Nu het aantal gastouders (55.000) dat doorgaat groter is dan de ruim 15.000 die door het Ministerie eerder werd geschat, komt de inspectie door de GGD in de knel te zitten. Bijkomend nadeel is dat het merendeel van die 55.000 gastouders zich nog niet heeft geregistreerd. GGD Nederland is bang dat de registratie niet verspreid over het jaar maar in een piek gaat plaatsvinden waardoor de inspectiedrukte in één keer heel groot zal zijn.
Lijst van prioriteiten maken
De VNG waarschuwde het ministerie eerder al voor te grote drukte, en pleitte er zelfs voor om registratie van gastouders desnoods alleen te baseren op toetsingskader A (diploma, EHBO, Verklaring omtrent gedrag) en het toetsingskader B te laten vervallen (inspectie op de werkvloer). Hier is de GGD het niet mee eens omdat zij inspectie van de opvangpraktijk juist het belangrijkst vindt. Tegelijkertijd erkent ook de GGD dat alle gastouders voor 1 januari 2011 in het Landelijk Register opgenomen moeten worden omdat ouders anders de kinderopvangtoeslag moeten terugbetalen.
‘Meer geld voor landelijke gemeenten’
Een heel andere zorg van de VNG en GGD is de ongelijke verdeling van het rijksgeld over gemeenten. Zo zijn er relatief veel meer gastouders in landelijke gebieden maar gaat daar niet meer geld naartoe dan naar stedelijke gebieden. Omdat het geld niet ge-oormerkt is kan dit slecht worden gecontroleerd.
Overigens heeft het ministerie van OCW voor 2010 en 2011 10 miljoen euro extra in het gemeentefonds beschikbaar gesteld voor het toezicht op gastouders.
Bekijk hier de brief die de GGD naar het Ministerie stuurde >>