders over zoiets gewoons als de ontwikkeling van hun kind te hebben.’

Niet altijd een roze wolk

Maar hoe kun je deze mechanismen dan doorbreken? Volgens Van Boven is daar wel degelijk een fijne manier voor. ‘Erken dat ouders niet altijd op een roze wolk zitten als ze kinderen hebben. Dat het ook knap ingewikkeld kan zijn en dat ze zich daar niet voor hoeven te schamen. Vertel dat je ze graag met mensen vanuit een ander werkveld zou willen laten praten.
Daarnaast is het voor jezelf natuurlijk ook heel fijn om even te kunnen overleggen met mensen vanuit een ander domein. Misschien kunnen die jouw zorgen wegnemen en je vertellen dat het gedrag dat jij signaleerde normaal is voor de leeftijd.
Betekent dit dat we een andere handelswijze moeten gaan hanteren? ‘Jazeker,’ aldus Van Boven. ‘We moeten doorontwikkelen en een echt kijken naar hoe de AVG het bedoelt.
Een dergelijk gesprek met ouders vergt een heel andere manier van communiceren. Je vraagt niet om een handtekening en toestemming, maar je gaat in dialoog met ouders over hun kind. Je hanteert het transparantiebeginsel waarbij jij je als professional focust op consensus met ouders. Dit is echt heel anders dan toestemming en handtekening. Je vertelt op een transparante manier welke vervolgstappen er ondernomen kunnen worden om ouders te helpen.
Ik zou alle pedagogisch professionals willen empoweren om het op deze manier aan te pakken. Zover zijn we nog niet, maar daar moeten we snel naartoe.

Ook gegevens delen als het goed gaat met de kinderen

Van Boven vertelt dat gegevensuitwisseling niet altijd en alleen maar over negatieve dingen hoeft te gaan.
‘Het is natuurlijk niet altijd alleen maar kommer en kwel. Gelukkig gaat het met het merendeel van de kinderen in Nederland ontzettend goed. Toch is het ook belangrijk om gegevens te kunnen delen als het prima gaat. Vooral als je praat over de noodzaak van de doorlopende leerlijn. Als kinderen bijvoorbeeld van de peuterschool naar de basisschool gaan. Dan is het van belang dat we kaders creëren. Dat het een vanzelfsprekende zaak wordt dat de kinderopvang relevante informatie over het betreffende kind uitwisselt met de school. Dit alles gestoeld op een transparantie handelwijze. Dat is ook wat de AVG mogelijk maakt!’

1 REACTIE

  1. Ik begrijp dit artikel niet. Voor een open gesprek met ouders had ik nooit wetgeving nodig. Er was nooit een wet die dat belemmerde. Waar het om gaat is wat er gebeurt na dat gesprek. Misschien zien ouders het probleem niet, of ze zien het wel maar koppelen niet terug nadat ze bij de logopedist/het buurtteam/etc zijn geweest. Dan weet je dus niet of je bevindingen kloppen, en of je volgens deze experts goed zit met je plan van aanpak. De informatie die ouders je terugkoppelen kan ook vaag zijn. Dan komt er een moment dat je graag de expert zelf even zou willen spreken. Wat doe je dan? Dan komt toch toch dat handtekening/toestemmingverhaal aan bod? Of heb ik het niet goed begrepen?

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.