Staatssecretaris Tamara van Ark (SZW) schrijft in een verzamelbrief aan de Tweede Kamer dat vrijwel alle gemeentes een voorziening hebben getroffen voor ouders van peuters die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Gemeentes krijgen hier structureel 30 miljoen euro voor. Afspraken hierover zijn gemaakt in het kader van de Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.
Monitor
In april 2016 zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt tussen het ministerie van SZW en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over een aanbod van deelname aan een voorschoolse voorziening voor alle peuters. Om te kijken naar de ontwikkelingen in het bereik is er een monitor ingericht. De eerste monitor vond plaats in 2017. Dit jaar is er weer een monitor uitgevoerd en in 2021 wordt de volgende monitor uitgevoerd.
Zoveel mogelijk peuters op opvang
Uit de monitor 2019 blijkt dat vrijwel alle gemeenten een gesubsidieerd aanbod hebben voor peuters waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag en dat steeds meer gemeenten zich inspannen om zoveel mogelijk peuters op de opvang te krijgen. Het non-bereik onder alle peuters ligt in 2019 op circa 11%. Dat volgt uit de enquêtes die zijn afgenomen onder ouders.
Non-bereik gedaald
Het non-bereik is daarmee iets gedaald, want het lag in 2017 op circa 13,6%. In de monitor wordt ook een uitsplitsing gemaakt naar verschillende groepen peuters. Hieruit blijkt dat het bereik onder ouders die kinderopvangtoeslag kunnen krijgen niet veranderd is. De toename van het bereik zit ‘m met name in de groep die geen recht heeft op kinderopvangtoeslag maar een beroep op subsidie van de gemeente kan doen. Ouders die geen gebruik maken van peuteropvang doen dat vanwege principiële bezwaren of andere niet nader genoemde bezwaren. In 2020 wordt de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk geëvalueerd.