‘Onze organisatie is zes jaar geleden benaderd om vanwege de taalstimulering en cultuuruitwisseling hieraan mee te werken. We waren meteen enthousiast. Immers, met een taal leren kun je het beste zo vroeg mogelijk beginnen.
Vooral peuters zijn zeer taalgevoelig. We hebben destijds twee peuterspeelzalen gekoppeld aan twee Duitse kita’s. Er vindt een maandelijkse uitwisseling van medewerkers plaats van één dagdeel en een jaarlijkse conferentie. Later zijn ook de peuters uitgewisseld, met een eigen vertrouwde medewerker erbij.’
‘Ja, dat klopt GGD-inspecteur, maar dit is een speciaal project op aandringen van de gemeente Kerkrade.’ ‘Niks mee te maken, de wet geldt’
‘Het bijzondere aan het project is dat de betrokken medewerkers de peuters aanspreken in hun eigen taal. Het project loopt inmiddels al ruim vijf jaar en kinderen, ouders en medewerkers verheugen zich op dit uitstapje. We waren voornemens om dit goed lopende project verder uit te breiden naar een uitwisselingsweek. Echter, bij een laatste GGD-controle werden we op de vingers getikt.
In de wet staat dat kinderen in de Nederlandse taal moeten worden aangesproken. “Ja, dat klopt GGD-inspecteur, maar dit is een speciaal project dat op aandringen van de gemeente Kerkrade is geïnitieerd.” “Niks mee te maken, de wet geldt.” Wij hebben meteen de gemeente hierover benaderd. Wat schetst onze verbazing, de gemeente schaart zich achter het GGD-advies.
Dit kan toch niet waar zijn. Moeten we nu dan met dit fantastische project stoppen? Er is nog een kleine opening: de gemeente heeft ons gevraagd om een nieuw projectplan te schrijven. Dit wordt binnenkort besproken met gemeente en GGD. Ik ben benieuwd!’