Voor werkende ouders die nu hun kind naar de peuterspeelzaal brengen kunnen de kosten toenemen, zelfs mét kinderopvangtoeslag. Kostenstijging was eerder de reden voor veel ouders om te stoppen met de kinderopvang. Gemeenten vrezen dat juist de ouders van kinderen met een taalachterstand als eerste de peuterspeelzalen de rug toekeren vanwege de oplopende kosten.
Onzeker systeem
Volgens de gemeenten blijft het systeem dat het kabinet voorstelt onzeker en instabiel. Dit omdat werkende ouders gebruikmaken van een andere regeling dan niet-werkende ouders. Gemeenten blijven namelijk verantwoordelijk voor de opvang van kinderen van niet-werkende ouders en gezinnen waarbij één van de ouders werkt. Voor ouders met een flexcontract is sprake van een onzekere financiële situatie, want de kinderopvangtoeslag wordt afgestemd op het aantal arbeidsuren van de ouder. Ouders zijn dus nooit zeker hoeveel ze moeten betalen en óf ze voor opvang kunnen blijven betalen.
Gescheiden stelsels
In de plannen van het kabinet is de aansluiting op het onderwijs niet goed geregeld, volgens de gemeenten. Er blijft sprake van twee gescheiden stelsels voor opvang. Gemeenten vrezen dat door de plannen van de minister ouders gaan wisselen van opvangvoorziening, waardoor de doorlopende leerlijn van peuters wordt onderbroken.
Alternatief voorstel
Gemeenten onderschrijven de noodzaak tot harmonisatie van de voorzieningen voor peuters en kleuters. Maar anders dan het kabinet bepleiten gemeenten een ontwikkelrecht voor peuters, één integrale voorschoolse voorziening, toegankelijk voor alle kinderen, in één doorlopende leerlijn met de basisschool. Gemeenten ontwikkelen daartoe een alternatief voorstel, dat begin volgend jaar klaar moet zijn.