Gemeenten krijgen een regierol om ervoor te zorgen dat het geld op de juiste plek terechtkomt. Dat kan worden besteed bij peuterspeelzalen, scholen, bibliotheken, huisartsen, consultatiebureaus, wijkcentra of regionale opleidingscentra. Een goede indicatie is van groot belang dus dat betekent dat een taalachterstand in een vroeg stadium moet worden gesignaleerd.

Vroeg- en Voorschoolse Educatie

Het geld dat met dit project gemoeid is, komt bovenop de al bestaande VVE-gelden. Met dit extra geld hoopt het kabinet nog meer effect te bereiken en behaalde resultaten van (onder andere) deze inspanning blijvend te maken. ‘We moeten de estafette stoppen waarbij laaggeletterde generaties binnen gezinnen elkaar het stokje blijven doorgeven’, zegt minister van Onderwijs Jet Bussemaker. Haar ministerie is één van de geldschieters van het project. De anderen zijn het ministerie van Sociale Zaken en het ministerie van Volksgezondheid.

Leesplezier

De letterlijke doelstelling is om van minstens 45.000 mensen hun taalbeheersing flink te verbeteren. Voor kinderen in de basisschoolleeftijd is de doelstelling dat minstens een miljoen kinderen hun taalvaardigheid en leesplezier verbeteren. Het geld moet ook gebruikt worden om mensen met een taalachterstand te koppelen aan taalmaatjes. Programma’s zoals BoekStart kunnen het geld ook gebruiken om meer jonge gezinnen te stimuleren vooral voor te lezen.

Laaggeletterdheid

Hoewel Nederland één van de laagste percentages laaggeletterden heeft, heeft één op de negen Nederlanders tussen de 16 en 65 jaar moeite met lezen, schrijven en communiceren. Een belangrijke oorzaak van laaggeletterdheid is dat kinderen opgroeien in gezinnen waar weinig met ze wordt gepraat en waar vrijwel geen boeken en kranten worden gelezen. Hierdoor beginnen zij vaak met een beperkte woordenschat aan de basisschool.