Medewerkers in de kinderopvang zouden het liefst van alle branches in de sector Zorg & Welzijn méér uren willen werken, ondanks dat 81 procent van de 876 ondervraagde kinderopvangmedewerkers aangeeft dat de werkdruk (veel te) hoog is. Dat blijkt uit cijfers van het werktevredenheidsonderzoek dat vakbond FNV liet uitvoeren door onderzoeksbureau Totta. Reden om tóch in de sector te blijven werken? De kinderen.
Personeelstekort
In de gehele sector Zorg en Welzijn staan in totaal zo’n 130.000 vacatures open. En dat aantal neemt toe. Om de huidige medewerkers te behouden en nieuwe medewerkers aan te trekken in de sector, pleit FNV dan ook voor een aanpak van de hoge werkdruk, een salarisverhoging van 5 procent en afspraken over een goede werk- en privébalans in de nieuwe cao.
Specifieke afspraken
‘Voor elke sector maken we specifieke afspraken. Om bijvoorbeeld de werkdruk aan te pakken, hebben we het afgelopen jaar bij het UMC werkdrukplannen opgezet’, vertelt Danielle van Essen van FNV. ‘Dan kijken we naar hoe nieuw personeel aangetrokken kan worden, of hoe een generatiebeleid de werkdruk bij oudere werknemers kan verlichten door voor een deel van de uren jongere werknemers in te zetten. Maar ook: hoe wordt omgegaan met de roostering? Dat loopt lang niet in alle branche goed, en wordt soms overgelaten aan de mensen op de werkvloer. Als de cao-onderhandelingen lopen vragen we bij onze leden ideeën op, onderwerpen die zij graag besproken willen hebben aan de onderhandelingstafel.’
Conclusies
In de zogeheten Zorg & Welzijnsbarometer staan de volgende conclusies voor de kinderopvang:
Medewerkers in de kinderopvang:
- Hebben het meeste van alle branches een contract van 12-23 uur of 24- 31 uur (32%; 42%) en zouden het liefst van alle branches meer uren willen werken (15%).
- Geven een iets hogere werkdruk en fysieke belasting aan dan gemiddeld (81% (veel te) hoog; 57% (veel te) hoog).
- Vinden vaker dan gemiddeld dat de administratieve taken zijn toegenomen (82%).
- Voelen zich het meest van alle branches altijd veilig op hun werk (58%).
- Weten het vaakst van alle branches pas 1-6 dagen van tevoren wat hun rooster is (30%).
- Geven vaker dan gemiddeld (bijna) altijd met genoeg collega’s te staan ingeroosterd (54%).
- Vinden de kinderen vaker dan gemiddeld een reden om in de sector te blijven werken (79%).
- Zijn tevredener met hun salaris dan gemiddeld (49% een beetje tot (zeer) tevreden).
Bekijk de resultaten van de FNV Welzijnsbarometer Sector Zorg & Welzijn >>
5% waarvan 2 a 2.5% gelijk staat aan inflatie.. dus eigenlijk een loonsverhoging van ongeveer 2.5%.. Ja,een flinke beloning..
we hebben toch ook al in 2018 en 2019 samen 5% loonsverhoging gegeven? Laten we eerst kijken wat de kosten zijn geweest dit jaar voor de dagverblijven mbt de babytrainingen, bkr en de 3e pmer op de groep. Ik denk dat het vet op de botten weer aardig geslinkt zijn voor de meeste organisaties.