Inmiddels moet ik een beetje lachen om mijn oude ‘kunsten’. Bij KinderRijk wordt er bij voorkeur niet op deze manier gewerkt. Het liefst laten we hier kinderen zelf ontdekken wat je met het materiaal kan, zonder te zeggen hoe het ‘moet’ of wat het ‘is’. Met papier kan je scheuren, vouwen en frommelen. Je kan het ook op ander papier lijmen en dan daar ook weer papier op. Vervolgens kan het van alles zijn: een boot of misschien toch een vliegtuig. Of papa. Kinderen hebben een geweldige fantasie en kunnen helemaal opgaan in hun eigen creativiteit. De knutselwerkjes die daar het gevolg van zijn, zijn eigenlijk veel mooier dan de dertien in een dozijn paddenstoelen-met-stippen of sneeuwpoppen-met-watjes of appel-met-worm. Het zijn unieke, individuele, creatieve werkjes.
‘Verlegen zwijgt hij, maar zijn grijns spreekt boekdelen’
Het jongetje in kwestie vindt een stuk vilt tussen het papier. Met een kinderschaartje probeert hij er in te knippen. Hartstikke lastig natuurlijk, want dit spul is toch weer heel anders dan het ribbelpapier wat hij zojuist vastgelijmd heeft op een blaadje. Net ging knippen met papier ook lastig, maar toen was scheuren een uitkomst. Hij trekt aan het vilt. Hij draait het om, bekijkt het van alle kanten. Uiteindelijk besluit hij het niet te gebruiken en pakt nog een mooi zilverkleurig papiertje dat hij met grote concentratie heel secuur vastlijmt op de stapel andere papiertjes die al vastzitten. Geweldig leuk om te zien.
Ongemerkt zit ik al een tijdje op m’n hurken naast de tafel mee te kijken. “Mooi hoor!”, zeg ik. Verlegen zwijgt hij, maar zijn grijns spreekt boekdelen. Oh wat is hij trots op zijn knutsel. En ik ben stiekem heel erg trots op deze manier van werken.